Koninklijke Binnenvaart Nederland is blij met de geleidelijke invoering van het ontgasverbod, maar is ook kritisch op de (soms) onverschillige houding die de binnenvaart had.
In de binnentankvaart blijven, na het lossen van gevaarlijke stoffen, zogenaamde restdampen in het tankschip achter. Deze dampen mogen op dit moment nog vrij naar de buitenlucht ontgast worden, op enkele uitzonderingen na. Om veiligheids- en kwaliteitsredenen dient voor een vervolglading een schoon en droog schip beschikbaar te zijn, waardoor ontgassen naar de buitenlucht noodzakelijk is. De vrijgekomen dampen bij het ontgassen zijn schadelijk voor mens en milieu.
In een tijd waarin zoveel aandacht is voor het ontlasten van het milieu, heeft deze werkwijze de houdbaarheidsdatum ruimschoots overschreden. Gelukkig zal 2024 de boeken ingaan als het jaar waarin een start is gemaakt met het een totaal ontgasverbod. Het CDNI-verdrag zal dit jaar in werking treden. Met een geleidelijke invoering van het verbod behoort het ontgassen in de komende jaren tot de verleden tijd.
Maar hoe kan het zijn dat het uitstoten van schadelijke stoffen naar de buitenlucht zo lang heeft kunnen blijven voortbestaan? De eerste reactie is wel erg makkelijk: het is allemaal de schuld van de overheid. Zij heeft niet haar best gedaan om burgers, bemanningsleden aan boord en het milieu te beschermen. Toch?
De binnenvaart is een onmisbare schakel in de logistieke keten. Zonder de binnenvaart lopen wegen vol en vallen productieprocessen stil. Met een beetje meer zelfbewustzijn en (zelf)vertrouwen had een ontgasverbod eerder door onszelf afgedwongen kunnen worden. Schieten we, als sector, soms niet door in het behagen van onze klanten? We hielpen onze opdrachtgevers immers om op een goedkope manier van hun gevaarlijke dampen af te komen.
Dat had anders gekund, oftewel: lessen voor de toekomst!
In deze rubriek belicht Koninklijke Binnenvaart Nederland actuele onderwerpen uit de sector.
