- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsASV wil dat overheid stapje verder gaat dan Verberk

ASV wil dat overheid stapje verder gaat dan Verberk [Opinie]

- Advertentie -

Delen

De ASV is teleurgesteld dat binnentambassadeur Arie Verberk in zijn afgelopen vrijdag uitgebrachte rapport  geen crisismaatregelen adviseert aan minister Schultz – Van Haegen. In een reactie schrijft vicevoorzitter Sunniva Fluitsma: “Hoewel de Ambassadeur heel wat behartigenswaardige aanbevelingen en wijze raad voor de langere termijn geeft zien wij nauwelijks oplossingen voor de crisis op korte termijn in dit rapport." De schippersvereniging doet in een brief aan de minister van Infrastructuur en Milieu zelf aanbevelingen om “wel op korte termijn de problemen in de binnenvaart enigszins aan te pakken”.

♦ Arie Verberk: "Het is voor de binnenvaart nu of nooit" 
♦ rappport van de binnenvaartambassadeur

Waarom reageert de ASV?
Bij monde van 3 vertegenwoordigers, de heer Veuger, de heer Twigt en ondergetekende, heeft de ASV deelgenomen aan de besprekingen met de heer Verberk, voorafgaand aan dit rapport.
De ASV ziet zichzelf als dé belangenbehartiger voor de binnenschippers die gebruik maken van de haarvaten van de Nederlandse waterwegen. Daarnaast heeft de ASV o.a. als doelstelling het streven naar een sociaal-economisch aanvaardbare situatie in de binnenvaart en onvervalste concurrentie tussen vervoersmodaliteiten.
Omdat de ASV met betrekking tot de crisis in de binnenvaart aan alle mogelijke overleggen heeft deelgenomen, zowel nationaal als internationaal terrein denkt de ASV ook met recht en rede te moeten reageren op dit rapport.

De directe aanleiding van het rapport was de situatie die was ontstaan nadat het oplegplan van het Crisisberaad Binnenvaart, was afgewezen. Deze binnenvaartambassadeur werd aangesteld nadat de minister van Verkeer en Waterstaat daartoe in maart (!) 2010 had besloten. De taak van de binnenvaartambassadeur, de heer Verberk bestond er kortweg uit met voorstellen te komen om de binnenvaart uit het dal te trekken op korte termijn, en voor langere termijn met voorstellen te komen die deze situatie in de toekomst kunnen voorkomen. Eindelijk is het lang verwachtte rapport over de voorstellen tot het oplossen van de crisis in de binnenvaart door de binnenvaartambassadeur verschenen.

De ASV heeft een schrijven uit doen gaan aan het ministerie van Infrastructuur en Milieu, minister mevrouw Schultz van Haegen-Maas Geesteranus, de staatssecretaris, de heer Atsma, en de vaste kamercommissie van Verkeer en Waterstaat.
In het schrijven van de ASV aan het ministerie staan de volgende zaken centraal:

Samenwerken
Wij lezen dat samenwerking van zowel verladers en vervoerders en de overheid de oplossing moet bieden om de binnenvaart uit de crisis te helpen.
De bedoeling van meer samenwerking is niet alleen maar samenwerkingsverbanden (dus tussen schippers onderling) maar een bredere opzet volgens de heer Verberk en dat biedt perspectieven.

Aan de andere kant zien wij zijn voorstel tot het oprichten van Transitiecomité Binnenvaart. Dat moet één uitvoeringsorganisatie worden waar de grote brancheorganisaties bepaalde verantwoordelijkheden aan mandateren (de kleinere brancheorganisaties worden sowieso buiten spel gezet), dit houdt het grote gevaar in dat we kennen van een productschap; het is ondemocratisch en is gespitst op het binnenvaartvervoer en niet op diegenen die het uitvoeren.

