
Iedere schipper maakt het mee: je ligt langszij een ander schip en de buurman geeft aan: “Ik ga ertussenuit.”
Soms is dat welkom. Als je zelf nog een dag moet wachten en na het verhalen tegen de kant kunt, is dat prettig.
Soms is het dat niet: Je komt om één uur ’s nachts Hansweert buiten en je wilt wachten op een gunstig tij of afnemende wind. De enige plek voor je diep geladen schip is langszij een hoge lege tanker. “Die ligt te wachten op instructies”, klinkt het op kanaal 22. Je neemt de gok, het vastmaken valt niet mee, de matroos is niet zo virtuoos met het touwwerk.
Na een dik uur kan de motor uit. Moe als je bent, slaap je voor je hoofd het kussen raakt. Dan ongeduldig getik op álle ramen. Je springt op, je kijkt naar buiten in een zee van felle lampen. Een schim voor de geopende deur spreekt luid: “We gaan ertussenuit, buurman!”
Je knikt, je hebt het begrepen, de klok wijst je erop dat het vier uur is, maar je start de motor en roept je matroos, dat is lastig en het duurt even. Je drijft midden in de haven en het duurt lang voordat de collega is vertrokken. Je gaapt onophoudelijk. Dan overleg je met jezelf: zal ik hem hier weer vastmaken of… Ik kan eigenlijk net zo goed maar gaan ook.
Je hoort het ook weleens op een andere manier in je omgeving: “Ik moet er even tussenuit!” Mensen gaan weg, nemen vrij van hun werk. Een weekendje Londen. Of drie weken naar de Algarve. Zoiets.
Ik moest er ook even tussenuit. Niet met mijn schip en ook niet voor een vakantie. Na een bezoek aan de huisarts en voor de zekerheid een controle in het streekziekenhuis werd ik naar een groter hospitaal gestuurd voor nader onderzoek. Daar werd besloten om me per ambulance naar een gespecialiseerd ziekenhuis te brengen. Met spoed nog wel. Twee dagen later al de operatie, zonder complicaties gelukkig.
De nacht erna werd ik wakker van de kamerdeur. Na mijn “hallo”, zei de verpleegkundige: “Ik deed echt heel zachtjes!”
“Niet erg” zei ik. “Als schipper word je van elk geluid wakker.”
“Mijn man vaart ook, hij wordt ook overal wakker van.”
“Binnenvaart?” vroeg ik.
“Ja, Amsterdam-Rotterdam-Antwerpen.”
“Aha, ARA. Tankvaart?”
“Ja, en jij?”
Ik vertelde over mijn schip en waar ik vaar, maar dat ik er nu wel even tussenuit ben.
Bijzonder dit: een gesprek over de binnenvaart, midden in de nacht in een ziekenhuis.











