- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuws50 jaar Scylla: “We gaan altijd voor het beste”

50 jaar Scylla: “We gaan altijd voor het beste”

- Advertentie -

Delen

Rederij Scylla bestaat 50 jaar. Het bedrijf werd in 1973 opgericht door André en Martha Reitsma. Hun gedrevenheid voor perfectie legde de basis. Hun zoons Arno en Robert bouwen er met hetzelfde vuur op voort. Scylla AG geldt voor velen in binnen- en buitenland als hét lichtend voorbeeld.

In een dubbelinterview vertellen André en Robert Reitsma over het  ontstaan, de ontwikkeling en de ziel van de bijzondere en succesvolle pionier in de riviercruisevaart. Die nooit te beroerd was om het voortouw te nemen. Of het nu ging om nieuwe vaargebieden, revolutionaire scheepsontwerpen en technieken of baan­brekende concepten.


Dit interview komt uit de Binnenvaartkrant van 7 november 2023. Daarin staat een special over 50 jaar Scylla


 

Initium

De officiële start wordt gemarkeerd door de aankoop en ombouw van het motorschip Damco 21. Dat was vijftig jaar geleden, in 1973. Maar eigenlijk waren André en Martha al een paar jaar eerder in de cruisevaart begonnen. Samen met Andre’s vader. “Ik was gewoon schipper op de beroepsvaart en ik voer veel ijzer van Duitsland naar Bazel. In 1969 zei ik tegen m’n vrouw: ‘Zullen we een sleepboot laten ombouwen om met passagiers te gaan varen?’ Er lagen veel sleepboten stil, want de duurvaart was in opkomst.”

De keuze viel op de Zwitserse Rudolf Gelpke. Die werd omgetoverd tot Triton. Zo heette voorheen ook het vrachtschip. “De ombouw is gedaan bij Van Mill. En dat was hier, exact op deze plek.”

‘Deze plek’ is de Rivierdijk 458 in Hardinxveld-Giessendam. Hier heeft Scylla sinds kort een eigen (afbouw-)locatie aan het water. Op een steenworp afstand van Da-Capo, waar de rederij jarenlang riviercruiseschepen afbouwde. Het complex, waar ook leveranciers en partners een ruimte huren, is Initium genoemd. Kenners van klassieke talen weten dat dat ‘begin’ betekent. “Hier is het begonnen…”

Vlnr: Arno, Martha, André en Robert Reitsma. (foto Scylla AG)

Patent tot Bazel

André had contact met Feenstra uit Arnhem, tegenwoordig Feenstra Rijn Lijn en destijds al een bekende rederij in de passagiersvaart. In ruil voor commissie brachten zij klanten aan. “Ik had een patent tot Bazel. De Nederlandse passagiersschepen voeren nog niet zo ver naar boven. Dus ik stelde Feenstra voor om van Arnhem naar Bazel en terug te varen. Daar waren de mensen toen heel happig op…”

Zwitserland was ver en bijzonder en daardoor in trek. “Maar ze kwamen niet verder dan Bazel. Dan kon je wel een bustocht maken, en dan was mijn vrouw de reisleidster.” Een kolfje naar Martha’s hand, want ze was opgeleid als hotelmanager.

Douches en toiletten op de gang

Op de Triton was plek voor 96 gasten. André: “Maar dat waren heel kleine kamertjes. Zonder toilet, met alleen nog een wasbakje. De douches en toiletten waren op de gang, centraal.” Robert: “Je kunt het bijna vergelijken met een hostel van nu.”

Er was veel animo, André en Martha waren succesvol. “In 1973 besloten we te gaan expanderen. Dat lukt toen ik de gelegenheid kreeg om de Damco 21 te kopen. Dat schip was een stuk jonger.”

André en Martha gingen in goed overleg met Reitsma senior zelfstandig verder. “Omdat wij altijd op Bazel voeren, richtte ik een AG op in Zwitserland. Zwitserse hotels stonden veel beter bekend als de Nederlandse, en een schip kon je registreren waar je wilde. Dus dat heb ik toen gelijk in Zwitserland gedaan.”

