‘Collectiviteit’ was hét thema van het 19e Deltalinqs Jaardiner, dat maandag 21 januari in de RDM Onderzeebootloods plaatsvond. Voorzitter Steven Lak zette het op de kaart; minister Eric Wiebes (foto boven) van Economische Zaken en Klimaat, die gastspreker was in Rotterdam, haakte erop aan.
“Wij staan voor zeer grote uitdagingen. Voor het behoud en versterken van onze concurrentiepositie moet de kracht van het collectief worden versterkt: collectiviteit maakt de mainport”, aldus Lak. Hij gaf aan dat samenwerking noodzakelijk is voor toekomstige successen, zoals de energietransitie waarbij het de bedrijven zijn die de noodzakelijke veranderprocessen willen opstarten samen met onmisbare steun van de overheden.
Dat Rotterdam in de HARA-range (Hamburg, Amsterdam, Rotterdam, Antwerpen) nog steeds zijn marktpositie stabiel weet te houden, is knap, vond Lak. “We zien een prima, constant beeld voor een marktleider.”
Toch heeft hij ook zorgen: “Iedereen weet wat nodig is voor een optimaal effect: samenwerken, gunnen, data en kennis delen leveren maximale efficiëntie en verlagen collectieve kosten. Maar het organiseren, in stand houden én de noodzakelijke verbreding van de collectieve aanpak vergen steeds meer.”
Lak (foto rechts) pleitte voor politici die zich op feiten baseren bij het maken van keuzes: “Politici die niet afgeven op het bedrijfsleven, maar de waarde zien die zij vertegenwoordigen: werkgelegenheid, innovatieve kracht, economische welvaart en hun inzet voor een duurzame wereld.”
Concurrentiepositie
De energietransitie is volgens Lak een van de terreinen waarop een collectieve aanpak nodig is: door coalities van bedrijven veelal samen met het Havenbedrijf Rotterdam en de overheden. Om de doelstellingen te halen en de haven met succes om te vormen tot een fossielvrije haven is “langjarig consistent overheidsbeleid met oog voor de internationale concurrentiepositie” nodig. “Dat lukt alleen als de overheid snel en gericht keuzes maakt.”
Rotterdamse haven moet veranderen, maar dat mag niet ten koste gaan van de bedrijvigheid en werkgelegenheid, is het standpunt van belangenbehartiger Deltalinqs. Dat het Britse chemieconcern Ineos deze maand koos voor Antwerpen in plaats van Rotterdam heeft heel wat losgemaakt. Het bedrijf en investeert 2,7 miljard euro in twee nieuwe fabrieken. Antwerpen zou de voorkeur krijgen doordat in Rotterdam/Nederland de (milieu)regels strenger zijn.
Niet strenger, wel eerder
Eric Wiebes, in het kabinet verantwoordelijk voor het klimaatbeleid, hamerde ook op collectiviteit. Om de klimaatverandering binnen de perken te houden en de opwarming niet te laten oplopen met meer dan 2 graden, moet iedereen een bijdrage leveren. Ook zijn alle technieken en oplossingen nodig – anders halen we de doelstelling niet en wordt het uiteindelijk veel duurder, zei Wiebes.
Nederland heeft als doel 49 procent minder CO2 uit te stoten in 2030 (ten opzichte van 1990). “Daarmee zijn we niet strenger dan andere landen die het Parijs-akkoord naleven, maar net iets eerder”, zei de VVD-minister. “Dat levert ons misschien een voorsprong en dan hebben we een sterker verhaal. Hebben we de kans om exporteur op dit vlak te worden.”
Onbetaalbaar
De voorstellen van de Klimaattafels – waarop van diverse kanten kritiek was, ook uit zijn eigen partij – worden momenteel doorgerekend door de planbureaus. Op basis van de uitkomsten kunnen de plannen worden bijgesteld en vervolgens zal de politiek beslissen.
Wiebes ontkrachtte bewerkingen dat het klimaatbeleid onbetaalbaar zou zijn: De kosten lopen op tot 0,5 procent van het nationaal inkomen in 2030. Dat is van de economische groei te financieren, aldus de minister. “Ter vergelijking: de zorg kost 13,5 procent van het nationaal inkomen.”
Trots op industrie en haven
Dat het bedrijfsleven er in de plannen gemakkelijk en goedkoop mee wegkomt, is volgens hem ook niet waar. “De industrie veroorzaakt een kwart van de uitstoot, maar doet straks een derde van de afname en krijgt een zesde van de subsidies.”
Wiebes sloot zijn speech af met een oproep aan de 500 gasten van het diner. Het was een hulpvraag: “Het imago van de Nederlandse energie staat onder druk. Vroeger waren we er trots op; nu is er vooral kritiek. Draag alstublieft uit dat u er bent voor onze samenleving. De overheid maakt geen medicijnen, levert geen energie en werkt niet aan efficiënte overslag. Leg uit dat u er bent voor het stelsel dat economie heet en het leven mogelijk maakt – ook in de toekomst. We moeten weer trots zijn op de industrie en de haven en wat we hier met z’n allen doen.”