Oplossingen op korte termijn
Hoewel de Ambassadeur heel wat behartigenswaardige aanbevelingen en wijze raad voor de langere termijn geeft zien wij nauwelijks oplossingen voor de crisis op korte termijn in dit rapport.
Wel lezen wij de verwachting dat het vervoer over water in de toekomst zal toenemen.
Prognoses zijn mooi, maar bieden geen enkele zekerheid en zijn te vergelijken met het weerbericht, dat heet dan ook niet voor niets weersverwachting.

Opvallend is wel een voorzichtig kritisch geluid in de richting van de CCR.

De rol van de overheid
Hoewel de rol van de overheid in het rapport nauwelijks aan bod komt wordt de overheid wel genoemd als verantwoordelijk voor infrastructuur en havens en terminals, met speciale aandacht voor het bevaarbaar houden van de haarvaten van de vaarwegen.
Opvallend is dat de binnenvaartambassadeur in hoofdstuk IV.2.2. wel het volgende schrijft over de rol van de overheid:
“De binnenvaart heeft ondersteuning nodig om haar potentieel te benutten. Er ligt een overheidstaak om de (institutionele) randvoorwaarden te scheppen voor het functioneren van markten. Structuurversterking van de sector is onmisbaar wil de binnenvaart haar rol in de keten versterken en zodoende bijdragen aan mobiliteit, duurzaamheid en bereikbaarheid. De overheid dient daarom een faciliterende rol te spelen in de structuurversterking van de binnenvaart.”
Gezien het feit dat de overheid tot nu toe voor zichzelf geen rol zag toebedeeld zien we hierin een voorstel tot wijziging van beleid, waarbij de overheid niet langer langs de zijlijn blijft staan toekijken naar een markt “die zijn werk moet doen”. Het lijkt ook aan te sluiten op het voortschrijdend inzicht van de SER waarbij men, concluderend dat deze vrije markt onwenselijke neveneffecten met zich meebrengt, aanbeveelt dat ZZP-ers wel degelijk prijsafspraken met elkaar zouden moeten mogen maken. Omdat de marktmacht voor een ZZP-er te beperkt is in de huidige situatie om zich staande te kunnen houden.

Aanbevelingen
Het rapport gelezen hebbende doen wij hier onze aanbevelingen om wel op korte termijn de problemen in de binnenvaart enigszins aan te pakken.
De huidige opleving is vast geen blijvertje maar een elk jaar weerkerend fenomeen in de herfstmaanden met een lage rivier en de behoefte van de industrie tot voorraadvorming als voorzorg voor de winter.

Onze aanbevelingen:

1 Verladers bundelen voor zover mogelijk hun vervoersaanbod en geven inzicht in de op korte termijn verwachte ten vervoer aan te bieden tonnage.

2 Vervoerders bundelen hun capaciteit in meerdere verbanden, toegesneden op vlootsamenstelling, specialisatie, actieradius of anderszins, en geven inzicht in de geografische beschikbaarheid van ledige scheepsruimte.

3 Verladers en vervoerders starten samen een scheepsvrachtencommissie met een ambtelijk secretariaat waar per vervoer een minimum tarief wordt overeengekomen en korte termijnprognoses worden geformuleerd.

4 De overheid garandeert de goede werking van de infrastructuur van dit platform en de volledigheid van de informatie en verklaart voornoemde tarieven algemeen bindend en controleert de naleving daarvan.
Men zou het kunnen zien als een mini SER, waar zakelijke overeenkomsten tussen partijen worden overeengekomen en gesanctioneerd.

Het gaat hier uitdrukkelijk niet om de kostprijs maar om een minimumtarief wat in economisch slechte tijden, als crisismaatregel, een goed deel van de binnenvaart een overlevingskans biedt. In economisch gezonde en zeker in goede tijden zal op dit tarief nooit een beroep worden gedaan, dan doet de markt haar werk.

