CBRB en Kantoor Binnenvaart zijn het eens geworden over de besteding van de overwinsten uit de Nationale Nederlanden-verzekering. Daarmee is een belangrijk obstakel voor de totstandkoming van één gezamenlijke belangenvertegenwoordiging uit de weg genomen.
Het conflict was hoog opgelopen. Nadat Nationale Nederlanden geld van het mantelcontract met de voormalige koepelorganisatie Binnenvaart Nederland had teruggestort, ontstond tussen de organisaties een felle discussie over de verdeling ervan. Deze discussie leidde uiteindelijk tot een rechtszaak van CBRB tegen KB, die een werkelijke samenwerking tussen de organisaties steeds dwarsboomde.
Akkoord
Afgelopen juni werd besloten gezamenlijk te onderzoeken "of een basis zou kunnen worden gevonden om zo veel mogelijk van deze gelden in te zetten voor de toekomst van een brede binnenvaart". Afgelopen maandag berekten de organisaties een akkoord. Op basis daarvan is besloten om seponering van de rechtszaak te vragen.
"Een nieuwe entiteit zal het beheer over de beschikbare gelden gaan voeren. Een gezamenlijk bestuur zal het beleid bepalen omtrent aanwending van de gelden."
Dit bestuur zal bestaan uit de voorzitters van CBRB en KB, onder onafhankelijk voorzitterschap van Rinus de Korte, de voorzitter van de werkgroep varende ondernemers CBRB-KB. Arie Kraaijeveld, voorzitter van het Transitiecomité, wordt uitgenodigd als adviseur.
Nachtmerrie is voorbij
De beide organisaties stellen in een gezamenlijke verklaring zeer gelukkig te zijn met deze uitkomst. “De nachtmerrie van die permanente splijtzwam in de binnenvaart is voorbij. We kunnen nu eindelijk samen, écht samen, gaan strijden voor versterking van de binnenvaart. Nederland heeft ons nodig; we kunnen ze nu eensgezind uitleggen waarom!” Aldus KB-voorzitter Roland Kortenhorst.
Voorzitter Pieter Struijs van het CBRB stelt: ”Dit heeft te lang geduurd. We kunnen ons nu weer gezamenlijk richten op een sterke binnenvaart: een betrouwbare, duurzame en professionele vervoersmodaliteit. Dit kan nog sterker als meer ondernemingen zich organiseren bij één van onze brancheorganisaties. Ik roep hiertoe nogmaals op in ons gezamenlijk belang."
