Op 18 april bereikt Wout Meijer de respectabele leeftijd van 85 jaar. Hij is ook nog eens 25 jaar kapitein van de Rotterdamse Pannenkoekenboot. Na een indrukwekkende carrière, die begon in de binnenvaart, stopt Wout met varen, maar hij blijft betrokken bij de Pannenkoekenboot.
Op donderdag 6 maart wordt Wout in de watten gelegd tijdens een speciale jubileumvaart, samen met familie, vrienden, trouwe gasten en collega’s. Daarna legt hij zijn kapiteinsstrepen af: hij stopt met varen maar op verzoek van directeur Christoffel Wielders van de Rotterdam Leisure Group zal hij zijn technische expertise blijven inzetten voor het onderhoud van de Pannenkoekenboot.
“Wout is een icoon voor de Pannenkoekenboot en voor ons hele team”, zegt Wielders. “Zijn betrouwbaarheid, zijn vakmanschap en zijn liefde voor het vak hebben niet alleen onze gasten, maar ook ons bedrijf verrijkt. Het is een eer om met hem te werken en we zijn blij dat hij in zijn nieuwe rol betrokken blijft.”
Ms Avance
Hij is een schipperskind, werd vlak voor de Duitse inval in Nederland geboren. “Op 18 april 1940, in Duisburg. Daar lagen mijn vader en moeder met het schip.” Hij ging zelf ook varen, begon met een schip van 400 ton en groeide door naar 900, 2.100 en uiteindelijk 3.000 ton. Allemaal heetten ze Avance.
In 2000 stopten Wout en zijn vrouw. Hij was 60 en had eigenlijk nog niet genoeg van varen. “Maar mijn jongste zoon voer bij ons aan boord en hij wilde voor zichzelf beginnen. ‘Ik ga weg’, zei hij. Maar dat wilde ik niet. Dan zou ik met vreemd personeel moeten gaan varen. Dus zijn wij aan de wal gaan wonen en is hij met het schip verder gegaan. Ik had toch nog maar vijf jaar tot m’n pensioen…”
Briefje
Van dat pensioen is het nog steeds niet gekomen. “We woonden in Dordt en we hadden een mooi tuintje. Maar als ik naar buiten keek, zag ik wel 25 molshopen. Dat was niks voor mij. ‘We verkopen de boel en gaan in Rotterdam, in de stad wonen’, heb ik gezegd.”
Vier maanden per jaar wonen ze ‘op Zuid’, de rest van het jaar op de camping in Barendrecht, pal aan de Oude Maas.
Hij had (en heeft) een berg hobby’s, maar wilde toch wat meer omhanden hebben. “Toen ik hier langs de Parkhaven reed, zag ik een briefje op de steiger van de Pannenkoekenboot… dat ze een kapitein zochten. Chris liep toevallig langs en bood aan om het eens te proberen.” De rest is geschiedenis…
Op het voordek staan ze in een groepje, in een kring… Allemaal met een mobieltje in de hand
De eerste vijf jaar werkte ook Wouts vrouw op de Pannenkoekenboot. “Samen hebben we alles geverfd. De boot was namelijk net klaar. Daarna werkte zij achter de bar en ik in de stuurhut. Mn vrouw had ook alle papieren, maar zij vond het achter de bar leuker. Als we om half elf ’s avonds met de laatste vaartocht klaar waren, hielp ik haar met schoonmaken, zodat we samen naar huis konden.”
Ze brachten ook twee jonge collega’s naar huis. “Wendy en Miranda, die waren pas vijftien. Die jonge meiden laat je niet zo laat alleen naar huis fietsen.” 25 jaar later zijn Wendy en Miranda nog steeds collega’s.
Elk jaar goedgekeurd
Hij vaart twee dagen per week en heeft op maandag zijn vaste onderhoudsdag. “Ik ben verantwoordelijk voor de techniek aan boord: de motoren en alles. Daar moet niemand anders aankomen.”
Aan met pensioen gaan, heeft hij nooit meer gedacht. “Waarom zou ik? Ze kunnen mij het varen niet ontzeggen. Ook al zeiden ze bij de Havendienst weleens dat die Meijer van de Pannenboekenboot maar eens moest stoppen. Daar hebben wij ons niks van aangetrokken. Zolang ik elk jaar werd goedgekeurd… Maar nu vind ik het zelf eigenlijk ook tijd om te stoppen met varen. Het is mooi geweest.”
Op een gemiddelde dag maakt de Pannenkoekenboot zes tochten van vijf kwartier: een rondje Maashaven, langs het ss Rotterdam, onder de Erasmusbrug door naar De Esch en terug. Het zit altijd (zo goed als) vol. “Niet te geloven, de gasten komen overal vandaan.”
Ze mogen zoveel pannenkoeken eten als ze willen. “Als ze aan boord komen, zegt er altijd wel iemand: ‘Kappie, we gaan je arm eten.’ Dan reageer ik: ‘Ik hoor na afloop wel hoeveel pannenkoeken je op hebt.’ Dan zijn er dan meestal maar drie. De ogen zijn groter dan de maag.”
Toch gaan er heel wat pannenkoeken doorheen op een rondvaart. “Met 130 gasten die gemiddeld twee pannenkoeken eten, heb je het over een stuk of 260. Dat kunnen ze makkelijk aan in de keuken. Daar staan een machine die er 900 per uur kan bakken. Het is een carrousel met vijftien bakplaten.”
Mobieltjes
Op de vraag of de pannenkoeken of de Rotterdamse skyline de meeste aandacht trekken van de gasten schampert Wout: “Ze zijn meer met hun mobieltje bezig. Ik zie het vanuit de stuurhut. Kijk ik zo op het voordek en dan staan ze in een groepje, in een kring. Allemaal met een mobieltje in de hand.” Niet om foto’s te maken van haven? “Nee, wel selfies.”
Wout maakt voor elke tocht een indeling van de tafels. “Als mensen met z’n tweeën aan een tafel voor zes gaan zitten, past het niet. Daar moet ik streng in zijn: we hebben maar een kwartier om 150 mensen te ontvangen, dan kunnen we niet gaan wisselen en schuiven.”
Aan de omgang met gasten moest hij in het begin wel wennen, bekent Wout. “Ik had veertig jaar met mijn eigen familie gevaren. We zaten eigenlijk op een eiland aan boord, hadden weinig met andere mensen te maken. Dat is hier wel anders natuurlijk. Maar het wende snel.”
We zaten eigenlijk op een eiland aan boord, hadden weinig met andere mensen te maken. Dat is hier wel anders. Dat wende snel
Gezond
Met varen stopt hij binnenkort, maar het onderhoud aan boord van de Pannenkoekenboot blijft Wout verzorgen. “Ik ga daarmee door. Ik ben gelukkig gezond. Ik ben mijn hele leven nog nooit ziek geweest.”
Niet alleen de motoren zijn bij hem in goede handen, hij kan ook lassen, timmeren en sleutelen aan de elektriciteit. Die technische opleiding voordat hij ging varen komt nog altijd goed van pas. Ook bij zijn favoriete hobby, waar hij straks meer tijd voor heeft: modelbouw. “Ik bouw van alles: drones, schepen, kranen… Ik ben nu bezig met een afzinkbaar schip.”