Er gloren nieuwe markten voor de binnenvaart. Maar de kansen op potentiële groeimarkten gaan gepaard met onzekerheden. Dat concludeert de CCR in een op 8 maart verschenen rapport. De Centrale Commissie voor de Rijnvaart deed het onderzoek in samenwerking met de Europese Commissie.
Volgens het rapport Een beoordeling van nieuwe marktkansen voor de binnenvaart zijn er goede perspectieven op drie markten:
– stedelijk vervoer van passagiers en vracht
– nieuwe vrachtstromen dankzij de circulaire economie
– vervoer van hernieuwbare energie of grondstoffen en onderdelen die nodig zijn voor de productie daarvan
Geen rijpe vruchten
Het zijn markten die volgens de CCR veel potentie hebben. Maar de Commissie voegt daar wel aan toe “dat deze markten nog niet voldoende ontwikkeld zijn om gemakkelijk door de binnenvaartsector ontsloten te worden, of de binnenvaart heeft nog niet al haar kansen waargenomen. De redenen daarvoor hangen samen met technologische uitdagingen, risico’s en onzekerheden, naast een grote intermodale concurrentie.”
Eén ding maakt het rapport wel duidelijk: die nieuwe markten laten zich niet als “rijpe vruchten” plukken door de binnenvaart. Het zal de nodige moeite, doorzettingsvermogen en inventiviteit vergen. Er is veel concurrentie van andere modaliteiten te verwachten, er zijn commerciële en technische uitdagingen, risico’s en onzekerheden. Naast automatisering en digitalisatie zijn volgens de CCR nieuwe scheepsontwerpen – bijvoorbeeld voor het integreren van batterijen of waterstoftanks – en scheepsgroottes nodig, maar ook nieuwe logistieke concepten.
Bedreigingen
Politiek heeft vervoer over water de wind in de rug. Het wordt beschouwd als een belangrijk middel voor de transitie naar duurzamer vervoer en een klimaatneutraal Europa. De Europese Commissie wil een flink deel van de lading die nu over de weg gaat naar het water overhevelen.
Aan de andere kant heeft de binnenvaart te maken met verschillende bedreigingen. Laag water en de negatieve gevolgen daarvan en de afname van bepaalde goederensegmenten. Met op stip steenkool. Dat is een gevolg van de energietransitie is dat het gebruik daarvan voor de productie van elektriciteit wordt afgebouwd. Er valt straks dus ook geen steenkool meer te vervoeren.
Onzeker
Maar de energietransitie levert vooral ook allerlei kansen op. In de vorm van nieuwe ladingsoorten en onderdelen voor de productie van hernieuwbare energie. “De nieuwe markten vereisen van de binnenvaartsector echter bepaalde aanpassingen”, voorziet de CCR. Die nieuwe ladingsegmenten vragen namelijk om nieuwe logistieke oplossingen, met nieuwe type schepen en nieuwe operationele gebieden.
Binnen de markt van alternatieve energiebronnen vermeldt het rapport drie verschillende deelmarkten: windturbines, biomassa/biobrandstof en waterstof. Lastig is dat daar nogal wat onzekerheid mee verbonden is. De CCR heeft het over “een vrij hoog risico dat voortvloeit uit de regelgeving en de politiek en uit deels onbekende overgangstrajecten in de toekomst”. Het vervoer voor de energiesector is afhankelijk van de opwekking van een bepaald soort energie in bepaalde volumes per jaar, die zelf weer afhankelijk is van politieke en regelgevende stimuleringsmaatregelen. Ook technologische ontwikkelingen zijn van invloed.
Binnenhavens
Voor de circulaire economie heeft de binnenvaart er belang bij om aan te haken bij binnenhavens. Die spelen hiervoor namelijk een essentiële rol. Als voorbeeld van een bestaande markt waar binnenvaart en binnenhavens hand in hand opereren in circulaire ketens noemt de CCR het gebruik van schroot, ijzer- en ander metaalafval voor de staalproductie.
Havens zijn meestal dicht bij stadscentra, industrieën en bedrijventerreinen gelegen. “De hoge concentratie van grondstoffen en reststromen van tal van industriële en logistieke activiteiten die in havens te vinden zijn, en de nabijheid van grote stedelijke agglomeraties, maken ze namelijk ideale plekken voor circulaire economie-activiteiten. De nabijheid van circulaire economie-activiteiten in de buurt van binnenhavens is zeker een kans die de binnenvaart kan grijpen.”
Nieuwe stadslogistiek
Kansen gaan gepaard met onzekerheden. Dat geldt voor alle drie de potentiële groeimarkten. Ook die van stedelijk vervoer door de binnenvaart. Dat “leidt bijvoorbeeld niet alleen tot een ander soort vracht dat wordt vervoerd (bijvoorbeeld pakketten in plaats van bulkgoederen), maar ook het gebied waar de activiteiten ontplooid worden, verandert (stedelijke logistiek in plaats van grensoverschrijdend vervoer), met andere logistieke kenmerken (korte afstanden in plaats van vervoer over een lange afstand) en andere typen schepen (kleinere schepen in plaats van grotere schepen).”
Gedacht kan ook worden aan nieuwe concepten met bijvoorbeeld zelflossende schepen met laad- en losapparatuur aan boord en vaartuigen die voor drijvende voorraad ingezet kunnen worden. Kleding zou zodoende vlak bij winkels kunnen worden opgeslagen en snel beschikbaar zijn bij een piek in de vraag.
Zelf ook vergroenen
Met stedelijk vervoer van goederen, passagiers en afval kan de binnenvaart de behoefte van de maatschappij en van overheden invullen als oplossing voor toenemende problemen: slechtere bereikbaarheid over de weg en vervuiling door (vracht)auto’s in dichtbevolkte regio’s. “Hoe groter deze problemen worden, hoe meer de binnenvaart zich kan positioneren als een adequate oplossing”, voorspelt de CCR. Het betekent wel dat binnenschepen zelf moeten vergroenen om te kunnen voldoen aan de eisen van de nieuwe stadslogistiek en om geloofwaardig te zijn.
Maar daar moet op gewacht worden, adviseert de CCR. Op weg naar zero emissie van de schepen is het goed om al ervaring op te doen in het stadsgoederen-, passagiers- en afvalvervoer. Deze nieuwe marktactiviteiten zijn belangrijk om geschikte logistieke concepten te proberen en te verbeteren. Ook ontstaat zodoende meer inzicht in de behoeften aan de vraagzijde in de stadslogistiek: belevering van supermarkten en bouwprojecten, pakketbezorging, afvalvervoer enzovoort.