Bij de 42e ledenvergadering riep het bestuur van de Vereniging van Zand- & Grindschippers (VZ&G, onderdeel CBRB) de leden op ‘de kop niet langer in het zand te steken’, maar bedreigingen ‘te lijf te gaan’. De sector kent vele bedreigingen.
Hoewel het de laatste jaren de goede kant op ging met de tariefontwikkeling in het zand- en grindvervoer, heeft de crisis vorig jaar weer een spaak in het wiel gestoken. Uit kostprijscijfers die het NEA bij de vergadering presenteerde, bleek dat nog steeds geen tarief wordt betaald dat op of boven het kostprijsniveau ligt. Met de slechte vooruitzichten in de bouw van de komende jaren, ziet de vereniging het somber in voor de verhouding tussen vraag en aanbod van scheepsruimte in deze deelsector van de binnenvaart. “Telkens wanneer gedacht wordt op de goede weg te zijn, dient zich een volgende crisis aan”, aldus het bestuur van de vereniging.
Het NEA heeft in opdracht van het CBRB de afgelopen jaren kostprijsberekeningen gemaakt voor diverse representatieve reizen met verschillende schepen.
De prognose voor 2010 die het NEA gaf, omschrijft het bestuur als ‘zorgelijk’.”De VZ&G kent wettelijke beperkingen in de onderhandelingsmogelijkheden met handelaren over betere vervoerstarieven voor haar leden.”
Kleine schip
Hoewel gesproken wordt over een ‘goede toekomst voor het kleine schip’ liggen in het behoud van de huidige vloot ook de nodige bedreigingen op de loer. “Er is sprake van vergrijzing van de vloot. Schepen met een vaak respectabele leeftijd en weinig jonge ondernemers die instromen in de sector. De ondernemer (relatieschipper) moet de opdrachtgevers er van overtuigen dat een reële vergoeding van groot belang is voor de toekomst van het kleine schip.”
De CCR-overgangsbepalingen breken de schepen in deze sector ook op. De VZ&G heeft echter ‘sterk de indruk’ dat er op de vloot weinig met alle toegezonden informatie wordt gedaan. Zo is er nog niet één schip dat gebruik heeft gemaakt van de hardheidsclausule (de mogelijkheid tot ontheffing bij overschrijding van de kosten van aanpassing). “Niemand weet nog hoe die hardheidsclausule in de praktijk gaat werken.” Het bestuur riep bij de ledenvergadering de leden op om het schip te laten keuren door een deskundige ‘alsof het 2015 is’. Die inspectie kan uitwijzen wie in aanmerking komt voor de hardheidsclausule. “Er zal dan blijken hoe het in de praktijk functioneren gaat. De schipper weet waar hij aan toe is en het functioneren van het beroep op de hardheidsclausule wordt getest.”