De totale kosten voor de uitvoer van de overgangsbepalingen 2010 van de CCR-maatregelen bedragen per schip gemiddeld 16.325 euro. Dat blijkt uit een onderzoek door de Inspectie Verkeer en Waterstaat en het binnenvaartbedrijfsleven. Duidelijk was dat voor alle schepen de kosten aanzienlijk boven de 2.500 euro uitkomen, zodat veel schepen gebruik zullen maken van de crisismaatregel om een plafond van 2.500 euro aan kosten te stellen.
De overgangsbepalingen om te kunnen voldoen aan de CCR-regels zijn opgenomen in het Reglement Onderzoek Schepen op de Rijn (ROSR). Het onderzoek van V&W en de bedrijfstak betreft overigens meer een steekproef dan een representatief onderzoek, want niet meer dan tien schepen werden bezocht, wel van vijf verschillende categorieën. Toch luidt de conclusie van de onderzoeker dat een aanzienlijk deel van de Nederlandse vloot een beroep zal doen op het ingestelde plafond.
16.235 euro
Het onderzoek werd op alle schepen door dezelfde persoon gedaan, zodat in alle gevallen dezelfde uitgangspunten werden gehanteerd. Dat was ing. R.H. Klaver, senior expert/adviseur bij IVW afdeling Scheepvaart. Hij kwam tot de conclusie dat het gemiddelde aantal uit te voeren overgangsbepalingen voor 2010 bijna zes is op een totaal van 34 overgangsbepalingen.
Hij vroeg na de inspecties aan iedere eigenaar of die de kosten wilde schatten van de opgegeven overgangsbepalingen 2010. De gemiddelde totale kosten van 16.325 euro was dus op basis van een schatting, maar een aantal bedragen werd niet ingevuld. Dus valt het bedrag waarschijnlijk nog hoger uit. De schatting van de eigenaren was altijd hoger dan 2500 euro.
‘Laat een inspecteur komen’
Secretaris Lijdia de Groot van het CBRB beijvert zich er al enige tijd voor dat schippers die willen weten waar ze aan toe zijn, een inspecteur vragen om aan boord te komen kijken wat er moet gebeuren. “Er wordt in het gangboord zoveel over gesproken, maar je weet pas wat er aan de hand is als je het zelf laat toetsen.” Het zou volgens Lijdia de Goot tijd worden dat die hardheidsclausule wordt beproefd. “Dan weten we of het werkt. Dan komt er misschien ook een einde aan de scepsis die erover heerst.”
Het aan boord laten komen van een inspecteur, kost tussen de 200 en 300 euro.
Procedure
De procedure van IVW hoe schippers zich kunnen aanmelden om gebruik te maken van de hardheidsclausule is te vinden op de website van de Inspectie.
Klaver raadt de minister af om voor te stellen om overgangsbepalingen te schrappen. “De regelgeving is Europees vastgesteld en wijzigingen hebben een doorlooptijd van minimaal 2 jaar nodig.” Bovendien waarschuwt hij dat de schepen die wel al aanpassingen hebben laten uitvoeren de gemaakte kosten op de wetgever zouden kunnen gaan verhalen.
Hij vermeldt tevens de mogelijkheid voor een scheepseigenaar om bij de eerste certificaatvernieuwing na 1 januari 2010 over te stappen van zijn Rijncertificaat naar een communautair binnenvaartcertificaat voor binnenschepen met een vaargebied zonder de Rijn. Daarmee wordt het moeten voldoen aan de overgangsbepalingen uitgesteld van 2010 naar 2024.
Nog niemand heeft een beroep gedaan op de hardheidsclausule
Behalve het nu ingestelde plafond van 2.500 euro kennen de overgangsbepalingen van de CCR- regels altijd al een hardheidsclausule. Als het om onuitvoerbare maatregelen gaat of dat het de schipper op onevenredige kosten jaagt, kan een ontheffing worden verleend. “Er wordt wel gezegd dat de schipper vervangende maatregelen moet treffen, maar dat staat niet in de wet. Als je een alternatief hebt – bijvoorbeeld een milieuvriendelijk vet gebruikt om de schroefas te smeren – dan werkt dat zeker in je voordeel bij de beslissing om een ontheffing te verlenen, maar het staat nergens.”
Voor zover bekend is er nog niemand die van de hardheidsclausule gebruik heeft gemaakt. Een woordvoerder van Verkeer & Waterstaat stelt dat het nog te vroeg is om daar mededelingen over te doen.
