De Vibia waardeert de inzet van Wim van de Camp voor het onderhoud van de Europese vaarwegen. Nadat de Vrouwen in de binnenvaart in actie in enkele gesprekken met de CDA-Europarlementariër hadden uitgelegd wat volgens hen aan de vaarwegen verbeterd of veranderd moet worden, stelde Van de Camp kritische vragen aan de Europese Commissie.
‘Als gevolg van de slechte staat van onderhoud van de Europese vaarwegen, worden binnenvaartschippers herhaaldelijk geconfronteerd met stremmingen, gesperde sluizen en stakingen wat direct gevolg heeft voor de exploitatie.’ De Europarlementariër vraagt zich of het wel reëel is om aan de scheepvaart beperkingen op te leggen, terwijl het echte probleem achterstallig onderhoud en tekort aan personeel is.
Oponthoud
Zo hebben enkele leden van de Vibia onderzoek gedaan naar de gevolgen van de vele stremmingen. Zo lagen er op 14 juli 2013 aan één kant van sluis Friedrichsfeld 66 schepen te wachten. ‘Deze schepen vormen een gezamenlijk tonnage van maar liefst 107.886 ton, een equivalent van 2.677 vrachtwagens. Dit zou op de weg een file betekenen van 55 kilometer en dat maal 2 omdat aan de andere kant van de sluis naar schatting een evenredig aantal schepen lag. Dit betekent een stilstaande file van Rotterdam naar Eindhoven! Dit is maar 1 van de vele voorbeelden van oponthoud – en inkomstenverlies – waarmee de binnenvaart regelmatig geconfronteerd wordt.’
Duidelijk signaal
‘Aangezien hier van overheidswege weinig tot niets aan gedaan wordt en de binnenvaart de extra kosten voor eigen rekening moet nemen’, vraagt de Vibia zich af of de binnenvaart door de regering en de Europese Commissie wel als serieuze transporteur wordt gezien, terwijl de Nederlandse binnenvaart circa 35 procent van het totale transport voor haar rekening neemt.
‘De heer Van de Camp heeft een duidelijk signaal afgegeven aan Brussel. De vaarwegen moeten beter onderhouden worden, zodat de binnenvaart zonder onnodig verlet en extra kosten haar werk kan doen.’ Vibia is dan ook erg verheugd met de vragen van de CDA-politicus. De vereniging hoopt ‘dat deze goede samenwerking voortgezet kan worden’.