(foto Scylla AG)

Niet zo’n positieve naam

De riviercruisevaart stond in die jaren nog in de kinderschoenen. Er waren wel een paar rederijen, maar veel minder dan nu. Er waren veel minder schepen ook. André: “Een stuk of vijftien. Je had in Duitsland de KD, dat was dé firma op de Rijn. Vanuit Nederland voeren Feenstra en Stichting Watertransport. En dan waren er enkele particulieren met vracht­schepen die ‘s zomers het ruim ombouwden en een paar maanden met passagiers voeren.”

Ook het nieuwe schip, dat net als de rederij Scylla ging heten, werd compleet verbouwd. “Later bleek dat niet zo’n positieve naam”, bekent André. Scylla is afkomstig uit de Griekse mythologie. Ze kozen die naam omdat Scylla een nimf was; achteraf bleek ze echter te zijn veranderd in een zeemonster. “Ach, we vonden het gewoon een leuke naam.”

Scylla was niet uit de lucht komen vallen; het paste bij Triton, eveneens een nautische naam uit de Griekse oudheid.

Luxe en comfort

De Scylla was 6 meter langer dan de Triton maar ook hier was aan boord plek voor 96 gasten. “Maar met een restaurant en een aparte salon”, zegt Robert, met bewondering voor die keuze. Want dergelijk comfort was destijds niet gebruikelijk.

André: “Bij Feenstra vonden ze dat te duur en te luxe. Zij hadden geen klanten die daarvoor wilden betalen, dachten ze.”

André en Martha gingen daarom in zee met Danzas, een bekende Zwitserse touroperator. “Die zei: ‘Ik wil dat schip wel voor het hele jaar charteren.’ Dat was geweldig en daar hebben wij enorm veel succes mee behaald.” Al snel volgden andere vooraanstaande touroperators, zoals Imholz en Kuoni.

(foto Scylla AG)

Eerste nieuwbouw

“We moesten groeien, want we kregen zoveel klanten. Het ging echt hard”, legt André uit. “Dus toen hebben wij in 1977 opdracht gegeven om een nieuw schip te bouwen.” Robert: “Echt nieuw. De eerste nieuwbouw: de Calypso.”

“Dat was heel leuk om te doen. Bij Peters in Kampen”, zegt André. Zoals ze later ook steeds zouden doen, legden ze de lat meteen flink hoger. Meer comfort, meer voorzieningen en meer ruimte aan boord. “We hebben de Scylla ook aangepast. Aan dezelfde eisen. Dus die hebben we toen 12,50 meter verlengd.”

Na de Calypso duurde het zes jaar tot de volgende nieuwbouw: ms Olympia. Daarna zou er nooit meer zoveel tijd tussen zitten…

Tsjernobyl

Maar in 1986 diende zich de eerste grote tegenslag aan: de kernramp in Tsjernobyl. André legt uit hoe het kwam dat Scylla daardoor werd geraakt: “We waren net begonnen met de eerste Amerikaanse gasten. Geen enkele Amerikaan kwam meer naar Europa. Dat was echt verschrikkelijk.”

Ze zaten niet bij de pakken neer, maar gingen op zoek naar andere doelgroepen. “Samen met een medewerker ben ik door heel Europa gereden om onze reizen aan de man te brengen. Overal: bij reisbureaus maar ook bij kranten om samen lezersreizen te verkopen. Zo probeerden we dat jaar, dat verloren was, de schepen nog enigszins te vullen met gasten.”

Robert: “Misschien was het wel goed, want daardoor kreeg je opeens nieuwe markten.” André: “Ja, maar het was enorm spannend.”

Bovenkant van de markt

Het duurde lang voordat de Amerikaanse markt weer op gang kwam. “Vanaf het jaar erna hebben we het weer langzaam kunnen opbouwen.” Robert: “Maar allemaal heel kleinschalig en je bent nog lang daarna heel voorzichtig gebleven met die Amerikaanse markt.”

Dat beaamt André: “Eigenlijk pas ergens begin 2000 gingen we er weer voor.” Robert: “Nu vaart een derde van onze vloot voor Amerikaanse touroperators.”

Hun klanten zitten aan de bovenkant van de markt, verlangen de meeste luxe, comfort en vierkante meters per gast. Ze zijn ook bereid daarvoor te betalen, legt Robert uit: “Logisch: ze moeten naar Europa komen en dat kost al een x-aantal dollar. Dus dat beetje meer geld voor een goed schip en grotere kamers, hebben ze er veel makkelijker voor over.”

