Ik wil graag uw aandacht vragen voor de volgende situatie. De rivier de Maas is de voeding van het Belgische Albertkanaal, de Zuid-Willemsvaart, de Kempische kanalen, de Grensmaas en het Julianakanaal. Voor de onderlinge verdeling is een akkoord gesloten door de betreffende beheerders.
De normale vaardiepte vanaf sluis Lith tot aan Namur is 3 meter. De Waalse vaarwegbeheerder houdt het water ten zuiden van de sluis van Ivoz-Ramet – dat is dus de meest noordelijk sluis op het Waalse deel van de Maas, netjes op 3 meter. Echter ten noorden van de sluis van Ivoz-Ramet tot aan de Nederlands-Belgische grens heeft men inmiddels een diepgangbeperking ingesteld van 3 naar 2,1 meter. De binnenvaart loopt hierdoor zeer grote economische schade op aangezien men vanuit Nederland naar het zuiden of richting Antwerpen altijd over deel van 2,1 meter moet.
Ook de modal shift zal hierdoor negatief voor de binnenvaart uitvallen en er zullen meer tonnen per as naar diverse bestemmingen gaan. De vaarwegbeheerder in Wallonië gebruikt dus het waterbekken dat tussen Genk, Ivoz-Ramet en Lixhe ligt als reservoir en houdt zelf bovenstrooms van Ivoz-Ramet het water vast.
Dat er een watertekort is door de droogte , daar zal iedereen mee moeten leven. Het lijkt mij dan echter aannemelijk dat er over de hele lengte van de vaarwegen die afhankelijk zijn van de Maas een gelijkmatige vermindering wordt doorgevoerd. En niet op een klein deeltje van de rivier.
Er is door de vertegenwoordigers van de sector binnenvaart meerdere malen geklaagd over de beperkingen in deze vorm maar men laat de stuwen op de Maas bovenstrooms vanaf Ivoz-Ramet toch dicht staan.
Nico Evens
