Na zeven recordjaren op rij moest Antwerpen in 2009 een daling van de overslag verwerken: een prognose van de jaarcijfers levert een totaal op van circa 158 miljoen ton. Dat zou een verlies betekenen van 31,5 miljoen ton (16,7 procent) ten opzichte van vorig jaar.
Met iets meer dan 100 miljoen ton kende de behandeling van general cargo een daling van zo’n 18 procent tegenover 2008. Het conventioneel stukgoed was met 10,3 miljoen ton verantwoordelijk voor een scherpe daling binnen dit segment: een verlies van 6,6 miljoen ton (-39,4 procent). Dit had zijn gevolgen voor de werkgelegenheid gezien de hoge arbeidsintensiviteit die de behandeling van deze goederen kenmerkt. De werkloosheid bij de havenarbeiders lag dan ook het hoogst van de voorbije vijftien jaar.
Grotere containerschepen
De containertrafiek heeft zich na het eerste kwartaal gestabiliseerd en wordt geraamd op 87 miljoen ton (-14,1 procent). Vooral in dit segment was er een opmerkelijke verschuiving. Rederijen schrapten volledige loops en zetten in op minder en vooral grotere schepen.
“In deze context is de definitieve goedkeuring van de nieuwe op- en afvaartregeling door de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart (9 december) dan ook een belangrijke bevestiging van de toegankelijkheid van Antwerpen. Tijdens de proefperiode die liep van 7 april tot midden november kwamen er al 30 van de grootste containerschepen naar de haven. De verruiming van de vaargeul van de Westerschelde zal de positie van
Antwerpen de komende jaren versterken.” Aldus het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen. “We verwachten dat de werkzaamheden na de uitspraak van de Nederlandse Raad van State in januari-februari kunnen starten”, zeggen voorzitter Marc Van Peel en gedelegeerd bestuurder Eddy Bruyninckx.
Crisis in staalindustrie
Massagoed klokt voorlopig af op 57,3 miljoen ton, wat een terugval betekent van 14 procent. Dat is volledig toe te schrijven aan het droog massagoed. Vooral de terugval van kolen (-36 procent) en ertsen (-65 procent) was groot. In beide gevallen is de daling voornamelijk toe te schrijven aan de crisis in de staalindustrie.
Het vloeibare massagoed (+ 0,9 procent), en specifiek de petrochemische sector, “is een bijzonder stabiele factor gebleken en ondersteunt de positie van Antwerpen als tweede petrochemisch centrum van de wereld”.