De nog op te richten IJsselmeeralliantie wordt het gezicht en de stem van de noordelijke havens, collectieve belangenbehartiger en gesprekspartner. De alliantie heeft als doel strategische kennis voor de ontwikkeling van achterlandhavens uit te wisselen met de grote zeehavens. In opdracht van Provincie Fryslân leidt Gert Schouwstra van AA Planadvies de oprichting van deze brancheorganisatie van noordelijke havens.
Schouwstra benaderde de noordelijke havengemeenten eind april per brief met een verzoek om zich aan te sluiten bij de alliantie. De IJsselmeeralliantie moet er staan op 1 juli, als het Europees gesubsidieerde programma Dryport ophoudt. Dryport zet in Europees verband in op verbetering van logistieke processen tussen zeehavens en het achterland.
De IJsselmeeralliantie wordt organisatorisch ondergebracht bij de Nederlandse Vereniging van Binnenhavens (NVB). De oprichtingsvergadering vindt naar verwachting plaats in juni.
Druk
De IJsselmeeralliantie moet de collectieve noordelijke havens gaan vertegenwoordigen, onder meer om ervoor te zorgen dat het achterland tijdig klaar is voor de verwachte transporttoename na de aanleg van Maasvlakte 2.
De organisatie van deze goederenstromen in de toekomst is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Met de toename van de goederenstroom via Rotterdam met naar verwachting zo’n 70 procent krijgen ook de logistieke infrastructuren en het achterland heel wat extra om de oren.
“Het is een gezamenlijk noordelijk belang om investeringsvraagstukken te kunnen beantwoorden op basis van concrete informatie’’, zegt Schouwstra. “Noord-Nederland is bijzonder geschikt om een stuk van de druk uit Rotterdam en Amsterdam weg te halen. Maar dan moet je wel concrete informatie hebben over onder meer de hardheid van prognoses en de gevolgen van de groei. Heel concreet: waar moet die 70 procent extra geografisch gezien nou eigenlijk uiteindelijk terechtkomen? Om antwoorden op dit soort vragen te krijgen, pleiten wij er in Rotterdam onder meer voor dat de haven een directeur achterland aanstelt.”
Dryport
Dryport is een drie jaar durende publiek-private samenwerking in de Interreg North Sea-regio met als doel het optimaliseren van achterlandverbindingen van zeehavens, onder meer via binnenvaart en treinshuttles. Deelnemende regio’s zijn in Nederland de gemeente Harlingen, regio Emmen-Coevorden en de provincies Drenthe en Fryslân. De Friezen focussen hierbij op stimulering van de binnenvaart, terwijl in Drenthe de focus ligt op transport over spoor. Overige deelnemers zijn Regio Västra Götaland met hoofdstad Göteborg, Napier University en SEStran in Edinburgh, Port of Felixstowe, Port of Zeebrugge en Universität Bremen. Met een programma van onder meer workshops, studies en werkbezoeken ondersteunen de Dryport-partners verbetering van logistieke stromen richting het achterland, onder meer door te kijken naar het potentieel van binnenhavens met multimodale verbindingen.
Er is gedurende Dryport een groot netwerk opgebouwd, waarbij veel noordelijke binnenhavens en de zeehavens Rotterdam en Amsterdam zijn betrokken. Provincie Fryslân gaf aan dat er ook na het stoppen van Dryport behoefte is aan een voortzetting van dit netwerk. “Want”, zo zegt Schouwstra, “het is van groot belang om de nog prille dialoog met de zeehavens voort te zetten.”
(Jan Johan ten Have)