De uiteindelijke kostenverhoging in genoemde slechte tijden zal voor de consument te verwaarlozen zijn. Zelfs een voor binnenvaartbegrippen exorbitante vrachtverhoging van tien Euro per ton resulteert, indien doorberekend, voor de consument slechts in een prijsverhoging van een cent per kilogram. Zover zal het nooit komen en de NMa kan haar aandacht op belangrijkere dingen richten.

In de praktijk
Niet noodzakelijk zal voor alle vervoer tegelijkertijd een beroep op deze maatregel worden gedaan en is het dus geen horizontale prijsbinding. De overheid draagt er als controlerende instantie zorg voor dat er geen ondermijnende activiteiten ontplooid worden zoals d.m.v. retourprovisies het kopen van transportopdrachten.
De resulterende vrachtprijs zou dan onder het minimum komen.

De verladerskeuze welk verband in aanmerking komt als vervoerder zal afhankelijk worden van de vlootsamenstelling, de gemiddelde actieradius, de punctualiteit en kwaliteit van het vervoer en wat dies meer zij der diverse verbanden. De verbanden zorgen voor de verdeling onder hun aangeslotenen.

Zo heeft de markt meer transparantie, de verlader vervoerszekerheid, de vervoerder een fatsoenlijk tarief, de kleinere schepen blijven in de vaart en de makelaar in scheepsvrachten kan vervoerstromen clusteren zonder aan risicovolle vervoersovername te hoeven doen oftewel, naar de ideeën van de ambassadeur, zijn of haar diensten aanbieden aan een samenwerkingsverband.Voor bestaande contracten kan indien noodzakelijk een oplossing worden gecreëerd.Dat gebeurde al eerder.

Noodzaak
Al voor 1933 bleek de binnenvaart niet in staat in de vrije markt overeind te blijven.
In de jaren zeventig zagen we dezelfde problemen en nu vanaf 2008 is het niet anders.
Ieder die de vervoersmarkt onderzoekt zal tot de conclusie komen dat de markt niet vrij is door allerlei van overheidswege opgelegde regels, verplichtingen en verboden.
En niet te vergeten de subsidies en garanties.
Alleen de prijsvorming is vrij en dat leidt steeds weer tot dezelfde malaise.

Mogelijkheid
Wetmatigheden veranderen niet door het werk van externe deskundigen. Hoe gewaardeerd ook. Deskundigheid over ons eigen beroep hebben we als binnenvaart ook zelf wel in huis, misschien eens ophouden met ruziën dan komt het er wel uit.
De Rijnvaart moet waarschijnlijk zelfs na alle recente misère toch nog even slikken.
De Rijnvaartakte verzet zich evenwel niet tegen deze constructie, hoe kon anders ooit het vervoer tussen de havens aan aktewater in Nederland binnen de EV worden afgewikkeld?

De geschiedenis herhaalt zich alsmaar weer, alleen wensen beleidsmakers dat niet te accepteren, die willen het wiel opnieuw uitvinden. Er is echter maar één wiel en dat is rond, net zo rond als de vicieuze cirkel waar de vervoersmarkt maar in rond blijft draaien zonder ooit een adequate oplossing te bedenken omdat de overheid zich afzijdig wenst te houden. Ambassadeur Verberk heeft dat kennelijk begrepen als hij ook de overheid betrekt bij samenwerking in het vervoer over de binnenwateren.

Wij willen dat die overheid een stapje verder gaat dan de voorstellen van de heer Verberk. Alleen op deze wijze zien wij een mogelijkheid de zo gewenste samenwerking in de binnenvaart van de grond te krijgen. Slechts wanneer de schipper er zelf belang bij heeft zal hij bereid zijn tot medewerking. Waar een wil is, is een weg.

Wij hopen u hiermee voldoende op de hoogte gesteld te hebben en danken u voor uw aandacht.

Namens het bestuur van de Algemeene Schippers Vereeniging,

Sunniva Fluitsma,
vice-voorzitter ASV

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -