Met een jaar vertraging, door vervoersproblemen van het casco vanuit China, werd onlangs de tanker SA in de vaart genomen. De SA is het tweelingzusje van de Pamela, die vorig jaar van de werf kwam bij VeKa Bijlsma in Lemmer. Wel een tweelingzus, maar niet eeneiig, want in de uitvoering zitten enige verschillen.
De SA is de tweede in een serie van vijf (drie van 86 meter en twee van 110 meter) die wordt gebouwd door een opmerkelijk samenwerkingsverband van vier partijen. Schipper Leon van Oosterhout, de broers Bas en Jacco van der Straaten (beide eigenaar van Van der Straaten’s Assurantiekantoor in Werkendam), directeur Peter Versluis van scheepsbouwer VeKa en Ad van Berchum vinden elkaar in de bouw van deze serie.
Het is niet hun eerste samenwerkingsverband; enkele jaren geleden werkten zij voor het eerst samen in project Currency & Connect, het gesubsidieerde proefproject met twee in de lengte gekoppelde 110-meterschepen die voeren met een losse kop. Nadat het project succesvol was afgesloten gingen de schepen Currency en Connect het reguliere transport in en gingen de betrokken ondernemers ieder huns weegs.
Uitdaging
Nu hebben de vier hun lot weer aan elkaar verbonden in dit project. “Het komt op je pad, het is een uitdaging”, vertelde Van Oosterhout eerder, ter gelegenheid van de oplevering van de Pamela. Zelf is hij kapitein-eigenaar van de 86-meter lange rvs-tanker Newton.
De SA gaat tegen garantieprijs in bevrachting bij Jaegers Shipping in Rotterdam, de bevrachter met wie de vier vennoten ook al samenwerkten in het project Currency & Connect.
De Pamela en de SA verschillen op een paar punten van elkaar. Zo is de SA niet voorzien van een Heatmaster-ketelinstallatie en zijn er zes Marflex-deepwellpompen aan boord te vinden in plaats van de Bornemann wormpomp waarmee de Pamela is uitgerust. “Het is niet de bedoeling dat de SA met zware olie gaat varen”, legt afbouwbegeleider Peter Koopmans van VeKa Shipbuilding uit.
Net als de Pamala wordt de SA aangedreven door een 1000 pk sterke Caterpillar C32. Cummins-hulpmotoren, geleverd door De Ruyter Dieseltechniek, drijven de Van Wijk-boegschroef aan.
Het casco van de SA werd gebouwd in China in opdracht van VeKa, evenals die van de Pamela en nummer 3, de Galiya. De SA en de Pamela meten 86 bij 9,60 meter. De reden voor de bouw van deze relatief kleine schepen was de behoefte aan dubbelwandige capaciteit op de Duitse kanalen, een segment waarin nog veel enkelwandig vaart.
De SA is, net als de Pamela, afgebouwd op de landtong van VeKa Bijlsma in Lemmer. (foto’s Jan Johan ten Have)
Flexibel
Qua inrichting worden de drie 86-meter tankers vrijwel volledig identiek, zowel de woning als het stuurhuis. “Je bent dan bijzonder flexibel qua inzet van personeel”, zegt Van Oosterhout. “De medewerkers stappen aan boord van een zusterschip waar ze nog nooit zijn geweest, maar kunnen wel meteen alles vinden en probleemloos aan de slag.”
De SA – en ook de Pamela – is afgebouwd op de landtong van VeKa Bijlsma, die nu zo’n anderhalf jaar in gebruik is als afbouwlocatie voor binnenvaartschepen. De hal met achterliggende pier zijn sindsdien voorbehouden aan de zeevaart. De landtong biedt ruimte aan negen binnenvaartschepen.
Op papier is er sprake van één bedrijf, maar in de dagelijkse praktijk werken beide werfonderdelen met onafhankelijke bedrijfsvoeringen. Voor wat betreft de binnenvaart kan de VeKa Groep volgens Koopmans nu nog zeker anderhalf tot twee jaar vooruit: “We hebben nog zo’n vijftig schepen in opdracht liggen. Het merendeel zijn tankers, uiteraard in verband met de aankomende dubbelwandigheidseisen.”
Jongert
De Veka Groep bouwt momenteel voor het eerst ook een tanker af in Wieringerwerf. Op vde oormalige jachtwerf Jongert wordt een 110-meter tanker klaargemaakt voor ingebruikname. Het schip krijgt ter gelegenheid van de afbouwprimeur als naam Jongert mee.
(Jan Johan ten Have)