(foto Scylla AG)

De ontwikkelingen vielen echter niet stil. Integendeel: Scylla kwam in 1988 met een heel nieuw schip: met de Switzerland zette de rederij een nieuwe standaard.

“Het had bijvoorbeeld een binnenzwembad en een sauna”, vertelt Robert. “Maar het had ook een ander soort aandrijving, met Z-drives. Geen roeren meer en een kleinere machinekamer. Qua afmetingen was het ook al voorbereid op de opening van het Main-Donaukanaal.”

De Switzerland markeerde het begin van een reeks schepen die Scylla bouwde, en die steeds mooier en groter werden. André: “Toen die op de markt kwam, was die zó geliefd bij touroperators… Die wilden ze allemaal hebben.”

President aan boord

Het Main-Donaukanaal, dat de vaargebieden van de Rijn en de Donau verbond, ging in 1992 open. “Van tevoren hadden wij daar in Beieren goed rond­gekeken: hoe groot zijn de sluizen, hoe hoog is het, enzovoort, enzovoort”, vertelt André. “Bij de feestelijke opening voeren wij mee van Nürnberg naar Kelheim. De Duitse president (Richard von Weizäcker, red.) was bij ons aan boord. Het grappige was dat wij daar konden varen en de KD niet, die had geen schepen die er pasten.”

Met het nieuwe kanaal kwam er een nieuw, aantrekkelijk vaargebied binnen bereik. Nog steeds verzorgt Scylla jaarlijks veel Donaucruises.

Het bedrijf wist in de loop van vijftig jaar steeds nieuwe rivieren, routes en bestemmingen toe te voegen. Maar altijd na gedegen voorbereiding. “Voor we in 1990, al snel na de val van de Muur, als eerste op de Elbe een schip inzetten, had ik daar een maand of drie vertoefd. Om te zien met welke diepgang je er kon varen maar ook wat er allemaal te zien was, welke excursies we konden samenstellen. Toen had je nog geen internet hè, om informatie en plaatjes op te zoeken.”

Pionier

Een ander avontuur was varen op de Po. Scylla startte daar als eerste buitenlandse rederij in 1996. De Olympia werd ervoor aangepast en omgedoopt tot Venezia. Vanuit de gelijknamige stad voerde Scylla tien jaar lang cruises uit.

“We zijn ermee gestopt; het werd ons aan alle kanten moeilijk gemaakt. Ons probleem was de Zwitserse vlag en daar hadden de Italianen veel problemen mee, want Zwitserland hoort niet bij de EU. Er moesten bijvoorbeeld Italiaanse mensen aan boord werken.”

Ook op de Portugese Douro gold Scylla als pionier. Daar is de rederij sinds 2019 met succes actief. “Ons Douro-schip, de Andorinha, was voor mij echt wel een van de hoogtepunten qua scheepsontwerp en scheepsbouw”, vertelt Robert.

“Om daar een schip te maken dat beperkt groot en hoog is en dan de gasten toch heel veel kunnen bieden. Er is bijvoorbeeld een restaurant boven op het dek. Maar dat gaat niet onder de bruggen door, dus dat moeten we dan inklappen. Het dek is eigenlijk geen dek meer, maar een terras. Het ziet er niet meer uit als een schip… Meer als een resort. We hebben daarmee zo’n enorme sprong vooruit gemaakt.”

Binnenkort start in Hardinxveld de afbouw van een tweede Douro-schip: de Porto Miranto. Volgend jaar komt het in de vaart.

Binnenhuisarchitect

In 1979, een jaar nadat de Calypso in de vaart kwam, stopten André en Martha met varen. “Met twee schepen moest er veel geregeld worden. Dat ging beter vanaf de wal.”

Martha werkte ook daarna altijd volop mee. “Ze was van grote waarde. Mijn vrouw wist hoe je gasten moestverwennen. Eerst gewoon met een bloemetje in de hut of een ander kleinigheidje, met een glimlach en een praatje aan de bar.”

“Maar ook voor de inrichting van de schepen”, merkt Robert op. “Precies, jazeker”, reageert André. “Daar had ze kijk op. Ze heeft ook speciaal een opleiding tot binnenhuisarchitect gedaan. Nu nog vragen ze op kantoor soms of ze wil komen kijken als ze iets nieuws hebben bedacht… Vragen ze wat zij ervan vindt.”

