Met de doop en ingebruikname van de Coastal Chariot op 20 februari beschikt Acta Marine over een tweede vrijwel identiek technisch geavanceerde shallow draft support vessel voorzien van dynamic positioning system (DPS). Door middel van diverse geavanceerde technieken kan dit opvallend sterke werkschip voor ondiepe wateren zonder anker op 10 centimeter nauwkeurig op zijn plek of koers blijven, hoe sterk de wind of stromingen ook zijn.
Acta Marine is de eerste reder wereldwijd die dynamic positioning op dit type werkschepen toepast, inmiddels beschikt de reder over vier van deze schepen. Ondanks het bescheiden formaat van de Coastal Chariot (met een lengte van 37 meter en een breedte van 11,84 meter) is het voor de DPS uitgerust met uitgerust met twee Veth Compact-Jets, type CJ-1000 en een Veth Z-drive, type VZ-400. Dankzij de uitrusting door Veth Propulsion kan het schip uit de voeten in zeer ondiepe wateren. De operationele diepgang is 1,70 meter.
Volstrekt uniek
‘Ik durf de stelling aan dat dit schip – samen met zusterschip Coastal Challenger – in de combinatie diepgang-trekkracht wereldwijd volstrekt uniek is. Nergens vind je werkschepen met een operationele diepgang van minder dan 2 meter gecombineerd met een trekkracht van meer dan 30 ton’, zegt managing director Govert Jan van Oord van Acta Marine. De reder uit Den Helder heeft zich in de loop der tijd ontwikkeld tot een van de grootste spelers ter wereld op het gebied van werken in zeer ondiep water.
Acta Marine chartert werkschepen voor onder meer olie- en gaswinning, aannemerij, baggerwerk en de bouw van windmolenparken. Daarvoor beschikt het over een vloot van zo’n veertig schepen waarvan een flink aantal kan opereren in wateren met een diepte van minder dan 2 meter.
‘De afgelopen zes jaar hebben wij rond 50 miljoen euro geïnvesteerd in vervanging en uitbreiding van onze vloot’, vertelt Van Oord. ‘Zo namen wij in juni 2012 de Coastal Challenger in gebruik en vorig jaar vier Shoalbuster-sleepboten van Damen Shipyards: drie gebruikte en één nieuwbouw. Hiermee is onze vloot niet alleen uitgebreid, maar hebben wij nu ook de beschikking over grotere werkschepen. Ook in de toekomst wil Acta Marine blijven investeren, al zijn er momenteel geen concrete nieuwbouwplannen. Van Oord: ‘We leunen niet achterover, maar willen na een periode van intensief investeren nu even rustig bekijken hoe de markt zich ontwikkelt en welke kant wij in de toekomst op willen. En wat we ook doen, elk nieuw schip moet voorzien in een vraag, te financieren zijn en voor ons te managen zijn.’
(foto’s Jan Johan ten Have)
Bruikbaar
De bouw van de Coastal Chariot stond in eerste instantie niet in de planning. Maar zusterschip Coastal Challenger bleek bijzonder bruikbaar en ligt goed in de markt. Toen dat schip voor een langjarig project in Australië werd gecharterd, bleek de langdurige afwezigheid van zo’n schip voor Acta Marine toch een groot gemis en dus kwam er een order voor een tweede.
Het werd een vrijwel identiek schip. De verschillen zijn beperkt. Zo is de Coastal Chariot uitgerust met slechts één lier, ten opzichte van twee op de Coastal Challenger. ‘Die tweede bleek overbodig’, licht Van Oord toe. Ook is het stuurhuis van het nieuwe schip iets ruimer en is dite voorbereid voor constructie van een tweede dekkraan, mocht daaraan behoefte bestaan.
Markt
Volgens Van Oord is de markt voor dit type werkschip ‘best gezond’. Maar dan moet je het wel steeds meer in andere werelddelen zoeken. ‘De klassieke waterbouw- en baggermarkt is niet best. En de projecten die er zijn, zijn veelal ongeschikt voor ons type equipment. Waar onze portefeuille voorheen nog voor ongeveer de helft bestond uit Europese projecten, is dat nu nog hooguit 25 procent.’
‘Onze schepen werden veel ingezet bij de bouw van windmolenparken en de aanleg van stroomkabels, onder meer bij het opsporen van explosieven op de zeebodem. Nu verzetten wij meer en meer onze bakens. Interessante nieuwe regio’s voor ons zijn onder meer de Perzische Golf, West-Afrika en de Kaspische Zee. En daar loop je tegen best veel beperkingen aan. Protectionisme bijvoorbeeld.’
‘Zo zijn er veel landen waar je als Europees bedrijf niet welkom bent. Brazilië, Australië, de VS, China en Japan bijvoorbeeld. Die stellen soms behoorlijk strenge eisen ter bescherming van de eigen vloot en arbeidsmarkt. De VS bijvoorbeeld kom je als Europese reder eigenlijk alleen maar binnen om te laden en te lossen. In andere landen kunnen wij – zij het soms met behoorlijk wat creativiteit – wel aan de slag. Daarbij werken wij wel altijd met ons eigen materieel. Is de eis dat wij met schepen uit het land zelf aan de slag moeten, dan haken we af.’
MCF
Net als de Coastal Challenger is ook dit nieuwe schip volledig gebouwd bij Maritiem Cluster Friesland (MCF) in Wartena. Zusterbedrijf Bijlsma Wartena bouwde het casco, waarna op dezelfde locatie de afbouw plaatsvond in een tijdsbestek van negen maanden.
‘Medewerkers van ons kennen mensen van MCF al heel lang. Wij kennen hen als uitstekende scheepsbouwers en dat hebben ze met de realisatie van dit project ook weer bewezen’, zegt Van Oord.
Acta Marine ontwierp dit type schip grotendeels zelf, maar kreeg bij de uitvoering in de praktijk alle benodigde ondersteuning van de Friese werf. Van Oord: ‘MCF levert op het afgesproken tijdstip prima kwaliteit voor de juiste prijs. Daarom werken wij graag samen met deze werf. Onze “grootste zorg” bij dit project was nog of we bij een eventuele vorstperiode wel op tijd weg zouden zijn uit Friesland. Want het laatste wat wij willen is dat een schip dat de naam Acta Marine draagt verantwoordelijk is voor het vernielen van Fries schaatsijs.’
(Jan Johan ten Have)
