Familie Gerritsma startte in 1933 in de scheepvaart. Waarschijnlijk zelfs al eerder, maar wanneer is niet precies bekend. Wim Gerritsma startte bij zijn oom Sietze Gerritsma met varen op de sleepkast Dankbaarheid van 419 ton en kreeg daardoor de liefde voor het schippersleven ingegoten. Drie generaties scheepvaartfamilie: Wim was de vader van André, die weer de vader is van William Gerritsma.
Opa Wim groeide op aan boord van de sleepkast. Doordat oom Sietze geen erfgenamen had, zetten Wim en zijn vrouw het schippersbedrijf voort in 1945, toen het door de Duitsers in 1940 in beslag genomen schip in Bremen werd teruggevonden. Sleepkast de Dankbaarheid werd volledig opgeknapt. Slepen gebeurde vooral op de Rijn, Main en Neckar.
serie: ‘Het blijft in de familie’
Het Nederlandse bedrijfsleven stoelt op ondernemende families. Voor de binnenvaart geldt nog sterker dat het familiebedrijf de stuwende kracht is. In de serie ‘Het blijft in de familie’ onderzoekt journalist Evert Bruinekool wat de bepalende factoren voor succes zijn. Wat maakt familiebedrijven zo sterk? Hoe werken verschillende generaties samen? Wat kunnen ze van elkaar leren? En wat zijn de valkuilen? Voor deze aflevering stapt Evert Bruinekool aan boord van de Ferox van de familie Gerritsma.
Deze serie is mede mogelijk gemaakt door het Steunfonds Freelance Journalisten.
Liefde voor sleepschepen
Een tijdje voer Wims zoon André als kind mee op de sleepkast, later uitgebreid met een opduwertje. In 1955 werd er in Leidschendam een motortje in gezet. In 1963 stapte Wim over naar een kempenaar van 600 ton, waar André verder opgroeide. De kempenaar was vernoemd naar zijn zoon André. Hij kocht in 1971 weer een sleepschip terug, daar lag toch zijn hart. André voer het laatste jaar met zijn vader op de kempenaar, daarna ging hij bij een ander varen.
Door de ziekte en het plotseling overlijden van zijn vader Wim, werd André ineens eigenaar van het sleepschip Promenade. “Ik dacht voor een jaartje”, zegt hij, “maar het beviel wel en ik trouwde intussen met Gerda. Met de schippersbeurs was het gewoon een heel goeie tijd voor de Promenade. We kochten een sleepboot voor het sleepschip. Waarom zou ik dan een motorschip kopen.” Totdat in de negentiger jaren de beurs sloot.
Op het sleepschip zijn de drie kinderen van André en Gerda Gerritsma opgegroeid. Ze gingen naar het internaat. In 1999 kocht hij een Franse motor, die de naam van Gerda kreeg.
Eerste motorschip
Toen André en Gerda een motorschip kochten, zat jongste zoon William nog op het internaat. Het was inmiddels moeizamer om een goede boterham te verdienen met sleepschepen. William had het varen echt in het bloed. Twee jaar voer hij elders en deed tot 2007 het STC. Stage liep hij bij Vopak, heel iets anders dan droge lading. Hij begon als matroos, om vaartijd op te doen. “Als schipperszoon had ik een voordeel”, vertelt William. “Ik was acht jaar toen ik voor het eerst op mijn geboorteschip de Promenade het roer vasthield en op mijn tiende voer ik voor het eerst alleen, terwijl mijn vader een tukkie deed.”
Toen William zijn papieren had, kocht hij met zijn ouders André en Gerda de 110 meter lange Ferox. Hij maakte zeven jaar tripjes naar de Donau: Roemenië, Hongarije en soms Servië. “Vader deed dat nooit, maar ik wilde altijd al op de Donau varen.”
Ze verdienden goed en er waren opgroeiende kinderen. Voorwaarde bij het kopen van een nieuw schip was dat William mede-eigenaar in de vof zou worden. André wilde dat zijn zoon er volledig bij betrokken zou zijn, ook als hij later een meisje op de wal tegenkwam.
Ferox
“De sky was the limit in 2007, ik krabde mij achter de oren”, vertelt William. “Er stonden meer afbouwschepen in de krant dan nieuws. Mijn besluit stond toen vast: wij kochten gezamenlijk de Ferox uit 1987 en gingen daarmee door.”
André was toen 55. Inmiddels is William met zijn vrouw de trotse eigenaar van de Ferox en is de vierde generatie op komst. Zijn ouders lossen het koppel regelmatig af zoadat zij samen een uitstapje naar de wal kunnen maken. Het gezin woont volledig op het schip. Ze varen dagelijks in Duitsland en Nederland.
André’s vrouw Gerda kwam van de wal en had nog nooit gevaren. Ze rolde vlot in het schippersleven en stond snel achter het roer. Ze voedde de kinderen aan boord op en beheerste al snel alle vaardigheden op het sleepschip.
Ze had maar één wens: “In het weekend de kinderen aan boord.” André en Gerda vonden het internaat een noodzakelijk kwaad: “Je stuurt je kinderen eigenlijk niet vrijwillig naar het internaat.”
Ook Daniëlle Everling, Williams vrouw, komt van de wal. In twee jaar ging ze van walmeisje naar kapitein en haalde ze haar papieren. Inmiddels vaart zij naast William al twee jaar als volleerd schipper en samen houden ze het bedrijf draaiende.
Modernisering
William verwacht veel van de modernisering in de scheepvaart. De grote verandering van zijn vaders generatie naar nu is de digitalisering. Hij is afwachtend met LNG of elektrisch. Maar het koppelen van AIS, Tresco en CoVadem vindt hij ideaal. “Je ziet vrije ligplaatsen makkelijk vooraf op je beeldscherm”, vertelt Wiliam. “Ik kijk ook uit naar mogelijkheden om autonoom te gaan varen. Allemaal hulpmiddelen die het de schippers makkelijker maken. De oude generatie kent zijn grenzen zonder computer, maar de 40’ers en 50’ers denken het beter te weten en de jonge generatie is ermee opgegroeid en kent de mogelijkheden.”
“Vroeger was je moe van vier uur in het donker varen, nu hoeft dat niet meer. Met de huidige motoren is de binnenvaart eigenlijk al de schoonste, maar als we niet verder kijken, blíjven we dat niet. We kunnen niet achteroverleunen, maar we moeten innovatie, aandrijving en milieu wel los van elkaar blijven zien.”
Drie generaties Gerritsma
1933 Sietze en Wim Gerritsma: sleepkast de Dankbaarheid, 419 ton
1963 Wim Gerritsma: kempenaar André, 600 ton
1971 sleepkast Promenade, 1.056 ton
1981 André en Gerda Gerritsma: sleepdortmunder Promenade, 1.050 ton
1990 sleepboot Scheveningen
1999 Franse motor Gerda
2008 William Gerritsma: Ferox, 2.348 ton