Gerard Kester (foto boven) is benoemd als de nieuwe secretaris-generaal van de ESO. Hij volgt de vertrekkende Hester Duursema op. Duursema is onlangs gestopt als algemeen directeur van Koninkijke BLN-Schuttevaer. Kester werkt daar als beleidsadviseur.
De benoeming werd bekendgemaakt tijdens de nieuwjaarsreceptie van de ESO op 26 februari. Voorzitter Christiaan van Lancker sprak lovende woorden over het secretaris-generaalschap van Duursema. Hij vatte haar bijdrage samen als “subliem” en voorspelde een voorspoedige toekomst voor haar.
Duursema heeft op haar beurt het volste vertrouwen in haar opvolger. “Gerard heeft niet alleen ongelofelijk veel kennis van de binnenvaart, maar hij heeft ook nog eens enorm veel hart voor de sector. Dat zijn dingen waar ESO om bekend staat: passie en kennis van zaken.”
Kester is al tientallen jaren betrokken bij de binnenvaart. Eerst in dienst van de ONS, later bij Kantoor Binnenvaart en BLN-Schuttevaer. Zijn eerste klus eind jaren ’70 was om ervoor te zorgen dat vrouwelijke bemanningsleden een gelijke positie kregen als hun mannelijke collega’s.
Menselijk kapitaal
De ESO nam ook afscheid van Herman Verschueren, adviseur-generaal DG Scheepvaart, Exploitatie en intermodaliteit bij de Belgische federale overheid. Verschueren gaat na ruim veertig jaar actief te zijn geweest voor de binnenvaart met pensioen. “We zijn hem heel dankbaar voor de enorme inzet voor de totstandkoming van het Europese binnenvaart platform. Tot zijn allerlaatste werkzame dagen heeft hij hier zijn tanden in gezet”, aldus Van Lancker.
De speech van de voorzitter stond in het teken van menselijk kapitaal. 2017 was een historisch jaar, als we kijken naar de inzet die wordt gepleegd om het menselijk kapitaal beter te borgen en te ontwikkelen. De beroepskwalificatierichtlijn dient te bewerkstelligen dat we meer gekwalificeerde mensen krijgen, daar het een harmonisatie betreft op welke wijze we mensen opleiden en op competenties toetsen.
Gastspreker Gesine Meissner, Europees parlementslid voor de Duitse FDP, benadrukte hoe lastig het was om tot een compromis te komen. Sommige landen wilden helemaal niet mee doen, andere landen vonden het lastig om de richtlijn in te passen in hun nationale schoolsystemen.
Ook het onderzoek naar de bemanningseisen, dat samen met de Europese werknemersorganisatie ETF wordt uitgevoerd, kwam aan de orde. Wat past bij de huidige tijd en hoe zou een systeem eruit moeten zien dat flexibel genoeg is om zich aan te passen aan veranderingen en ontwikkelingen zoals (semi)autonoom varen.
Ligplaatsen
De ESO stipte verder diverse knelpunten aan. Zo veroorzaken de minimumloonregelingen in Duitsland en Frankrijk veel administratieve rompslomp, terwijl de lonen voor het nautische personeel toch al boven dat minimum liggen. Ook de arbeidstijdenrichtlijn geeft nog problemen in de praktische uitvoering.
“Maar de grootste pijn op dit moment zit in het feit dat de walinfrastructuur langs de Rijn schrikbarend afneemt. Lokale gemeenschappen hebben geen beeld van hoe de binnenvaart werkt en het belang van de binnenvaart voor het reilen en zeilen van hun economie. De binnenvaart kan niet opereren zonder goede ligplaatsen en autoafzetplaatsen. Er ligt een grote uitdaging om deze trend te keren”, aldus de ESO.
“Hier zullen we vanuit het Europese binnenvaart platform heel nauw samenwerken met de Duitse lidorganisaties. Want de binnenvaart draait om mensen, maar dan moeten mensen wel aan boord kunnen werken en leven.” Van Lancker stelde: “Een ieder van ons kan een verschil maken, maar samen brengen we verandering teweeg!”
foto boven: Gerard Kester (foto BLN-Schuttevaer)