In deze tweede aflevering wil ik ingaan op de voorschriften die werden gebruikt voor de afgifte van het certificaat voor het mts Argonon.
Omdat er momenteel nog geen enkele regelgeving voor het gebruik van een andere brandstof dan dieselolie voorhanden is, is het van het grootste belang dat men gebruik maakt van de kennis die er nu reeds is bij de deskundigen die een dergelijk traject hebben doorlopen. Dit om verschillen in interpretatie van de voor de zeevaart beschikbare voorschriften te voorkomen.
De praktijk heeft geleerd dat het dan nog geen gelopen race is. Omdat het ook voor de delegaties in Straatsburg een nieuw fenomeen is, willen ze er niet alleen alles van weten, maar hebben ze ook vaak een eigen mening over het gebruik van veiligheidsmaatregelen.
Dit hebben de onderhandelingen voor de Argonon en de nieuw te bouwen schepen voor Interstream Barging wel aangetoond. Van groot belang is ook te weten dat de tot nu toe afgegeven gelijkwaardigheden zijn afgegeven voor tankschepen. Deze schepen voldoen reeds aan een groot aantal veiligheidsmaatregelen die op een drogeladingschip niet aanwezig zijn. Dit heeft vooral betrekking op de elektrische installatie, maar ook de plaats van de opslagtank en de ventilatie zijn in deze belangrijk.
Omdat het gas een gevaarlijke stof is, en hoewel er veel veiligheidsmaatregelen worden getroffen om het te voorkomen, moet er toch rekening mee worden gehouden dat er wel eens gas kan ontsnappen. Hiervoor moeten de nodige maatregelen worden getroffen. Aan boord van een tankschip is dit eenvoudiger doordat daar reeds veel maatregelen op basis van de voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen zijn genomen. Denk hierbij aan de zone-indelingen en de daarbij behorende maatregelen.
Zo is onder andere van belang waar de opslagtank zich bevindt, hoe het gas in de machinekamer naar de motoren wordt geleid en hoe de ventilatie is uitgevoerd van de ruimten waarin zich gas bevindt. Bij de ventilatie moet niet alleen worden gedacht aan de ventilatie van de machinekamer maar ook van een ruimte waarin de opslagtanks zijn opgesteld als deze zich onderdeks bevindt.
Ook van belang is waarheen de ventilatielucht van dergelijke ruimten wordt geblazen. Daarin kan zich gas bevinden en er moet dus een veilige zone worden gecreëerd.
Al met al zal er dus een gedegen plan moeten zijn alvorens men gaat bouwen. Een ieder weet dat het eenvoudig later aanpassen van een schip niet een, twee, drie mogelijk is. Dit nog afgezien van de dan te maken extra kosten. En omdat, zoals ik al heb gezegd, er momenteel nog geen duidelijke voorschriften voorhanden zijn is het heel verstandig hierbij te rade te gaan bij de deskundigen die hiermee te maken hebben gehad.
Omdat het te ver voert om in kort bestek alle eisen waaraan moet worden voldaan hier op te sommen toch een kleine bloemlezing van punten waaraan moet worden gedacht.
Om te beginnen bij de opslagtank. Deze moet geschikt zijn om het vloeibare aardgas (LNG) te kunnen bevatten en vooral om de temperatuur te kunnen behouden. Deze bedraagt zoals waarschijnlijk bekend is -162 °C. Een eenvoudige tank zal het dus niet worden.
Verder is de plaats van de tank van belang. Dit in verband met het gevaar van aanvaringen. Ook moeten er maatregelen worden genomen om te voorkomen dat het koude aardgas in contact komt met het normale scheepsbouwstaal. Dat kan er eenvoudig gezegd slecht tegen en zal bros worden.
Om van het vloeibare aardgas gasvormig gas te maken is een warmtewisselaar noodzakelijk. Ook de plaats hiervan is van groot belang. Dan wordt dit gas naar de motoren geleid en er moet rekening worden gehouden met het feit dat er eventueel gas kan vrijkomen. Om dit te voorkomen zijn vele mogelijkheden voorhanden, maar als er toch gas in de ruimte waar de motoren staan opgesteld vrijkomt moet het worden verwijderd. Dit kan alleen maar door voldoende ventilatie. Hiervoor zal dan ook een berekening moeten worden overlegd.
Dit zijn nog maar een paar voorbeelden van maatregelen waaraan moet worden gedacht. Als het plan voor het schip aan al deze eisen voldoe,t moet er ook nog worden gedacht aan een opleiding voor de bemanning en een procedure voor het bunkeren. Zoals u ziet is het al met al niet eenvoudig.
Hebt u meer vragen of wil u eens een gesprek met een deskundige die dit allemaal al heeft doorlopen, dan kunt u mij bereiken via de redactie van de Binnenvaartkrant. Ik help u graag verder.