De bouw van het nieuwe zand- en grindschip ms Hydra (86 x 9,50 meter met een ijk van 3,25 meter) is een anticyclische investering van vof Hydra, een samenwerkingsverband van Hoekstra Binnenvaarttransport en Droog. “Zeker, we roeien tegen de stroom in, maar het is nu een gunstige tijd om te investeren. Hoewel het uiteraard een woelige markt is”, zegt Frederik Hoekstra van Hoekstra Binnenvaarttransport. Daarom investeerde Hoekstra de afgelopen tijd ook in zijn overige drie schepen.
(foto Jans Oldenbeuving)
“We hebben ons voor deze uitbreiding eerst op de markt van gebruikte schepen georiënteerd, maar kwamen al snel tot de conclusie dat nieuwbouw voor ons een gunstiger optie was”, vertelt Hoekstra. Voor de nieuwbouw kwam vof Hydra bijna vanzelfsprekend terecht bij scheepswerf H. Poppen Zwartsluis BV.
“Wij zijn bij deze werf kind aan huis sinds we in 1996 het omgebouwde sleepschip de Ariki – omgedoopt tot De Vlijt – kochten”, gaat Hoekstra verder. “Van dat 77 x 8,02 meter schip lieten wij op deze werf de gangboorden verhogen en de kruiplijn verlagen, zodat we ermee op alle Europese, voor dit formaat toegankelijke, binnenwateren konden varen. Sindsdien doet Poppen voor ons bijna al het onderhoud en aanpassingswerkzaamheden.”
Samenwerking
Over de samenwerking is Hoekstra bijzonder tevreden: “Poppen werkt bijzonder netjes en vooral ook erg snel. Toen wij in 2008 ons schip De Vlijt hier met 6 meter lieten verlengen, konden we op de elfde werkdag na de drooglegging weer laden, ongekend snel.” En over de Hydra: “Van de kiellegging tot de bovenkant van de onderkuip van het stuurhuis week de totale hoogte precies 4 millimeter af van het algemeen plan. Zo strak kan deze werf dus bouwen. De tekeningen waren zeer nauwkeurig en de werf heeft een gouden ploeg vakmensen die het werk tot bijna in perfectie uitvoeren.”
Ook Poppen is lovend over de samenwerking: “We kennen elkaar inmiddels zo goed dat we aan een half woord genoeg hebben. En onze denkwijzen over hoe je moet bouwen stroken met elkaar.”
De Hydra is volledig gebouwd en afgebouwd bij Scheepswerf Poppen, inclusief het snijden en voorbewerken van het staal. Het ontwerp kwam voor rekening van Poppen in nauwe samenwerking met scheepsbouwkundig ontwerp- en adviesbureau Gaastmeer Design. Basis van het ontwerp is het ms Leon van Leon van Dijk, na de vervanging van het voorschip in 2007 en het achterschip in 2010. “Beide schepen hebben dezelfde onderwaterlijnen”, zegt Martin Poppen namens de werf.
Strokend
Over de lijnen van het schip zijn Poppen en Hoekstra beide zeer te spreken. “Optisch is het een luxe, strokend model”, zegt de werfeigenaar. Hoekstra vult aan: “En toch is het juist een puur functioneel schip met weinig overbodige luxe.”
(foto Jan Johan ten Have)
Vanwege de beoogde inzet van het drogeladingschip voor transport van zand en grind zijn er goten onder de vloer van het ruim aangebracht met daarin filterbuizen om lekwater te kunnen verpompen. Het legen van de vergaarbakken van dit lekwater is volledig geautomatiseerd. Verder is het schip voorzien van een hydraulisch neerklapbare buitenreling.
Voor Hoekstra was de bouw van de Hydra de eerste volledige nieuwbouw. Hij was vooral erg content met het 3D-model dat Gaastmeer maakte op basis van de tekeningen: “Dan krijg je een heel realistisch beeld van het uiteindelijke resultaat. Op basis van dat model hebben wij nog verscheidene aanpassingen kunnen doen die het uiteindelijke resultaat ten goede kwamen.”
Ook tijdens het bouwproces voerde de werf op aangeven van Hoekstra nog een aantal aanpassingen door. Poppen: “Bij ons krijgen de scheepseigenaren veel ruimte voor hun eigen inbreng. Daarin gaan wij behoorlijk ver.” Dat beaamt Hoekstra: “De flexibiliteit is groot. Zelf als ik eens iets veranderd wilde hebben wat al klaar was, deed Poppen daarover helemaal niet moeilijk. Dat vind ik echt een grote meerwaarde ten opzichte van een kant-en-klaar buitenlands casco.”
Loopbaan
Voor Hoekstra was dit – zoals gezegd – het eerste nieuwbouwproject in zijn ruim 20-jarige loopbaan als zelfstandig schipper in de binnenvaart. In 1991 kocht hij zijn eerste schip, het 239-tons beunschip dat hij omdoopte tot De Vlijt en waarmee hij in Friesland voor de zand- en grindhandel van de familie voer. “Op mijn 21e begon ik, op 1 april. Ik had op dat moment nog niet eens mijn papieren, maar mijn vader zei: ‘Ze controleren hier op de Dokkummer Ee toch niet’. Hij kreeg gelijk, ik voer zonder problemen enkele maanden totdat ik in juni de benodigde papieren bemachtigde. Dat hoef je tegenwoordig echt niet meer te proberen.”
Hoekstra verruilde de 239-tonner twee jaar later voor een 588-tonner van Heager & Schmidt, die wederom tot De Vlijt werd omgedoopt: “Ik ging internationaal varen, wilde de vrije handel in.” Dat beviel goed en dus kocht hij in 1996 de Ariki, het schip waarmee hij voor het eerst bij scheepswerf Poppen terechtkwam.
(foto Jan Johan ten Have)
Toen in 1999 zijn zoon naar school moest en zijn vrouw daarom aan de wal ging, liet Hoekstra de internationale vaart achter zich en keerde hij terug in het zand en grind. Hij sloot zich aan bij de Coöperatieve Zandschippers Bond (CZB) en belandde al snel in de raad van bestuur van deze bond.
Een jaar later kocht Hoekstra er een ‘oud’ overslagschip bij. Hij zette personeel op De Vlijt. Het overslagschip noemde hij Risico. “Inderdaad een uitdagende naam”, beaamt hij. Het risico bleek niet te groot, de aanslag op de bedrijfsvoering wel en dus verruilde hij de Risico een jaar later voor de 1088-tonner Anita.
In 2005 veranderde er veel. Hoekstra besloot de CZB achter zich te laten en de transportvolumes voortaan zelf aan te nemen. Ook deed hij zijn schip De Vlijt van de hand om deze – inmiddels omgedoopt tot Farber – samen met een compagnon voor 50 procent terug te kopen. Voor eenzelfde deel (25 procent dus) werd hij eigenaar van de Christina. In 2010 verkochten Hoekstra en zijn compagnon hun aandelen aan de kapiteins/mede-eigenaren. Wel kocht Hoekstra in 2005 nog een 80 x 9,50 meter schip. In 2008 deed hij de Anita van de hand voor de Immanuel van de familie Vlieger (105 x 9,00 meter).
Na een probleemloze proefvaart vertrok het schip eind oktober uit Zwartsluis voor de maidentrip, van de Benedenrijn naar de Randstad.
(Jan Johan ten Have)