De familie Booij uit Hardinxveld vervoerde met haar schip Lingepoort tarwezetmeel en een tarwegistconcentraat voor het bedrijf Bonda, dat onderdeel is van Agrifirm. De hoge zuurgraad van de producten bleek in de loop der jaren zeer slecht voor het staal. Het schip werd verkocht en de Lloydkade van Maaskade uit Zwijndrecht werd aangekocht. Met Concordia Shipbuilding werd afgesproken het schip van 110 x 10,50 meter te voorzien van een nieuw dubbelwandig middenschip met vijf duplex tanks (totaal 1900 kuub) en voorzien van nieuw RVS leidingwerk, kranen en pompen (capaciteit 1 x 350 kuub/uur, 1 x 200 kuub/uur). Concordia gunde de ombouw/verbouw aan scheepswerf Jooren, die de RVS-tanks liet bouwen bij Peter Tinnemans in Maasbracht. Na de ombouw heeft het schip een lengte van 86 meter en werd het door de familie Booij omgedoopt tot mts Maaspoort.
Lingepoort
Eigenaar Joop Booij was op één maand na 12 1/2 jaar zetschipper bij Van der Sluijs Tankvaart. Hij voer op de in 1963 gebouwde Lingestroom (ex-Esso 72) van 90 x 11 meter. In 2002 werd Booij eigenaar van het schip, dat hij omdoopte tot Lingepoort. “In Hardinxveld bevindt zich het afwateringskanaal van de Linge. De schepen van Van der Sluijs eindigen met stroom en daarom hebben we gekozen voor de naam Lingepoort”, is de uitleg van Joop Booij.
Zoon Wilco (29) kwam na de LTS-opleiding ook aan boord. Het jaar 2007 was voor de binnenvaart een glorietijd, alleen niet voor de familie Booij. “Op zondag varen wij uit principe niet. De raffinaderijen verwachten echter dat je constant vaargereed bent. Waar anderen overstag gingen, bleven wij zondags naar de kerk gaan. Dat betekende wel dat we bij de raffinaderijen steeds onderop de stapel bleven liggen.”
“We besloten het schip te verkopen en kregen toen een telefoontje van de directie van Bonda dat op zoek was naar een geschikt schip voor het transport van veevoeders. Ze kwamen aan boord kijken en stelden dat het schip geschikt was. Alleen moesten er een dubbele vloer en een rondpompsysteem in. Na tal van gesprekken besloten we dat te doen. Die klus was binnen zes weken geklaard door De Gerlien van Tiem in Druten. Daarna vervoerden we, nog steeds als eigenaar van de Lingepoort, van Sas van Gent en Bergen op Zoom naar Den Bosch tarwezetmeel van 40 à 45º en tarwegistconcentraat van circa 70º.”
“Na zo’n vijf jaar waren de schotten en spanten echter te veel aangetast door de hoge zuurgraad in de producten; goed voor de houdbaarheid van de veevoeders, maar slecht voor het staal.” De Lingepoort is verkocht aan RDM (Recycling Drijvend Materieel) uit Kampen, een dochteronderneming van Hoeben Metalen. Bedrijfsleider Ralf Kerkstra zegt daarover: “Grofweg gezegd kopen we alles in wat drijft voor de sloop en dat we vervolgens sorteren en/of recyclen. Als we vinden dat het zonde is om iets te slopen, dan gaan we op zoek naar een bestemming. Dat gold ook voor de Lingepoort, die we hebben doorverkocht aan een Amsterdams trainingcentrum dat er een opleidingsschip van gaat maken.”
Vervoerszekerheid
Joop Booij vervolgt zijn verhaal: “Bonda koopt de producten van Cargill en maakt er droge en vochtrijke veevoeders van. Doordat wij voor het nieuwe schip een goede vervoerszekerheid nodig hadden, is het contact met Maaskade tot stand gekomen. Het resultaat bleek na veel gesprekken op een win-win-situatie voor alle partijen uit te draaien. Wij kochten de ex-Lloydkade van Maaskade en lieten die via Concordia verbouwen, waardoor Bonda ook in de toekomst vervoerszekerheid heeft en wij kunnen via Maaskade ook andere klanten vervoerszekerheid bieden.”
(foto’s Jan Hoek)
“We wilden aanvankelijk RVS 316-tanks, maar niemand kon de zekerheid geven dat die tanks binnen tien jaar geen last zouden krijgen van de hoge zuurgraad. Daarom is gekozen voor de duplex tanks, roestvaststaal met een hoge corrosievastheid. Via Concordia zijn we bij scheepswerf Jooren terecht gekomen.”
“Zwart staal kan in mijn ogen niet samen met RVS op één werf gebouwd worden, of je moet meerdere loodsen hebben; met een mes waarmee je net kip hebt gesneden mag je toch ook direct geen vlees snijden. Kruisbesmetting noemen wij dat. Na overleg zijn de RVS tanks daarom bij Tinnemans in Maasbracht in zes secties gebouwd, aan elkaar gezet en later in twee secties per duwbak vervoerd naar Werkendam.”
“Er was weliswaar enige vertraging in de afbouw, maar we beschikken nu over een schitterend schip. Een van de weinige tankers die geschikt is voor het vervoer van de producten met een hoge zuurgraad, waarmee we de komende dertig jaar vooruit kunnen. We varen veelal op de Maas en het geeft onze band met Maaskade aan, zodat we ons schip de naam Maaspoort hebben gegeven. We zien de toekomst met dit schip met veel vertrouwen tegemoet.”
(Jan Hoek)