Rijkswaterstaat kreeg het zwaar te verduren tijdens de jaarvergadering van Koninklijke Schuttevaer afdeling Utrecht. Voorzitter Peter de Jonge toonde zich teleurgesteld in de in zijn ogen misplaatste en onnodige wet- en regelgeving. De “zogenaamde lastenverlichting” voor varende ondernemers kreeg van hem en de leden evenmin applaus.
“Toen mijn ouders binnenschippers waren, pasten de benodigde certificaten in een sigarendoosje. Dat is nu wel anders. Neem alleen al de vereisten om de registratie als afvalstoffenvervoerder te verlengen. Velen zijn van mening dat de eisen voor het certificaat totaal doorgeschoten zijn. Het leidt in ieder geval niet tot een verbetering van de kwaliteit van het vervoer.”
Voorzitter De Jonge kon drie leden een herinnering opspelden ter gelegenheid van hun 25-jarig lidmaatschap. Het waren A.van Mourik (foto), A. Bouwman en P. Vreeken. (foto E.J. Bruinekool Fotografie)
Ook is De Jonge zeer bezorgd over de financiële situatie van veel binnenschippers. “Die nijpende situatie lijkt niet iedereen te begrijpen”, stelde de voorzitter. “De top van Rijkswaterstaat, en dat zijn niet de mensen die bij deze vergadering aanwezig zijn, heeft een journalist opdracht gegeven om een boek te schrijven over het functioneren en de reorganisatie van Rijkswaterstaat. Kennelijk willen deze hoge heren laten zien hoe goed ze bezig waren en/of zijn. De kosten voor dit boek zouden € 245.000,- bedragen. Die kosten komen voor onze rekening. Er zijn nu al rechtszaken gevoerd over dit boek en een derde van de inhoud zou moeten worden geschrapt. In het huidige bestuur staat kennelijk de regel centraal. En die regel lijkt voor hen belangrijker dan het recht.”
Beatrixsluis
Waar Rijkswaterstaat kritiek kreeg, had De Jonge complimenten voor Utrecht. “De gemeente en havenmeester J. de Jong zoeken naar oplossingen voor de binnenvaart. Ondanks het verbod om in Lage Weide af te meren met spudpalen, hebben zij toch een mogelijkheid gevonden dit toe te staan. Daarmee is gemeente Utrecht de eerste in de regio.”
Namens Rijkswaterstaat Utrecht was Hans Vroegop aanwezig. Vice-voorzitter Piet Nobel vroeg hem: “Klopt het dat er langzamer geschut wordt bij de Beatrixsluis? In het verleden werd van de sluislengte van 226 meter 220 meter effectief gebruikt. Wij horen dat er nu nog maar 190 meter scheepslengte in de sluis mag.”
Vroegop bevestigde dat. “Om de veiligheid te vergroten is een aantal zaken in regels vastgelegd. Rijkswaterstaat heeft veertig sluiswachters op de Beatrixsluis en die werken nu conform dezelfde regel. Een 110 meter-schip en een 80 meter-schip mogen tegelijk worden geschut. Alle combinaties zijn mogelijk zolang het maximum van 190 meter niet wordt overschreden.”
Voorzitter de Jonge reageerde geërgerd: “Wij overleggen regelmatig met Rijkswaterstaat. Toch zijn wij hierover niet geïnformeerd. Nu worden wij plotseling met nieuwe ideeën geconfronteerd en ontstaan volgens onze leden langere wachttijden. Want 80 meter is geen standaardscheepsmaat. 86 meter is dat wel. En die veelvoorkomende 86 meter-schepen kunnen nu niet tegelijk schutten met de eveneens veel voorkomende 110 meter-schepen.”
In antwoord op deze opmerking gaf Vroegop aan dat Rijkswaterstaat Utrecht de regel zal heroverwegen.
(Evert Bruinekool)
