De belangstelling voor de parlementaire avond van de Duitse binnenvaartbond BDB is dit jaar zeer groot. Ruim 190 personen hebben zich aangemeld voor de bijeenkomst op 24 november in Berlijn. Het hoofdthema, de herziening van de vaartrechten in Duitsland, is dan ook een netelig dossier.
De Duitse overheid werkt aan een nieuwe vaartrechtenwet. Het verkeersministerie geeft binnenkort opdracht voor een voorbereidend onderzoek. De sector is er niet gerust op. Er is immers nog veel onduidelijkheid over de manier waarop de vaartrechten in de toekomst worden berekend en hoe hoog ze zullen zijn. Kan de binnenvaart een kostenstijging van 20% tegemoet zien? Van 30% wellicht? Geen mens kan daar op dit moment een zinnig woord over zeggen. De toelichting die een ambtenaar van het verkeersministerie onlangs in Duisburg gaf, bracht weinig helderheid.
De tijd dringt
Enkele maanden geleden gaf het verkeersministerie nog aan een ‘adviesraad’ in te stellen om het studiewerk te begeleiden. Onder meer de BDB zou deel uitmaken van deze raad. Inmiddels lijkt de adviesraad van de baan. De Duitse binnenvaartvertegenwoordigers vragen zich af hoe ze dan wél hun stem kunnen inbrengen.
Eén ding is zeker: de tijd dringt. Als de nieuwe wet niet klaar is vóór 2018, valt de binnenvaart in de toekomst onder de nieuwe Bundesgebührengesetz, het wettelijk kader voor federale heffingen.
Volgens BDB-directeur Jens Schwanen betekent dit einde verhaal. ‘De vaartrechten zouden dan zo sterk stijgen, dat verladers hun goederen gaan overhevelen naar het spoor en de weg. We moeten er dan ook minimaal voor zorgen dat er vóór 2018 een juridische basis ligt voor de vaartrechtenwet. Over de concrete invulling kan men later verder praten.’