De inspanningen van de provincie Overijssel om goederenvervoer over water te stimuleren hebben nog niet geleid tot concrete resultaten, dat concludeert de Rekenkamer Oost-Nederland in het onderzoek De vaart er in houden. In de periode 2010-2015 is het aandeel van lading over water in Overijssel gedaald van 16 naar 12 procent. Vervoer over de weg groeide van 81 naar 86 procent.
De Rekenkamer Oost-Nederland (de rekenkamer voor de provincies Gelderland en Overijssel) stelt wel de vraag of het redelijk is nu al positieve resultaten te verwachten. De investeringen dateren van recente jaren. “Maar om de vruchten van de inspanningen te kunnen plukken zijn er wel enkele aandachtspunten.”
Overijssel wil meer goederen laten vervoeren over water om zo de toenemende drukte op de weg te beperken en het leefmilieu in stedelijk gebied te verbeteren. Daartoe investeerde de provincie in het opwaarderen van het Kanaal Almelo-De Haandrik tot 700 ton en het programma Goederenvervoer over water.
Geen extra lading over water
In 2009 maakten Gedeputeerde Staten 7,2 miljoen euro extra vrij voormaatregelen om het Kanaal Almelo-De Haandrik toegankelijk te maken voor van schepen van 700 ton. Dat was 600 ton. Het bedrag kwam bovenop de 11,7 miljoen euro aan regulier beheer en onderhoud voor het kanaal.
“In de praktijk heeft dit nog niet tot meer goederenvervoer over het kanaal geleid”, stelt de Rekenkamer Oost-Nederland vast. “De opwaardering van het kanaal is weliswaar pas voltooid in juli 2016, maar het is de vraag of er een groei zal plaats vinden.”
Opwaarderen naar 1.000 ton
Uit het onderzoek blijkt dat het besluit om op te waarderen tot 700 ton niet goed onderbouwd is. De – door het bedrijfsleven gewenste – variant om het kanaal te vergroten tot 1.000 ton, ten onrechte niet serieus is bekeken. De Rekenkamer: “Die variant was duurder, maar zou naar verwachting een grotere verschuiving van weg naar water hebben opgeleverd en ook aansluiten op de capaciteit van het kanaal in het Drentse deel.” En dan is er ook nog en spoorbrug in de provincie Drenthe, die een knelpunt vormt
De Rekenkamer beveelt aan om de kosten en baten van de opwaardering van het kanaal naar 1.000 ton alsnog te onderzoeken en dat af te stemmen met andere overheden, waaronder de provincie Drenthe. Daarmee kan het gebruik van het kanaal alsnog verbeteren.
Lange adem
In 2012 heeft de provincie 8 miljoen euro beschikbaar gesteld voor een programma om goederenvervoer over water te stimuleren. Dat moest via drie pijlers gebeuren: beter benutten, netwerkvorming en duurzaamheid. In die laatste pijler was er onder meer subsidie voor binnenschepen om te vergroenen.
Het programma loopt nog tot 1 januari 2018. De Rekenkamer is van mening dat het stimuleren van goederenvervoer over water een zaak van lange adem is. Die vraagt daarvoor aandacht omdat stimulering van goederenvervoer over water na dit jaar niet meer in het provinciaal beleid voorkomt. Het programma wordt na 1 januari 2018 onderdeel van een breder logistiek kader.