De vraag naar duurzamere scheepsbrandstof als LNG-, bio- en laagzwavelige bunkers is het afgelopen jaar aanzienlijk toegenomen in Rotterdam. De totale levering aan de zeevaart in de grootste Europese bunkerhaven daalde echter van 9,5 miljoen naar 9 miljoen m3.
De verkoop van laagzwavelig bunkerolie nam in het laatste kwartaal, vooruitlopend op nieuwe IMO-nieuwe regelgeving, flink toe. In december ging het bij 62 procent van de verkochte stookolie om deze VLSFO (very low sulphur fuel oil). Over het gehele laatste kwartaal was dat 48 procent.
Op 1 januari 2020 is het wereldwijde toegestane gehalte aan zwavel in scheepsbrandstof verlaagd van 3,5 naar 0,5 procent (ook wel bekend als IMO2020). Voor de Noordzee geldt sinds 2015 al een maximum van 0,1 procent. Van deze zogenoemde Ultra Low Sulphur Fuel Oil werd in het laatste kwartaal van 2019 13 procent verkocht.
Bio-bunkers
Ook de verkoop van LNG-bunkers viel op. De afzet van vloeibaar gemaakt aardgas verdriedubbelde ruim van 9.483 ton naar 31.944 ton.
Bio-bunkers (bunkers waaraan 5 tot 50 procent biobrandstof is toegevoegd) maakten eveneens een sprong, al is het marktaandeel nog klein. Over heel 2019 was 2 procent van de verkochte stookolie en 0,5 procent van MGO en MDO een bio-bunker.
