De binnenvaart heeft gunstige perspectieven. Over een jaar of vier zijn de sector en de schepen hard nodig. Het is alleen wel zaak tot die tijd te overleven. De Rabobank wil zijn klanten daarbij helpen. Want: “Rabobank gelooft in deze sector. We hebben dat tot op het hoogste niveau binnen de bank opnieuw bevestigd. De raad van bestuur heeft gezegd: ‘We zijn er trots op dat we zo sterk in deze sector zitten.’” Dat zei Rabobank-topman Dirk Duijzer dinsdag 29 december tijdens de jaarlijkse binnenvaartbijeenkomst van Rabobank Krimpenerwaard in Ouderkerk.
Dirk Duijzer gaf uitleg over de economische crisis, de gevolgen voor de binnenvaart, en de visie van de bank op de bedrijfstak. Duijzer is directeur sectormanagement Bedrijven bij Rabobank Nederland, waaronder ook de binnenvaart valt. Verder is hij voorzitter van het platform Binnenvaart binnen de Rabobank-organisatie.
Rabo-topman Dirk Duijzer: "De afgelopen jaren was de euforie te groot: alles kon."
De toekomstverwachting voor de bedrijfstak is gunstig, maakte Duijzer duidelijk. Gunstiger dan voor veel andere branches. “Iedereen is het erover eens dat de schepen straks hard nodig zijn; over een jaar of vier. Misschien nog wel meer dan in het hoogseizoen 2008.” Een ander pluspunt is volgens hem dat schippers meer dan andere ondernemers bereid zijn ervoor te vechten om hun bedrijf te laten overleven.
Zij aan zij
Rabobank is marktleider in de binnenvaart (met een geschat marktaandeel van 60 procent). Die positie wil de bank vasthouden, en daarom wil ze de huidige crisis zij aan zij met klanten uit de branche doorkomen. Niet alleen Duijzer zei dat, ook sprekers van Rabobank Krimpenerwaard bevestigden dat: algemeen directeur Martijn Spijk, directeur bedrijven Arjan Staal en accountmanager voor de binnenvaart Tim Nagel.
Tim Nagel wees op “de spagaat tussen het belang van de sector en van de individuele binnenvaartondernemer”.
Rabobank is aanzienlijk minder gehavend uit de kredietcrisis tevoorschijn gekomen dan andere banken. De coöperatieve structuur, de beperkte activiteiten in risicovolle bancaire producten en de nadruk op de Nederlandse markt – die in de hoogtijdagen van de financiële markten door de buitenwacht vaak als nadelen werden gezien – vormden als het ware een bescherming.
Spagaat
“De afgelopen jaren was de euforie te groot: alles kon. Er zijn enorme investeringsplannen ingediend. Mensen wilden ineens van één schip naar twee, naar drie, naar vijf. Hoge vrachtprijzen en dure schepen. We krijgen de vraag: waarom heeft de bank niet ingegrepen? Daarop zeg ik: ondernemers hebben het dus ook niet gezien. Met elkaar zagen we kennelijk te weinig."
Tim Nagel wees op “de spagaat tussen het belang van de sector en van de individuele binnenvaartondernemer”. Ook de mensen die wel de vrees uitspraken dat de komst van nieuwe, grote schepen tot overcapaciteit zou leiden, besloten “thuis aan de keukentafel toch maar te investeren omdat die blauwe brief van de Belastingdienst zo zwaar was”.
“De schok was onverwacht, scherp en is hard aangekomen”, keek Duijzer terug. “Als je dit jaar bent doorgekomen, heb je daarmee al heel veel verwerkt. Maar er is nog een lange weg te gaan.”
(Lees het uitgebreide verslag in de Binnenvaartkrant van 12 januari.)
Arjan Staal, Dirk Duijzer, binnenvaartondernemer Teun de Jong en Tim Nagel (vlnr) beantwoorden vragen uit de zaal. (foto’s MGR)