De schepen werden in de loop der tijd groter en groter. 135 meter is wel het maximum, vindt Robert. En als het aan hem ligt, moeten ze ook niet te breed zijn. Met 17,50 meter kun je alleen op de Rijn óf de Donau varen. “Hoe groter je schip, hoe kleiner je vaargebied.”

(foto Scylla AG)

VIVA Cruises

Niet alleen de vloot groeide. Scylla breidde ook het aantal activiteiten uit. Zo is er sinds 2018 een eigen reisbureau: Viva Cruises. Dat opereert vanuit in Düsseldorf en richt zich met eigen schepen rechtstreeks op de
consumentenmarkt. Ze hebben allemaal VIVA in hun naam. Het jongste schip kwam dit jaar in de vaart, de VIVO Two.

Het hoofdkantoor van Scylla is nog steeds in Zwitserland gevestigd. Daar zitten de afdeling verkoop en de boekhouding. Vanuit het kantoor in België worden operationele zaken geregeld: inkoop, food & beverage, personeel, en technische ondersteuning. In Hardinxveld is de vestiging voor nieuwbouw en onderhoud en op Cyprus ie een kantoor dat personeelszaken voor collega’s met een Cypriotisch contract regelt.

Dankbaar

André is blij dat het bedrijf door zijn zoons wordt voortgezet. “Het stemt me gelukkig dat ik het kon overdoen aan de jongens. En om te zien hoe goed ze het doen.”

In 1989 kwam Arno in de zaak, in 1991 volgde ook Robert. “En in 2001 heb ik ze ieder een derde van de aandelen kunnen geven.” In 2005, toen hij 65 werd, verkocht hij ook zijn laatste aandelen.

Dat alles ging gemoedelijk. Dat blijkt ook uit de woorden van Robert: “Wat ik heel mooi vond, is dat je toen zei: ‘We zijn maar met z’n drieën, en als jullie het met elkaar eens zijn, dan heb je mijn mening niet nodig. Knap vind ik dat. Als oprichter en eigenaar wordt van je verwacht dat je overal een mening over hebt. Je moet ook wel. Dus pa was best wel aanwezig, laat ik het zo zeggen… En als je het dan op het moment dat je zoons erbij komen, kunt loslaten, vind ik dat klasse! Zo heeft hij ons ook de kans gegeven om ons en het bedrijf verder te ontwikkelen.”

André: “Dat is goed. En gezond. Om te zien dat een nieuwe generatie er op onderdelen anders over denkt. Geen zwaarwegende zaken, hoor, maar op een moderne manier. Ondertussen verandert er ook zo veel. Ik ben dankbaar voor hoe ze het spul voortzetten. Niet alleen Arno en Robert, maar ook al onze medewerkers.”

Innoveren en creëren

“In dit bedrijf komen heel veel facetten aan bod”, geeft Robert aan waarom hij het naar zijn zin heeft binnen het familiebedrijf. “Financiën, personeel, techniek, sales, het hotel­bedrijf. Dat is het leuke, zoals ik dat nog steeds ervaar. Op al die onderdelen kun je je uitleven.”

Hij houdt zich vooral bezig met de techniek: de nieuwbouw en het onderhoud van de schepen. “Ik heb hotelschool gedaan, omdat ik dat leuk vond en uiteindelijk aan de technische kant terechtgekomen. Omdat ik dat óók leuk vind: nieuwbouw en ontwerp van schepen. Innoveren en verbeteren. Creëren.”

Ook op het vlak van het eten en de voorzieningen aan boord, maakt hij duidelijk. “Waar de mensen vroeger blij waren met een keuzemenu in één centraal restaurant, hebben we nu schepen met drie themarestaurants en elk een eigen kaart. Ook het culinaire product wordt steeds veranderd. Net als het aanbod van de excursies.
‘Excursies’ is een achterhaald woord; het zijn meer belevingen. Neem bijvoorbeeld dat je als gast wordt meegenomen in het verhaal en de muziek van Mozart als je over de Donau vaart.”

In harmonie

Nog altijd ligt de focus op de wensen van de klanten. Luisteren naar de markt, naar touroperators én de gasten zorgt ervoor dat Scylla steeds weer schepen en concepten weet te bedenken die aanslaan bij de specifieke doelgroepen.

