- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsSamen bouwen aan binnenvaartonderwijs nieuwe stijl

Samen bouwen aan binnenvaartonderwijs nieuwe stijl

- Advertentie -

Delen

Volgend schooljaar wordt in de praktijk getest met het eerste nieuwe lesmateriaal voor de binnenvaartscholen. Dat zegt programmamanager Frans van Weert van Wereld van de Binnenvaart. Hij is volop bezig met het ontwikkelen van de nieuwe opzet en lesstof.

Het is het eerste tastbare resultaat van het project Toekomstbestendig Beroepsonderwijs Binnenvaart. Daarvoor werd vorig jaar subsidie toegekend door het Regionaal Investeringsfonds mbo. De officiële start was 1 juli 2023.

Het project draait onder de vlag van Nova College; dat was formeel de aanvrager van de subsidie. Maar álle binnenvaartscholen en ook ASV, KBN, Wereld van de Binnenvaart en ruim twintig binnenvaartbedrijven werken erin samen. Het doel is het beroepsonderwijs voor de binnenvaart op de praktijk aan te passen en klaar te maken voor de toekomst. De scholen in de binnenvaart hebben afgesproken om met elkaar dezelfde methodiek en hetzelfde (les)materiaal te gebruiken.

Eerste nieuwe lesmateriaal voor matrozen wordt volgend schooljaar in praktijk getest

Afgelopen najaar zijn verspreid door het land drie bijeenkomsten geweest waar mensen uit de sector konden aangeven wat hun wensen en ideeën zijn. “Het gaat vooral om het hóe van opleiden. We wilden van schippers en rederijen horen hoe we de methodiek en het (les)materiaal passend kunnen te maken op de huidige en de toekomstige stand van zaken aan boord”, vertelt Frans van Weert. Namens Wereld van de Binnenvaart treedt hij op als projectmanager.

Na de zomer begint het testen van de lesstof voor het eerste jaar van de matrozenopleiding. “Dan breekt de praktijktestsituatie aan: het uitproberen van de nieuwe methodieken. Dat doen we samen met de leerlingen aan boord: hoe ervaren zij het? En we gaan ook zeker de praktijkopleiders – de schippers dus bij wie de jongeren aan boord komen werken – vragen: ‘Zitten we op het goede spoor?”

Ondertussen wordt dan gewerkt aan het materiaal voor het tweede leerjaar. “En zo verder. Dan begint ook het traject voor opleidingen tot schipper en kapitein. Op die manier benutten we de hele projectperiode. In die tijd nemen we alles onder de loep en vernieuwen we alles wat beter kan.”

Nieuwe technieken

De aanpak gaat langs drie hoofdlijnen: aandrijftechnieken aan boord, digitalisering en apparatuur en begeleiding van studenten en praktijkopleiders. De techniek verandert snel en dat heeft gevolgen voor hoe daar aan boord mee omgegaan wordt.

Van Weert: “Er gebeurt natuurlijk van alles, denk alleen al aan de vergroening via nieuwe aandrijftechnieken en brandstoffen. Maar tegelijkertijd zie je dat er anders wordt omgegaan met bijvoorbeeld de motoren. In het verleden moest je een motor zelf kunnen repareren onderweg. Dat zie je helemaal veranderen: de leverancier monitort de motor nu op afstand en belt de schipper: ‘Joh, leg hem even stil, want er zit een probleem aan te
komen en dat los je zo op. Het onderwijs gaat dan meer van inhoudelijke en technische kennis naar gebruikskennis. Dat is waar we bij dit project steeds naar zoeken: welke consequenties heeft het voor het onderwijs?”

Praktijkopleiders

De tweede hoofdlijn, digitalisering, speelt met name in de stuurhut. “Het gebruik van allerlei apparatuur die bij het varen helpt; de instrumenten. Daar moet je mensen ook gericht voor opleiden. Met bijvoorbeeld meer aandacht voor monitoring: als je een metertje ziet bewegen, moet je ook weten wat het betekent en wat je moet doen. Bij de ene is het ernstig, en bij de andere valt het allemaal wel mee.”

Bij de hoofdlijn begeleiding en communicatie draait het om de menselijke factor. “Maar ook de omschakeling van papieren stageboeken naar digitale oplossingen. Dat ligt voor de hand, toch? Maar hoe doe je dat precies? En hoe zorg je ervoor dat het voor iedereen een werkbaar systeem is. In dat communicatieverhaal zit ook besloten hoe je de praktijkopleiders aan boord ondersteunt. Ook daar is digitaal wellicht een oplossing. Je kunt wel allerlei trainingen op de scholen organiseren, maar dat is gegeven de vaarschema’s van de schippers nogal een gedoe.”

Van boord gezet

Een onderwerp dat in de praatsessies met mensen uit de praktijk naar voren kwam, is het omgaan met mobiele telefoons, vertelt Van Weert. “Ook schippers moeten leren om te gaan met andere behoeftes van de jeugd. Ik hoor verhalen dat als een leerling zijn telefoon pakt, hij bij de eerste de beste steiger van boord wordt afgezet. Omdat het de schipper niet zint. Dat is het ontkennen van iets wat een integraal onderdeel is van deze maatschappij. We kunnen niet meer zonder telefoon.”

“Aan de andere kant zijn er ook situaties aan boord waarin het veel te gevaarlijk is om een telefoon te gebruiken. Dat was ook een thema dat in de discussies vaak voorkwam: meer aandacht voor veiligheid en veilig werken. Kijk, bij het laden of lossen op een tanker moet je niet met een telefoon aan dek gaan staan.”

Modules

Er is veel aandacht voor het toekomstbestendig maken van het lesmateriaal. “Het gaat erom het onderwijs zo flexibel in te richten dat je niet over vijf jaar weer opnieuw moet beginnen. Bij aandrijftechniek kun je van alle andere technieken dan diesel modules maken. Dan kun je met betrekkelijk snelle reactietijd, als er iets nieuws in opkomst is, een extra module maken. Dan hoef je niet alles te vervangen en blijf je up-to-date.”

De bedoeling is dat Van Weert en de anderen die aan het project werken regelmatig hun oor te luister leggen bij de deelnemende bedrijven. “Die zien we als samenwerkingspartners. We zullen hen steeds vragen: ‘Jongens, hoe kijken we erop terug en hoe komen we vooruit? Maar laten we het vooral samen doen. Dat is een van bonus­opbrengsten van dit project: als branche doen we het veel meer samen.”

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -