Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) wil geen gevolg geven aan de motie van VVD, SGP, ChristenUnie en BBB om “de uitzetting van schipperskinderen” te stoppen. Hij ontraadt de motie, schrijft hij in een reactie.
Het gaat om de voorgenomen sluiting van vier internaten: Prinsenvaart in Maasbracht, Prins Hendrik in Nieuwegein, Het Kompas in Lemmer en Koningin Juliana in Terneuzen. Stichting Meander ziet zich daartoe genoodzaakt door het teruglopende aantal bewoners en de oplopende kosten.
De motie werd ingediend door Daniel Koerhuis (VVD), samen met zijn partijgenoot Jacqueline van den Hil, Chris Stoffer (SGP), Stieneke van der Graaf (ChristenUnie) en Caroline van der Plas (BBB). Zij stelden dat “de opvang van schipperskinderen is vastgelopen in procedures van VWS”.
“In gesprek”
Dat bestrijdt Van Ooijen: “Voor de gehele sector zien we een ontwikkeling dat het aantal schipperskinderen in de loop van de tijd gedaald is, met de bijbehorende dilemma’s. Dit raakt met name een van de stichtingen voor schippersinternaten en met deze stichting ben ik dan ook intensief in gesprek.” Dat is Meander.
Daarnaast heeft KPMG in opdracht van de staatssecretaris onlangs onderzoek gedaan naar de normbedragen van de subsidieregeling opvang kinderen van ouders met trekkend/varend bestaan. Daarin staan verschillende scenario’s voor aanpassing van de subsidiehoogte.
“Deze maand voer ik hierover nog het gesprek met beide stichtingen voor schippersinternaten en het Landelijk Oudercontact voor de Trekkende beroepsbevolking (LOVT). Besluitvorming hierover vindt na de zomer plaats. Ik wil niet vooruit lopen op de uitkomsten van de gesprekken en de besluitvorming over het KPMG onderzoek na de zomer. Ik ontraad dan ook de motie.”
Claimrecht
Tijdens het 2-minutendebat over het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport op 6 juli vroegen de Kamerleden de regering via de motie om de “uitzetting van schipperskinderen” tegen te gaan en de problematiek in kaart brengen – eventueel door daarvoor een commissie in het leven te roepen.
Dat zou onder meer duidelijk moeten maken wat de invloed is van het economisch claimrecht: als Stichting Meander een gebouw verkoopt dat destijds (deels) met geld van de overheid is gekocht, moet er een vergoeding aan de staat worden terugbetaald. “Dit betekent echter niet per definitie dat Meander niet kan verhuizen naar kleinere, passendere opvanglocaties”, had Van Ooijen al eerder geantwoorde op Kamervragen. “Het Ministerie van VWS verstrekt immers subsidie voor eigendom of huur van gebouwen op basis van het aantal schipperskinderen.”
Koerhuis, Van den Hil, Stoffer, Van der Graaf en Van der Plas willen dat de regering met oplossingen komt, “waarbij de schipperskinderen vooropstaan”. Vooral omdat zij “extra kwetsbaar zijn”.
