Sander Janssen: “Dit is toch geen crisis! Je komt hier doorheen! Je zult het gewoon even met iets minder moeten doen.” (foto www.manonbruininga.nl)
“Altijd één hand voor je eigen”, waarschuwt schipper Janssen ons. Wij houden ons goed vast als we in het spekgladde gangboord van de Factotum stappen. Op de houten steiger was het al uitkijken geblazen. Eenden leken honend te snateren toen ik bijna op mijn snufferd ging. Snel ontvluchten we gedrieën de vrieskou en duiken de roef in.
Hoe kijken mensen die met en voor de binnenvaart werken,
of daar anderszins mee te maken hebben, aan tegen de beroepsvaart. Frank Antonie van Alphen achterhaalt hoe het
leven aan boord er vanaf de wal, van de andere kant dus, uitziet. Maar hij begint met een schipper, en niet de minste: Sander Janssen van de Factotum.
Schipper Sander Janssen danste wat af in zijn jonge jaren, hier in de Nijmeegse Waalhaven. “47 jaar geleden hadden we hier in de winter een dansruim in een schip van 300 ton, de Maria. De ‘Zwarte Marie’ werd het genoemd. Voor de oorlog werd dat in de Ruhr regelmatig gedaan – zo weet ik van mijn ouders – als er langere tijd op lading moest worden gewacht.”
“Ook als er bijvoorbeeld een bruiloft was, werd er een dansruim ingericht. Je hoefde niet aan de wal om een feestje te maken en het was lekker goedkoop. Met live-muziek van een accordeon, trommel, en een bezemsteel met een stuk draad aan een leeg olieblik vastgemaakt, als basgitaar.”
Jongensdroom
Of er in het ruim van de Factotum is gedanst? In 1913 gebouwd werd de kempenaar in 1916 in de vaart gebracht. Het schip vaart nog altijd met hetzelfde vlak. “Vorig jaar zijn we gekeurd. We kunnen weer zeven jaar vooruit”, zegt Janssen, die dit jaar 65 wordt. Twee zussen heeft de oudste van vijf broers, en ze hebben allemaal gevaren. Of varen nog. “Wij hebben rugnummers nodig”, lacht de schipper van Gelderse komaf.
Eigenlijk wilde hij naar de kustvaart, maar dat is er nooit van gekomen. “Een jongensdroom moet niet uitkomen. Anders heb je niks meer om naar uit te kijken.”
Zo kun je er ook over denken. Van stoppen wil hij, ondanks de naderende pensioenleeftijd, niets weten. “Op mijn vijftiende al stond ik als volwaardig matroos op de loonlijst. Sindsdien is varen voor mij een must”, zegt de schipper die ook van vertellen weet.
In 1968 trouwde hij op de Factotum. Hij kocht het schip waarop hij tot 1974 als zetschipper gevaren had. Dat was een jaar voor de grote landelijke staking. “Wij hebben negenenhalve week stilgelegen. Ik kon geen kant uit, want ik zat tussen die actievoerders in. Ze hebben mijn vrouw Lisette toen meermaals gewaarschuwd dat ik een te grote mond had. Omdat ik mij tegen de blokkades verzette.”
Nog altijd weet schipper Janssen zijn mond te roeren. In zijn element op de praatstoel pakt hij er even de nodige jaartallen bij, genoteerd op een vel papier. “Je bent hier nog niet weg, hé”, waarschuwt hij grappend.
Vertrouwen
Er valt geen speld tussen te krijgen bij deze man, als hij aan het vertellen is. Over de huidige malaise heeft Sander Janssen een duidelijke mening. ”Wij zitten nu in een tijd van recessie. Crisis zoals dat heet. Maar ik vind het een rotwoord. Onze ouders en grootouders hebben die ellende meegemaakt. Dit is toch geen crisis, loop toch gauw heen! Ik vind dat woord schandalig eigenlijk.”
“Mijn bericht aan de jongere generatie is: je komt hier doorheen! Je zult het gewoon even met iets minder moeten doen. Mijn zoon heeft een groot schip. Hij heeft het niet makkelijk.”
“Heb vertrouwen in het leven: confiance. Dat is mijn steekwoord in het leven. Anders kun je geen zaken doen.”
lezersreactie: ‘Gemakkelijk praten’