Het Gerechtshof in Den Haag heeft dinsdag 7 mei in hoger beroep een eerder vonnis van de voorzieningenrechter in Rotterdam vernietigd. In dat aanvankelijke vonnis werd onder meer het beslag bekrachtigd dat door de combinatie VEKA/Westwind op de aandelen van Rederij De Rotterdam was gelegd om hun aankoop van het ss Rotterdam veilig te stellen. Verkopende partij Woonbron ontkende verplichtingen te hebben tegenover Peter Versluis (VEKA) en Christian Westers (Hotel New York) en wilde het schip aan een andere partij leveren.
Voorbehoud
Door de uitspraak van het Gerechtshof is het beslag terstond opgeheven. Het Gerechtshof verbindt daar op straffe van een dwangsom van 500.000 euro zelfs de aanvullende eis aan dat VEKA en/of Westwind niet opnieuw beslag op de aandelen mogen leggen.
De motivatie van het Gerechtshof lag onder meer in haar stelling dat het de stichting Woonbron vrij stond om binnen de onderliggende veilingprocedure van de verkoop van ss Rotterdam gebruik te maken van een voorbehoud tegenover VEKA/Westwind. Het inroepen van het voorbehoud is niet in strijd met de goede trouw, aldus de interpretatie van het hof.
Verkoop
Theoretisch betekent het vonnis dat de aandelen van Rederij De Rotterdam niet meer aan de ketting liggen. Dat het ss Rotterdam daardoor op korte termijn via verkoop aan derden onder andere vlag komt is een geheel ander hoofdstuk. Horecaondernemer Petit onderstreept tegenover de media uitdrukkelijk zijn tot 2020 lopende exploitatierechten op de kamers en restaurants van het schip. Die zakelijke barrière tussen verkopende en kopende partij moet eveneens nog worden genomen.
Bovendien staat het Versluis en Westers vrij om in cassatie te gaan.
(Hans Heiligers)