We zijn door Petra Lasso Peña uitgenodigd om de nieuwe bunkertanker Citrine te bezichtigen. Zij vertegenwoordigt als managing director de in Luxemburg gevestigde Tankreederei II s.a. Van kindsbeen af heeft zij affiniteit met de binnenvaart. De Citrine is bij scheepswerf De Schroef gedokt op het kanaaleiland van Sluiskil om het schip onder de waterlijn van een doeltreffende coating te voorzien. Goed om te weten dat je hier met een 135 meter-schip probleemloos kan worden gedokt.
De woning is gezellig, comfortabel en ruim. Dat laatste kan ook niet anders met 15 meter breedte. Petra zit aan tafel en stemt wat zaken af met de twee kapiteins, Jacques de Potter en Andy Vanderplas die, gastvrij als hij is, meteen een rondje koffie weggeeft. De heren zijn zeer content met de vaareigenschappen van de Citrine.
Op de spits hadden zijn ouders met hun vijf kinderen in de roef vroeger minder ruimte dan Jacques de Potter en zijn collega’s nu in het stuurhuis. (foto’s Hans Heiligers)
Voordat we daar op ingaan willen we toch het fijne weten van de naam. Petra vertelt dat de rederij haar schepen vernoemt naar edelgesteenten. Aan de edelsteen Citrine worden kracht en positiviteit toegeschreven en dat komt in deze tijd goed van pas.
Stookolie
De Citrine is een zusterschip van de Topaz. Het casco (type Friendship) van deze dubbelwandige type C-tanker is ontworpen door Rensen Shipbuilding en gebouwd in China en onder klasse van Veritas. Het schip meet 6200 ton, heeft een lengte van 135 meter bij een breedte van 15 meter. De diepgang is 4,25 meter, de holte is 5,40 meter en de kruiplijn 8,50 meter.
De achttien tanks voor het vervoer van alle soorten hoog- of laagzwavelige stookolie hebben elk een inhoud van 380 m3. De tanks zijn voorzien van spiralen en kunnen worden gesepareerd; er kan ook worden rondgepompt. Het schip beschikt over een door Aalborg Industries geleverde ketel met een capaciteit van 2000 kW.
De Citrine is niet de laatst geplande nieuwbouw voor Tankreederei II. Tot nu toe zijn reeds enkele bestaande enkelwandige schepen verkocht en vervangen door nieuwbouw en ook voor de uitbreiding van de vloot lopen nog twee nieuwbouwprojecten.
Talent
Voor kapitein Jacques de Potter betekent de lengte van het schip een nieuwe mijlpaal in zijn carrière. Hij is geboren op een spits van 38 meter. Het achterschip werd bewoond door zijn ouders en vijf kinderen. In 1970 is hij zelfstandig gaan varen op een 80 meter-schip in de droge lading. De overstap naar de tankvaart maakte hij in 1976 toen hij bij Intermas Shipping Company in Gent ging varen. Op enig moment werkten daar dertien familieleden van De Potter, waardoor velen de rederij ‘Pottermas’ noemden.
Andy Vanderplas is bij de huidige rederij als matroos begonnen en heeft zich inmiddels opgewerkt tot kapitein. De laatste maanden hebben beide heren hun steentje bijgedragen aan de voorspoedige afbouw bij TeamCo in Heusden. In Jacques bleek een prima projectmanager te schuilen en we denken dat in de toekomst nog vaker een beroep op dat talent zal worden gedaan. De Potter is kritisch maar dat komt doordat hij van zijn vak en van kwaliteit houdt.
Het schilderwerk komt weer in aanmerking voor een notering in de top tien. Dat compliment gaat de kapitein overbrengen aan Adilson, Joao en Fortes, de bemanningsleden die van het schuurwerk tot en met de laatste kwast verf in totaal vijf maal de 135 meter hebben afgelegd.
Ruimte
Het is de hoogste tijd voor een ronde over het schip. Als eerste doen we het stuurhuis aan waarbij we meteen weer denken aan de spits met vader, moeder en vijf kindjes; die hadden in hun roef minder ruimte dan hier boven. Willemsen interieurbouw heeft er voor de mannen weer een schitterende werkplek van gemaakt. We herkennen ook de Sigmalijn van Radio Holland.
Als we wat doorspreken over de elektronica dan begrijpen we meteen waarvoor de twee huisjes zijn die aan dek staan. Alles wat te bedienen valt, is met twee beeldschermen daarin ondergebracht zodat ook aan dek op twee plaatsen alles is af te lezen en te bedienen.
Nog maar net bekomen van zoveel moois in het stuurhuis dalen we af naar de machinekamer. Daar treffen we een mooi koppel: twee statige ABC’s van 1800 pk die het toch maar buitengewoon hebben getroffen met hun plaats op zo’n geweldig schip. Ze gaan samen voor de aandrijving zorgen van twee 1800 millimeter grote schroeven van Promarin, waarachter vier hydrodynamische roeren van Van der Velden zijn geplaatst.
Je kunt zien dat Jacques de Potter zijn woordje heeft mogen doen bij de inrichting van de machinekamer. Een goed idee van hem is dat wasbakje dat in de bovenkant is verzonken van het frame waarop de traanplaten rusten. Dat geeft ruimte in de gangpaden van de machinekamer en voorkomt lelijke woorden en blauwe plekken.
Het dubbel uitgevoerde dekleidingwerk is geleverd door VeKa. Naast de meters voor de uitlezing van het tankniveau is op meerdere plaatsen aan dek ook de diepgang van het voor en achterschip uit te lezen. De 28 meter lange bunkergiek heeft dubbele leidingen en komt van Lagendijk Constructie.
De machineruimte in het voorschip herbergt twee kanalenboegschroeven van Verhaar Omega die aangedreven worden door Scania-dieselmotoren van elk 600 pk. Levering van elektrische energie voor het boordnet is toevertrouwd aan twee Sisu-generatoren van ieder 120 kVA. Twee Scania’s van ieder 520 kVA zijn verantwoordelijk voor voeding aan de door EPS Bornemann geleverde ladingpompen.
(Hans Heiligers)
