De Waterpolitie heeft de schipper van een Duitse binnenvaarttanker maandag 28 september bekeurd omdat gasolie uit zijn schip de Waal verontreinigde en het schip ook te diep geladen was.
Omstreeks 15.00 uur voer de P94 op de Waal boven Nijmegen toen de agenten hoorden dat een schipper over de marifoon meldde dat hij in de gasolie voer. Even later zagen de agenten rond hun vaartuig ook gasolievlekken op het oppervlaktewater van de Waal. De Waterpolitie volgde het spoor en kwam ter hoogte van Erlecom bij een opvarige tanker. Achter het schip kwam regelmatig gasolie omhoog.
Ondiepte
De agenten gingen aan boord en stelden een onderzoek in. Ze zagen dat de diepgang van het schip 2.50 meter bedroeg terwijl de minst gepeilde waterdiepte 2.30 meter was. Bovendien was door Rijkswaterstaat ter hoogte van Nijmegen een ondiepte gemeld van 2.10 meter. De ‘technisch scheepsongevalonderzoeker’ van de Waterpolitie zag in het geheugen van de GPS dat de tanker inderdaad over de ondiepte bij Nijmegen was gevaren en dat het schip daar ook behoorlijk snelheidsverlies had gehad. De schipper verklaarde daarop tegenover de Waterpolitie dat hij zich nu kon herinneren dat hij daar iets gevoeld had.
Slagzij
Toen duidelijk werd welke tank vermoedelijk lek was, voer het schip naar de Vluchthaven in Lobith waar direct olieschermen om het schip werden gelegd. De lading uit de betreffende tank werd vervolgens overgepompt naar andere tanks in het schip en gedeeltelijk naar een bunkerboot. De lekkage werd hiermee gestopt.
Op verzoek van IVW werden het certificaat van onderzoek en het certificaat van goedkeuring ingenomen. Het schip ligt nog met een behoorlijke slagzij in de Vluchthaven van Lobith. Duikers hebben dinsdagmiddag het gat in de tankbodem met een soort pasta gedicht. Na twaalf uur mag de tank weer worden gebruikt en wanneer het schip weer recht ligt kan het zijn reis vervolgen naar de losbestemming. Daarna gaat het schip naar de werf.
