Nederland is er vrijdag 29 november in geslaagd de felbegeerde zetel in de IMO-Council te behouden tijdens de conferentie van de Internationale Maritieme Organisatie in Londen. Tot nog toe had Nederland altijd een van de veertig zetels in handen van het dagelijkse bestuur van dit agentschap van de Verenigde Naties, maar de belangstelling voor de invloedrijke organisatie groeit en daarom was een zetel niet langer vanzelfsprekend. Er moet nu elke twee jaar campagne worden gevoerd.
De IMO is verantwoordelijk voor internationale regels voor de scheepvaart op zee. Tijdens de plenaire opening vroeg minister Cora van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) in haar toespraak aandacht voor een veiliger scheepvaart en een duurzamere maritieme sector voor zowel bemanning als omgeving.
“Alle schepen die onze havens aandoen moeten veilig zijn, net als de 250.000 schepen die jaarlijks langs de Nederlandse kust varen. Met deze belangrijke zetel bij de IMO kan Nederland veiligheid hoog op de agenda houden zodat dat we wereldwijd goede afspraken hierover maken. Dat wij hier veel belang bij hebben staat met de containerramp voor de Waddenkust begin dit jaar op ieders netvlies”, aldus Van Nieuwenhuizen.
Green Deal
Volgens de minister moeten ook andere onderwerpen, zoals minder uitstoot van broeikasgassen, internationaal aangepakt worden. “Zo kunnen we ook de Nederlandse initiatieven voor het vergroenen van de scheepvaart in de showroom zetten.”
In 2050 moet de CO2-uitstoot met 50 procent afgenomen zijn, zo spraken de lidstaten van de IMO vorig jaar af. De zeevaart stoot wereldwijd ongeveer 2,5 procent van alle broeikasgassen uit. Binnen het IMO-milieucomité wordt gewerkt aan voorstellen hoe deze uitstootvermindering in de praktijk kan worden uitgevoerd. Onderdelen van de Nederlandse Green Deal voor een schone binnenvaart en zeevaart dienen hierbij als succesvolle voorbeelden.