- Advertentie -
- Advertentie -
HomeOpen samenwerking nodig voor 'Werf van de Toekomst'

Open samenwerking nodig voor ‘Werf van de Toekomst’

- Advertentie -

Delen

Op 6 maart op Urk kwamen circa honderd professionals naar Urk voor de startbijeenkomst van de ‘Werf van de Toekomst’. Uit vijf regio’s werden pitches gegeven over wat daar al in gang is gezet op het gebied van Digitalisering, automatisering en circulariteit – terreinen die als bepalend worden gezien om (internationaal) concurrerend te blijven.

De Nederlandse scheepsbouw staat op een keerpunt, zo is de gangbare opvatting. Het is daarbij ook zaak de arbeidsproductiviteit te vergroten en als sector aantrekkelijk te zijn voor nieuwe medewerkers.

Lotte Monhemius van NMT-IRO, de maritieme maakindustrie en offshore energie-sector, liet zien wat er allemaal te gebeuren staat de komende maanden. Uit het verhaal van de teamleider innovatie bleek dat samenwerken (en open naar elkaar zijn) een belangrijke pijler is voor de ‘Werf van de Toekomst’. Eigenlijk is het niet een fysieke scheepswerf maar een bundeling van bedrijven die nauw met elkaar samenwerken: voor het ontwikkelen van innovaties en het delen van kennis.

Urgentie

Er is haast. Iedereen is doordrongen van de urgentie. De bureaustudie is al begonnen. Deze maand is een enquête verstuurd, gevolgd door interviews. Daarna komen de analyse, een workshop en in november al het eindrapport. Bij de bureaustudie is gekeken naar thema’s als product-en-procesinnovatie met circulariteit als belangrijk insteekpunt.

Per regio wordt bijvoorbeeld gekeken naar niches die er bediend worden – zowel scheepstypen als activiteiten. Daarnaast van bouw, ontwerp, toelevering en techniek tot reparatie, retrofit en onderhoud. Kortom: de hele sector wordt doorgelicht. Uiteindelijk moet de ‘Werf van de Toekomst’ leiden tot een roadmap waar de regio’s op innovatie en aanpak in verbonden zijn.

Robotiseren en automatiseren

Vijf regio’s die al onderweg zijn, legden hun vorderingen uit: Rotterdam/Drechtsteden, Flevoland/Urk, Vlissingen, Den Helder en Noord-Nederland. De bedrijven in die laatste regio zijn inmiddels al met technisch inhoudelijke ontwikkelingen bezig.

Guus van der Bles van Conoship International ging in op een haalbaarheidsstudie voor een robotlijn voor micropanelen. Collectief zou dat tot de mogelijkheden kunnen behoren en werk op werven uitsparen door micropanelen op locatie met automatische processen te fabriceren, een soort sectiebouw. Robotlaswerk en snijprocessen zouden door een stuk of acht werven kunnen worden gecombineerd. Het gaat dan om 30.000 panelen en minimaal 300 kilometer laswerk.

Marinebouw

Michiel Sanders, van de Koninklijke Marine in Den Helder, was voorzichtiger met details, aangezien het over defensiewerk en dus gevoelige informatie gaat. Hij meldde echter een strategisch partnerschap met Damen, IHC, RH Marine en Thales. Inmiddels zijn er aan die bedrijven al diverse schepen uitbesteed. Zoals de Zr. Ms. Van Speijk, Zeeland Rotterdam en tandwielkasten op vier fregatten. Daarnaast werken ze op systeemniveau aan een managementsysteem en sensoren voor wapensystemen. Hij stelde dat de nationale marinebouw van strategisch belang is. Niet alleen in Noord-Nederland, maar zeker ook in de regio Zeeland.

Ook Urk Maritiem boekt successen, bijvoorbeeld met Werft. Dat is geen fysieke werf maar maakt gebruik van de faciliteiten van samenwerkende bedrijven om schepen te realiseren. De eerste twee zijn al van stapel gerold: Z575 en een werkschip. Uitbreiding zit er aan te komen met Port of Urk.

Al met al blijkt dat robotisering voor 15 tot 20 procent besparing zou kunnen zorgen. Datzelfde geldt voor ontwerp en engineering. Het voorkomen van productieverstoringen zou tot 10 procent kunnen besparen. Al met al is er door samenwerking veel winst te behalen.

Lotte Monhemius van NMT-IRO: “Regio Amsterdam zien we ook graag aansluiten.” (foto E.J. Bruinekool Fotografie)

Spioneren

Een van de opvallende vragen tijdens het vragenrondje was of het niet slim zou zijn om eens te gaan spioneren in Aziatische landen. “Zij zijn goed in dupliceren van onze ideeën. Laten wij ook daar eens kijken voor goede ideeën.” Een ander suggereerde de refit-markt niet te vergeten: “Schepencasco’s gaan lang mee en de apparatuur wisselt steeds sneller.”

Rein Brands, programmamanager Maritiem cluster Urk, vertelde tijdens de borrel: “Ik heb zelf aangestuurd op Urk en ik ben er zeer content mee.” Er zijn genoeg puntjes en aanknopingspunten om aan te haken. “Wij moeten de stap naar robotica nog maken.” Er komt een maritieme campus op Urk.

Tevreden

Er zijn in de Sectoragenda Maritieme Maakindustrie al vijf regio’s benoemd”, aldus Monhemius. “In de regio Amsterdam gebeurt heel veel; die zien we graag ook aansluiten.”

Zo zijn er meerdere regio’s. “Uiteindelijk moeten we samenwerken als Nederland. Ik ben blij met de bedrijven die gekomen zijn. Ze hebben samen enorm veel kennis.” De bedrijven moeten samen de kennis leveren voor de studie. “Wij ondersteunen ze.”

“Fantastisch wat een dynamiek en energie zich in de regio’s heeft samengevoegd en afgespeeld”, concludeerde Kees van der Staaij, kabinetsgezant Maritieme Maakindustrie. Hij sprak van een kraamkamer voor de toekomst. “Deze bijeenkomsten zijn goed om zien wat we samen kunnen doen om onze internationale concurrentiepositie te verbeteren door slim samenwerken.”

Door Evert Bruinekool

 

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -