Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en Koninklijke Schuttevaer vinden dat er op korte termijn iets moet gebeuren aan de onveilige situatie op het Amsterdam-Rijnkanaal. Ze schrijven vandaag in een gezamenlijke verklaring: “We krijgen steeds meer klachten over de manier waarop collega’s over het kanaal varen. Onlangs brak een schip los terwijl het gezin lag te slapen. De chaos was enorm en het is een wonder dat er geen persoonlijke ongelukken gebeurd zijn.”
“De maximale snelheid op het kanaal is 18 kilometer per uur. Maar dat wil niet zeggen dat je ook zo hard moet varen”, aldus de organisaties, die samen het Brancheoverleg Binnenvaart vormen. “Het probleem speelt al jaren, maar wij vinden dat er iets aan moet gebeuren. We willen graag gezamenlijk namens en met de binnenvaartondernemers naar oplossingen zoeken zodat de beschikbare ligplaatsen in ieder geval op een veilige manier gebruikt kunnen worden.”
Tussen de oren
Op de beschikbare plaatsen moet je gewoon veilig kunnen liggen en niet midden in de nacht, of wanneer dan ook, opgeschrikt worden door een collega die met een te hoge snelheid voorbij komt met alle gevolgen van dien, vinden Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en Koninklijke Schuttevaer.
“Het plaatsen van borden die een lagere snelheid aangeven is geen oplossing. Dit zou betekenen dat ook wanneer er geen schepen liggen de aangeven snelheid van toepassing is. Het moet tussen de oren van de schipper komen dat het te hard langs varen tot gevolg kan hebben dat je problemen veroorzaakt bij een collega. Elke schipper kent zijn eigen schip het beste en weet wanneer hij overlast veroorzaakt.”
Oproep
“Wij doen een dringende oproep aan de schippers om uit eigener beweging mee te werken. Wanneer het dan toch mis gaat, vragen wij de schepen die hinder ondervinden aangifte te doen bij de sector Maarssen, Wijk bij Duurstede of Schellingwoude en hier een klacht neer te leggen. Het losbreken van een schip terwijl het gezin lag te slapen is nu één keer gebeurd; dat is één keer te veel en moet wat ons betreft niet opnieuw gebeuren.” Aldus het Brancheoverleg Binnenvaart.