André: “Wat ik ook bijzonder vind is hoe jullie met de gasten omgaan. Of eigenlijk breder: met alle relaties. Ook met het personeel, de leveranciers en de onderaannemers die de schepen bouwen en onderhouden. In harmonie en met oog en begrip voor iedereen.”

Robert: “Met veel van de onder­aannemers werken we al heel lang samen. Sommige zelfs vanaf de beginjaren. Zoals Klimaatservice. Da-Capo, Staal Gorinchem, Dolderman.” André: “Bij Jan van Rijn van Dolderman kwam ik al toen ik nog met mijn vrachtschip voer.”

“En we hebben al heel veel schepen gebouwd en nooit grote problemen gehad met een oplevering”, zegt Robert, “Of dat we het niet met elkaar eens waren. Ons standpunt is altijd geweest dat het voor beiden een goede deal moet zijn.”

Touroperators

Dat geldt ook voor de samenwerking met touroperators. Begin deze eeuw ging Scylla schepen ‘op maat’ bouwen, afgestemd op de vraag van grote buitenlandse touroperators. Robert: “Vóór die tijd had je echt je eigen kleuren, je eigen rederij, met je eigen scheepsnamen. Vanaf toen sloten we langjarige contracten en worden de schepen verkocht onder het plaatje van zo’n touroperator. Op het moment dat je besluit te bouwen, weet je dat al en dus stem je alles af op die klant en zijn gasten. Het eerste schip waar wij eigenlijk niet onze eigen naam aan hebben gegeven, was de Saxonia. In 2001, voor Hapag-Lloyd.”

De groei van Scylla is sindsdien steeds sneller gegaan. Robert: “Als je kijkt naar de ontwikkelingen in die vijf decennia… In de eerste tien jaar kwamen er twee schepen, in de tweede tien jaar vier. In het derde decennium waren het er al zes en in het vierde tien. De afgelopen tien jaar waren het er maar liefst twintig. Het is een progressieve lijn.”

Elk schip zijn eigen bubbel

Er zijn jaren geweest dat Scylla aan drie schepen tegelijk bouwde – en in 2024 zijn het er zelfs vier – maar massaproductie werd het nooit. Elk schip is uniek, afgestemd op de markt en de doelgroep en in nauwe samenwerking met de touroperator waarvoor het schip gaat varen.

“Je maakt voor een bepaalde doelgroep een bubbel. Dat onderscheidt ons van hotels, die moeten internationaal zijn. Want die kunnen niet zeggen, ik ben alleen maar voor de Amerikaanse markt, de Duitse of Chinese. Maar doordat wij een langjarig contract sluiten met een touroperator, kan je je schip echt helemaal voor die markt bouwen en inrichten.”

Aziatische toeristen hebben de Europese riviercruisevaart nog maar mondjesmaat ontdekt. Dat is nog een moeilijke markt, maar het begint wel langzaam te komen”, merkt Robert. “Ik denk ook echt wel dat als we tien jaar verder zijn, dat die markt ook volwassener is. Maar wij zitten daar nog niet echt goed tussen. Daar moet je je in verdiepen. Je krijgt toch weer een ander soort gasten. Met andere gewoontes, een andere keuken en je zult ook ander personeel nodig hebben.”

(illustratie Scylla AG)

2.500 medewerkers

In totaal heeft Scylla nu 38 schepen varen. Allemaal in de riviercruisevaart. En dan is er ook nog een speciale zeecruiser, het expeditieschip Seaventure. VIVA Cruises biedt er bijzondere cruises mee aan vanuit Bremerhaven: onder meer naar Antarctica, IJsland en Groenland. Heel anders en veel intiemer en avontuur­lijker dan de gebruikelijke cruises met de grote cruisekastelen.

Momenteel werken er zo’n 2.500 mensen bij Scylla. “En dan te bedenken dat ik gewoon met m’n vrouwtje ben begonnen…” André en Martha hadden nooit durven dromen dat het familiebedrijf zo’n groei zou door­maken. “Nee, daar heb je op dat moment helemaal geen notie van. Je begint ergens aan en doet gewoon zo goed mogelijk je best.”

Robert valt hem bij: “We gaan nog steeds altijd voor het beste. Ik denk dat onze firma altijd meer geleverd heeft dan er gevraagd werd. En daardoor komt de volgende vraag vanzelf weer naar je toe…”

Delen

- Advertentie -

Meer

2 reacties

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -