MARIN krijgt te weinig overheidsgeld. De rijksbijdrage is drastisch verlaagd en daardoor dreigt het onderzoeksinstituut in Wageningen niet de onderzoeken te kunnen doen die voor de toekomst van de maritieme sector nodig zijn. Bij de presentatie van het nieuwe strategieplan van het Maritiem Research Instituut Nederland (‘Better Ships, Blue Oceans!’) luidde directeur Bas Buchner de noodklok.
De toekomstvisie richt zich op de maatschappelijke uitdagingen waaraan MARIN en de maritieme sector kunnen bijdragen. Directeur Bas Buchner: “Schoon en veilig transport over het water en duurzame energiewinning op zee vragen om kennis en innovatie. Hoe krijgen we emissieloze schepen, voorkomen we ongelukken met passagiersschepen en zetten we de zee in bij de energietransitie? Onze drijvende oplossingen voor steden en havens bieden ruimte in tijden van zeespiegelstijging en overbevolking. We hebben dus een duidelijke koers voor de toekomst. Maar we dreigen vast te lopen omdat onze rijksbijdrage tot slechts 7 procent is gedaald.”
Schoner, slimmer en veiliger
MARIN wil schepen schoner, slimmer en veiliger maken en bijdragen aan een duurzaam gebruik van de zee. Vandaar de lopende projecten ‘Blauwdruk 2050 (de maritieme wereld voorbij de horizon)’ en de ‘Blauwe route’ die dele uitmaken van de Nationale Wetenschapsagenda.
Buchner: “Daarom het motto: Better Ships, Blue Oceans! Met de maritieme sector willen we uit de crisis komen door samen baanbrekende innovaties te ontwikkelen. Ook gaan we door met onze gratis testperiodes voor innovatieve MKB’ers.”
MARIN wil ook kennispartner zijn voor de overheid. “Maritiem toegepast onderzoek is essentieel voor scheepvaartveiligheid, schoon vervoer over het water, efficiënte havens en een effectieve Koninklijke Marine. De Nederlandse verantwoordelijkheid en belangen houden niet op bij onze landsgrenzen!”
Onder druk
Een onafhankelijke evaluatiecommissie onderzocht onlangs het toegepast onderzoek in Nederland, in opdracht van het ministerie van Economische Zaken. Die EMTO-commissie prees de kwaliteit en impact van het MARIN-onderzoek: Die behoren tot de wereldtop.
Maar de commissie uitte ook “grote zorgen over de financiering van MARIN: zonder investeringen op korte termijn in de strategische kennisbasis van MARIN én middelen voor het vernieuwen en uitbouwen van de onderzoeksfaciliteiten staat de vooraanstaande positie van MARIN onder grote druk.’
De rijksbijdrage is naar de mening van de commissie “onder de kritieke ondergrens gezakt”. 15 tot 20 procent van de omzet noemde de commissie als ondergrens voor het kunnen opbouwen van een strategische kennisbasis en het bijdragen aan vroege innovaties voor de maatschappij en maritieme sector.
Buchner: “We zijn blij dat deze commissie dit nu objectief vaststelt, want de situatie is echt urgent. De toekomst van MARIN en de Nederlandse maritieme sector staat op het spel.”
De Tweede Kamer maande de regering begin dit jaar al tot spoed met het invullen van de rijksbrede Maritieme Strategie op dit punt. De Kamerbreed aangenomen motie van Lutz Jacobi en Betty de Boer vroeg de regering binnen enkele maanden met een plan te komen om de financiering van MARIN substantieel te verhogen. Ook de Kamer vindt dat door de lage overheidsfinanciering de toekomst van MARIN als toonaangevend instituut onzeker is.
Verontrustend
MARIN is er bij het schrijven van zijn nieuwe strategieplan van uitgegaan dat de regering de Kamermotie uitvoert en vanaf 2018minimaal het advies van de EMTO-commissie volgt. Buchner: “Dat vraagt nu wel urgente actie in Den Haag, maar eerlijk gezegd is het nog verontrustend stil. En dat terwijl de concurrentie voor de Nederlandse maritieme sector uit het Verre Oosten oprukt en ook Europese landen investeren in maritiem onderzoek en faciliteiten.”
Hij geeft Noorwegen (450 miljoen euro voor een Ocean Space Centre) en Vlaanderen (30,7 miljoen voor een testfaciliteit in Oostende) als voorbeeld. Buchner: ”Deze landen hebben oog voor het toekomstig belang van de zee. Blue Growth is daar een politiek thema.”
“Maar in Den Haag is tot nu toe geen financiële steun te vinden voor ons Seven Oceans Simulator (SOS) centrum. Dat Virtual Reality centrum willen we ontwikkelen voor het verhogen van de scheepvaartveiligheid, ontwikkelen van effectieve marineschepen en het onderzoeken van maritieme innovaties zoals zelfvarende schepen. Naast onze testfaciliteiten hebben we zo’n simulatorcentrum nodig om als Nederland wereldwijd leidend te blijven als maritiem land. Het is essentieel dat het volgende Kabinet investeert in het toegepast onderzoek in Nederland en de toekomst van de zee. De maritieme plannen liggen er klaar voor!”