Minister Jacqueline Cramer van VROM houdt vast aan de eis van kredietwaardigheid aan schippers die deelnemen aan het afvalvervoer. Dit antwoordde zij op vragen van Kamerlid Cees van der Staaij (SGP). Het CBRB belegt 27april een themavergadering over dit onderwerp tijdens de beurs Construction and Shipping Industry in Gorinchem.
Volgens de in 2007 bijgestelde EVOA (Europese verordening overbrenging afvalstoffen) richtlijn moeten vervoerders beschikken over een eigen vermogen van tenminste 18.000 euro om zich te kunnen laten registreren op de VIHB-lijst (Lijst van Vervoerders, Inzamelaars, Handelaars en Bemiddelaars), een verplichte registratie voor vervoerders van afval. Dit moeten ze elke vijf jaar aantonen middels een accountantsverklaring van niet ouder dan een jaar. Ondernemingen die door de crisis in de problemen zijn gekomen, zouden daar mogelijk niet meer aan kunnen voldoen.
Toch is de minister niet geneigd haar standpunt te herzien. De minister in haar antwoord op de Kamervragen: “Vanuit milieuoogpunt blijft het ook in economisch zwaardere tijden noodzakelijk dat er een bepaalde minimale, financiële draagkracht is bij ondernemingen die zich bezighouden met handel in en transport van afval. Er moet worden voorkomen dat afvalstoffen niet goed worden beheerd en verwerkt door een gebrek aan geld bij ondernemingen die bewust de verantwoordelijkheid van het beheer van de afvalstoffen op zich hebben genomen.”
Volgens het CBRB zijn er nogal wat verschillen in de interpretatie van de (Europese) wetgeving tussen de Europese landen.