Het ligt zo voor de hand om één grote bond van binnenschippers te maken. Of Hanja Maij-Weggen toen ze minister van Verkeer & Waterstaat was (weet je nog?) nou wel of niet de kantine van het ministerie moest afhuren om met de veelkoppige vertegenwoordiging van de binnenvaart te kunnen overleggen, lijkt er dertig jaar na dato niet meer zoveel toe te doen. Feit was dat in die jaren de kleurrijke bedrijfstak een minstens zo kleurrijk palet aan brancheorganisaties had. Wij vonden dat wel leuk hoor. Er was altijd wel iemand te vinden die commentaar had op wat de anderen aan het vogelen waren. Een krachtenveld waarin de vlotst van de tongriem gesneden afgevaardigden boven kwamen drijven en onze voorpagina’s domineerden. Een jarenlang uitstekend functionerend, vindingrijk mechanisme van aan- en overdrijvingen en uitlaatkleppen.
Het uit elkaar groeien en met anderen fuseren was telkens groot nieuws. Eerst zat de CBOB bij de Federatie van Schippersbonden, maar verliet de Federatie om zich vervolgens samen met de ONS te storten op een organisatie met de nogal generieke naam Het Kantoor. Een beetje terugverlangen naar de tijd van het heldere onderscheid tussen de mannen aan boord en de witte boorden van het rederijkantoor, die altijd alles beslisten waarover je tijdens de koffiepauzes je mening mocht ventileren (en verder moest zwijgen). Maar dat is een andere geschiedenis.
De geslonken Federatie trok in bij het CBRB, de reders van weleer waar langzaam maar zeker de varende ondernemers een steeds grotere stem in het kapittel kregen. Na de opmerking van Hanja over de kantine staken vier mannen (de binnenvaart werd in de jaren 90 nog gedomineerd door mannen) de koppen bij elkaar. CBOB-voorzitter Gert Kofffeman, CBRB-directeur Ton Roos, KSV Schuttevaer-directeur Kees de Vries en Johan Groenewold, voorzitter van Rijn & IJssel en van talrijke instanties. Vier op dat moment – in de binnenvaart – belangrijke mannen die zich samen zetten aan een uiterst gecompliceerd project genaamd Binnenvaart Nederland. Het bleek een brug te ver in de nineties. Allemaal terug in het eigen hok. Er waren een kredietcrisis en een door de minister benoemde binnenvaartambassadeur voor nodig om de ambitie voor meer samenwerking weer eens aan te wakkeren. Tussen schippers, om te beginnen tussen de bonden. Die logica was natuurlijk nonsens, maar de bonden gingen maar weer vergaderen, want het ministerie betaalde. Hoppend via een Binnenvaart Branche Unie en Binnenvaart Logistiek Nederland nadert de voltooiing nu het nieuwe BN geen brug te ver meer lijkt. Zelfs een Koninklijke BN. Mijn weinig monarchistische inborst laat onverlet dat het predicaat niet misstaat.