- Advertentie -
- Advertentie -
HomeRubriekDeel 1: Wat u écht moet weten over vaarbewijzen?

Deel 1: Wat u écht moet weten over vaarbewijzen? [Veilig & Vast]

- Advertentie -

Delen

Het blijkt dat er na de invoering van de Binnenvaartwet nogal wat vragen leven omtrent de vaarbewijzen. Daarom behandel ik dit onderwerp op deze plaats. Eerst geef ik een korte toelichting. Er zijn drie vaarbewijzen: een klein vaarbewijs, een groot vaarbewijs en een beperkt groot vaarbewijs.

Met het klein vaarbewijs mag u een waterscooter, jetski, rubberboot of motorboot met een lengte van minder dan 15 meter die harder kan dan 20 km per uur besturen. Verder is dit vaarbewijs verplicht voor een schip met een lengte van 15 meter of meer dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt, een schip met een lengte tussen de 15 en 20 meter dat bedrijfsmatig wordt gebruikt of voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd of een sleep- of duwboot die niet wordt gebruikt om een schip met een lengte van 20 meter of meer te slepen, langszij mee te voeren of te duwen.
Het klein vaarbewijs is als volgt te onderscheiden en wel het Klein Vaarbewijs I (VBI), het Vaarbewijs A (VBA) en het Klein Vaarbewijs II (VBII).
Het Klein Vaarbewijs I is het basisvaarbewijs voor kanalen, rivieren en kleine meren. Mocht u ook op de grote wateren, zoals IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Westerschelde, Oosterschelde, Eems en Dollard, willen varen dan heeft u klein Vaarbewijs II nodig. Hiervoor is het behalen van het Vaarbewijs A noodzakelijk, namelijk Klein Vaarbewijs II = klein Vaarbewijs I + Vaarbewijs A.
Bij vaarbewijs A ligt het accent op de navigatie en stroomberekeningen en er worden andere reglementen dan bij het klein Vaarbewijs 1 behandeld.

Met deze kleine vaarbewijzen mag men dus niet beroepsmatig varen. Daarvoor is een groot vaarbewijs noodzakelijk. Er is een groot vaarbewijs en een beperkt groot vaarbewijs.
Het groot vaarbewijs is nodig voor schepen met een lengte van 40 meter of meer die worden gebruikt of bestemd zijn voor bedrijfsmatig vervoer, passagiersschepen voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen (buiten de bemanning), veerponten voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 12 personen (buiten de bemanning) of veerponten die sneller kunnen varen dan 30 km per uur, sleep- en duwboten een lengte van 40 meter of meer die volgens een verklaring van de minister uitsluitend als pleziervaartuig worden gebruikt, met, pleziervaartuigen met een lengte van 40 meter of meer en schepen die worden gebruikt om een schip met een lengte van 20 meter of meer te slepen, te duwen of langszij mee te voeren.
Het beperkte groot vaarbewijs is vereist bij het varen met vrachtschepen met een lengte van 20 tot 40 meter die worden gebruikt of bestemd zijn voor het bedrijfsmatig vervoer, pleziervaartuigen met een lengte van 25 meter tot 40 meter en sleep- en duwboten, die volgens een verklaring van de Minister uitsluitend als pleziervaartuig worden gebruikt, met een lengte van 25 meter tot 40 meter.
Zoals u ziet is het woord ‘beperkt’ van toepassing op het type schip en heeft het geen invloed op het vaargebied.
Voor het beperkt groot vaarbewijs kan een ontheffing worden verkregen als de schipper in het bezit is van een groot pleziervaartbewijs. De examens voor het groot pleziervaartbewijs zijn minder zwaar dan voor het beperkt groot vaarbewijs en voor dit examen geldt ook geen vaartijdeis. Het groot pleziervaartbewijs kan ook worden verkregen op grond van de overgangsregeling.

Er is een groot vaarbewijs A, voor de vaart op alle binnenwateren (AB) en een groot vaarbewijs B, voor de vaart op rivieren, kanalen en meren (RKM). U krijgt het groot vaarbewijs als u met goed gevolg het examen schipper AB of RKM hebt afgelegd.
Voor het examen schipper RKM (Groot Vaarbewijs B) moet examen worden gedaan in de onderdelen Kennis schip en motorkennis, Kennis vaarwater, Laden en lossen, Navigatie 1, Reglementen 1 en Veiligheid en milieu. Het onderdeel Kennis schip kan desgewenst in delen, te weten Kennis schip en Kennis motorkennis worden behaald.
Voor het examen Schipper AB (Groot Vaarbewijs A) komt hierbij Navigatie 2 en Reglementen 2. Voordat mag worden deelgenomen aan een examen voor het Groot vaarbewijs moet drie jaar vaartijd worden aangetoond. Na het behalen van deze examenonderdelen blijven ze geldig tot twee jaar na de examendatum.
Om in het bezit te kunnen komen van het echte definitieve vaarbewijs moet dit diploma met een keuringsbewijs van lichamelijke geschiktheid worden overlegd.
Er zijn nog een paar mogelijkheden maar dan wordt een zeer lang verhaal. U kunt dit het beste op de site van het CBR (www.CBR.nl) , onderdeel Binnenvaart) teruglezen.

De nieuwe Binnenvaartwet behelst met name voor schippers/eigenaars van pleziervaartuigen langer dan 25 meter grote veranderingen. Tot de invoering van de wet konden zij volstaan met een klein vaarbewijs. Nu niet meer.
De Binnenvaartwet voorziet wel in een overgangsregeling. Schippers/eigenaren van pleziervaartuigen langer dan 25 meter die in het bezit zijn van een klein vaarbewijs behaald vóór 1 juli 2009 mogen blijven varen tot 1 juli 2011. Men moet zich dan wel bij de VAMEX aanmelden voor de overgangsregeling waarbij men moet kunnen aantonen dat men op 1 juli 2009 eigenaar was van het betreffende schip en/of (in geval van stichtingen en verenigingen) gemachtigd was om op het desbetreffende schip als schipper te varen (zie www.vamex.nl).
Voldoet men aan de eisen, dan wordt het groot pleziervaartbewijs afgegeven. Is het desbetreffende schip langer dan 40 meter dan wordt op het groot pleziervaartbewijs vermeldt ‘40 meter plus’. Het groot pleziervaartbewijs geeft ontheffing van het (beperkt) groot vaarbewijs.
In de volgende aflevering zal ik ingaan op de aspecten om het vaarbewijs in bezit te krijgen en aan welke eisen moet worden voldaan.

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -