592 miljoen euro trekt het kabinet in 2023 uit voor onderhoud en vernieuwing van de hoofdvaarwegen. Dat staat in het Mobiliteitsfonds, onderdeel van de rijksbegroting voor 2023 die op Prinsjesdag (20 september) werd gepresenteerd.
Dat bedrag is 50 miljoen meer dan dit jaar. Volgens vertegenwoordigers uit de binnenvaart is het nog steeds veel te weinig. Voor zowel 2024 als 2025 is meer dan 700 miljoen per jaar gebudgetteerd. In de jaren daarna daalt het onderhoudsbudget: naar 352 miljoen in 2026 en 270 miljoen in 2027.
In totaal kost het hoofdvaarwegennet komend jaar iets meer dan 1.350.000 euro. Dat is bijna 180 miljoen euro minder dan waar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor dit jaar van uitgaat.
“Fors geld uittrekken”
“Onze wegen, vaarwegen en ons spoor hebben onderhoud nodig. Daar trekken we fors geld voor uit”, zo staat in de toelichting op de Miljoenennota. Van de 4 miljard euro die minister Harbers en staatssecretaris Heijnen in 2023 willen investeren, is 2 miljard voor het spoor bestemd. 1 miljard euro gaat naar wegen. De vaarwegen moeten het met beduidend minder doen: 500 miljoen euro. Er gaat zo’n zelfde bedrag naar waterbeheer, onder meer voor dijken.
“Onze wegen, ons spoor, onze vaarwegen, ze worden iedere dag intensief gebruikt”, aldus Harbers. “We gebruiken ze voor onze reis naar ons werk, studie, familie en vrienden en voor een dagje uit. Ook de goederen die we elke dag gebruiken, worden vervoerd over spoor, weg en water. Ze zijn voor iedere Nederlander van groot belang en daarom moeten we zorgen dat ze goed onderhouden worden en veilig zijn. Zo houden we Nederland goed bereikbaar.”
