In Leidsche Rijn zijn bij het uitgraven van de Vikingrijn, twee bijzondere vroegmiddeleeuwse schepen gevonden. Een ervan, een opgeboeide boomstamkano, stamt uit circa 750 na Christus. Het andere schip, een rivieraak, is naar schatting 200 jaar later in de vaart gekomen.
(foto E.J.Bruinekool Fotografie)
De schepen lagen in de rivierbedding van de middeleeuwse Rijn. De Vikingrijn die in het Leidsche Rijn Park wordt uitgegraven, volgt voor een belangrijk deel de rivierloop zoals die van ver voor onze jaartelling tot de 12e eeuw voerde van Wijk bij Duurstede via Utrecht naar de Noordzee.
Nog nooit aangetroffen
“Het is of je een unieke stap maakt in de geschiedenis”, vertelt gemeentelijk archeoloog Herre Wynia. “Een schip uit circa 750 na Christus is nog nooit in Nederland aangetroffen. Zelfs als we verder kijken dan onze landsgrenzen is dit heel bijzonder.”
“Het tweede schip is eveneens van grote historische betekenis. Het dateert uit de periode dat de Vikingen net over de Rijn zijn gedenderd en de handel weer toeneemt doordat de rivieren weer veilig zijn. De welvaart van Utrecht in die periode, en ook nu nog, heeft alles te maken met de scheepvaart.”
Gezonken
Hoewel het schip uit circa 956 na Christus niet het oudste is, is maritiem archeoloog Martijn Sanders juist van dit schip het meest onder de indruk. ‘Het is waarschijnlijk tijdens de vaart vergaan en niet afgedankt. Dat vermoeden wij omdat het nog in uitstekende conditie verkeert en vrijwel compleet is. Het is zo goed bewaard gebleven dat vrijwel alle details behouden zijn. Je kunt zelfs de sporen van de scheepstimmerlieden en de slijtage van de roeiriemen nog duidelijk zien op de roeidol.”
Lees het volledige artikel in De Binnenvaartkrant van 14 september.
(Evert Bruinekool)
