Oversteken van containers per schip naar de plek waar Stena Line aanlegt, is een van de initiatieven.
Tien initiatieven om meer containers over water te vervoeren, krijgen steun van de overheid, betaald uit het grote programma Impuls Dynamisch Verkeersmanagement Vaarwegen (IDVV) waarin Rijkswaterstaat, vaarwegbeheerders, vervoerders, verladers, havens en terminals samenwerken aan het beter benutten van de vaarwegen. De binnenvaart is weer een paar termen rijker: de Candybarge, de synchromodale control tower en de Melkweg zijn namen van de initiatieven, waarmee we gaandeweg vertrouwd zullen raken.
Een onafhankelijke jury met vertegenwoordigers uit de logistieke wereld en onder onafhankelijk voorzitterschap van oud-NS-directeur Aad Veenman in zijn hoedanigheid als bestuurslid van het Strategisch Platform Logistiek, beoordeelde de voorstellen en selecteerde de tien beste van de twintig ingediende bedrijfsinitiatieven. De tien initiatieven worden door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu met in totaal 3 miljoen euro ondersteund bij de realisatie. Verwacht wordt dat jaarlijks 130.000 containers meer via het water vervoerd worden. Dit is circa 4 tot 5 % van het totale volume van de huidige Nederlandse containerbinnenvaart.
Minister Melanie Schultz: “Op de weg is het druk terwijl op onze waterwegen ruimte genoeg is voor vrachtvervoer. Met een slimme mix van water, weg, spoor en luchtvervoer kan Nederland haar positie als internationaal logistiek knooppunt behouden, ook bij een verwachte forse groei van het containervervoer door de opening van de tweede Maasvlakte. Met dit initiatief krijgen bedrijven een impuls om hun goede ideeën versneld uit te voeren en daarmee anderen te inspireren. Samen met het bedrijfsleven houden we Nederland bereikbaar en economisch sterk.”
Oversteken
Connekt voert in opdracht van Rijkswaterstaat een deel van het programma uit. Connekt is een onafhankelijk netwerk van bedrijven en overheden dat partijen met elkaar verbindt om samen te werken aan duurzame verbetering van de mobiliteit in Nederland.
Containerbinnenvaart blijkt vaker bruikbaar dan velen denken, als de organisatie van de logistiek maar aangepast wordt en er voldoende volume verzameld wordt. Als dan gelijk het uitwisselen van lege containers meegenomen wordt, komen er rendabele business cases in zicht.
Verladers en expediteurs van importfruit in het Westland stellen bijvoorbeeld voor om niet om Rotterdam heen te rijden, maar om containers met een binnenvaartschip over te laten steken naar een terminal bij Hoek van Holland. Een exporteur van melkpoeder kan een nabije containerterminal als tussenopslag gebruiken (zowel voor volle als lege containers) en dan via een lijndienst de containers naar Rotterdam vervoeren. Andere indieners willen een aardappelrestproduct via de binnenvaart naar veeboeren vervoeren in plaats van met tankwagens door steden heen te rijden. Vijf samenwerkingsverbanden van verladers en vervoerders willen elk op hun manier een slimme mix van weg, water en spoor gebruiken. Dat moet leiden tot vervoer op maat en minder lege ritten.
Varen in de keten
‘Varen in de keten’ is de titel van het deelprogramma waarin de initiatieven worden ondersteund.
In de categorie ‘Meer vervoer via het water’ gaat het om de projecten:
‘Waarom nog lege kilometers?’ door het consortium van Kloosterboer Container Logistics en MCT Markiezaat. Het gaat om het uitwisselen van lege containers tussen exporteurs in de agrarische sector in het gebied tussen Vlissingen en Bergen op Zoom. Door de containers op te slaan in een lokaal depot of binnenlandse terminal hoeven de lokale vervoerders deze niet meer te halen uit depots in Antwerpen of Vlissingen. Dit voorkomt onnodige, lege kilometers. En een groter deel van het transport kan via de binnenvaart plaatsvinden.
‘Candybarge’ door Inland Terminal Veghel samen met verladers en shortsea rederijen.
Er is een sterk wisselend aanbod van (on-)gekoelde en lege containers van Rotterdam naar Brabant en vice versa. Doel van het project is om aan te tonen dat overgang van transport hiervan naar de binnenvaart mogelijk is, al vraagt het wat meer afstemming en nieuwe afspraken.
‘Binnenvaart importcontainers fruit’ door Best Fresh Group, ABV Logistics, ADB Cool Company, Anaco Greeve, Bud Holland, CCG, Cool Control, Fruit Partner, IFFE, LBD, Nature’s Pride, Varekampt Cold Stores en Stena Line. De betrokkenbedrijven in het Westland importeren veel vers product via de Rotterdamse haven. In plaats van omrijden worden de containers per binnenschip van de Maasvlakte aan zuidzijde naar de noordzijde van de Nieuwe Waterweg gebracht.
