Bij dichte mist moeten binnenvaartschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, extra veiligheidsmaatregelen treffen. Dat stelt de Onderzoeksraad voor Veiligheid naar aanleiding van het onderzoek naar de aanvaring van de stuw bij Grave. Op 29 december 2016 voer een met 2.000 ton benzeen beladen tanker dwars door de stuw.
De Onderzoeksraad voor Veiligheid publiceerde op 3 mei het onderzoek Stuwaanvaring door benzeentanker bij Grave. Daarin staat een aantal suggesties voor de extra veiligheidsmaatregelen bij varen in dichte mist: “Het gaat bijvoorbeeld om het inkorten van de vaartijden of het eerder aflossen van de schipper. Rijkswaterstaat moet daarnaast de bevoegdheid krijgen om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer plaatselijk stil te leggen. Verder is het belangrijk om de crisisbeheersing en hulpverlening in grensgebieden van verschillende regio’s beter te coördineren.”
Benzeen
Bij het voorval vielen geen slachtoffers. Wel ontstond aan dek van het Duitse schip zware schade en kwam een geringe hoeveelheid van de giftige stof benzeen vrij. Daarnaast raakte de stuw zwaar beschadigd, waardoor het waterpeil tussen Grave en Sambeek 3 meter daalde. Dit had grote gevolgen voor de scheepvaart op de Maas, op het Maas-Waal-kanaal en voor de woonboten in de omgeving. Wekenlang lag de scheepvaart plat.
Mede door de dichte mist hadden de hulpdiensten grote moeite om de volle omvang van het incident te overzien. De locatie van het ongeval ligt precies op de grens van twee gemeenten en drie veiligheidsregio’s. Het lukte de verschillende betrokken partijen niet om een gezamenlijk beeld te vormen en hun acties op elkaar af te stemmen, aldus de Onderzoeksraad.
Regels
Bij varen in dichte mist gelden nauwelijks specifieke regels voor de binnenvaart. Het bevreemdt de Onderzoeksraad dat een schip beladen met 2.000 ton benzeen ook in dichte mist tot veertien uur aaneengesloten mag varen zonder aflossing van de schipper. De raad wijst erop dat naast de schipper ook de vaarwegbeheerder en de chemiebedrijven als opdrachtgevers voor het transport een verantwoordelijkheid hebben.
Scheepvaart stilleggen
Gemiddeld zijn er vijftien dagen per jaar met dichte mist op en rond de Nederlandse binnenwateren. Dat maakt niet alleen het varen risicovoller, maar hindert ook de hulpverlening na een ongeval. De Onderzoeksraad beveelt partijen daarom aan om bindende afspraken te maken over het varen met gevaarlijke stoffen in (dichte) mist. “Vervoersbedrijven, chemiebedrijven en vaarwegbeheerders zijn hierbij primair verantwoordelijk voor de risicobeheersing van het transport van gevaarlijke stoffen.” Verder pleit de Raad voor een wettelijke bevoegdheid voor Rijkswaterstaat om bij extreme weersomstandigheden het scheepvaartverkeer stil te leggen.