‘Vervoer van aardappelrestproduct’ door ClaBe BV en Panteia. De aardappelverwerkende industrie in Zuidwest België en Noordwest Frankrijk levert een dik-vloeibaar restproduct op wat goed geschikt is als varkensvoer. De afnemers zitten vooral in Oost-Brabant en Noord-Limburg. Nu gaat het vervoer per tankauto overdag via de knelpunten Brussel, Antwerpen en Eindhoven en zijn de retourritten over de weg voor 90 % leeg. De binnenvaart is gezien de beschikbare vaarroutes een alternatief. Doel van het project is om dit uit te proberen in de praktijk.
‘De Melkweg’ door Logistiek Centrum Gorinchem en Promelca BV. Om de binnenvaart in de regio rond Gorinchem te kunnen benutten voor de export van melkpoeder via Rotterdam moet er een geheel nieuwe logistieke keten opgezet worden, waarbij de inland terminal alle containers afhandelt via de binnenvaart en als depot voor lege containers fungeert.
In de categorie ‘Slim benutten van water, weg, spoor en lucht (Synchromodaliteit)’:
‘Synchromodale Cool Port Control Tower’ door Wayz, Post-Kogeko en Visbeen. In de regio Barendrecht/Ridderkerk zijn vooraanstaande fruitimporteurs/-ontvangers gevestigd. Deze versproducten worden in koelcontainers over zee aangevoerd en vervolgens naar de ontvangers gebracht. Het volume aan containers zal mede door de Maasvlakte 2 sterk groeien en de loslocatie zal verschuiven van de stadshaven (Waal/Eemhavengebied) naar de Maasvlakte 2. De langere aanvoerroute, het groeiende volume en het risico van files op de A15 hebben geleid tot het idee om binnenvaart en wegtransport te combineren zodat de leveringen toch betrouwbaar blijven. Het idee is om hier een zogenaamde ‘Cool Port Control Tower’ voor te maken. Die kan alle planningen en vervoersbewegingen zien en stuurt op elk moment bij hoe deze stroom containers worden vervoerd.
‘Ontwikkeling van een synchromodale planningstool’ door CTU, MCS en TNO. De twee betrokken terminal operators hebben 5 multimodale terminals en een zesde in aanbouw. Hun klanten zijn regionale verladers die veelal tot 50 km van de terminal gevestigd zijn. De terminals werken nu nog elk met hun eigen planning. Door gegevens te delen kunnen ze hun verladers een flexibeler en beter product via de binnenvaart of (deels) per vrachtwagen aanbieden. Belangrijkste ingrediënt is het ontwikkelen van een gezamenlijke planningstool zodat de terminals bij elkaar capaciteit kunnen boeken.
‘Synchromodale Control Tower’ door Season Logistics, CTV Container Trucking, TNO, TU Twenthe en Cape. De markt vraagt om steeds meer flexibiliteit en on-demand planning, wat de rol van ketenregisseurs steeds belangrijker maakt. Het doel van dit project is de ontwikkeling van een synchromodale planningstool voor ketenregisseurs op basis waarvan ze vervoersbeslissingen kunnen nemen. Binnenvaart staat in dit systeem op gelijke voet met andere vervoersmogelijkheden.
‘Syflon’ door Inland Terminal Veghel, Nabuurs en TU Eindhoven. Syflon is een virtueel netwerk voor verladers in een regio. Er zijn reeds 4 verschillende verladers en basisstromen van containers geïdentificeerd in de regio ten zuiden van Nijmegen. Meer samenwerking via het netwerk biedt kansen om kosten te besparen en onnodig vervoer te voorkomen. Lege importcontainers zijn na lossing bijvoorbeeld beschikbaar voor iemand die exporteert, diverse ladingen op een schip kunnen gecombineerd worden etc. Het resultaat is meer gebruik van multimodaal vervoer en een reductie van lege voertuigbewegingen.
‘Transportation in Control Services’ door Alcotrans, Bulcotrans, Danser, MIS-Cobiva, SCS multiport, Rapp trans, Navigatie en Studio Veiligheid. De partijen willen hun informatie combineren om effectief te kunnen plannen. Hiervoor worden IT-systemen en een samenwerkingsvorm ontwikkeld. Het gaat om onder andere een actueel beeld van vraag en aanbod van vervoer, terminalcapaciteit, vaar- en wachttijden bij sluizen, voorspellingen voor aanlegmogelijkheden, rijtijden op de weg en een actueel inzicht in de loscapaciteit bij de klant en mogelijkheden retourvracht.