Rijkswaterstaat onderzoekt de beste manier om de Twentekanalen op te waarderen. Het betreft het deel van het kanaal tussen sluis Delden en Enschede en het zijkanaal naar Almelo.
De afgelopen jaren deed Rijkswaterstaat al onderzoek naar de knelpunten op de Twentekanalen en de manier waarop die opgelost kunnen worden. De komende twee jaar gaat de dienst onderzoeken op welke manier het kanaal verruimd kan worden en welke consequenties dat heeft voor de omgeving, aldus projectmanager Arnoud van der Valk. “We luisteren naar de wensen van de omgeving en vaarweggebruikers en passen onze plannen daar zoveel mogelijk op aan.”
Knelpunten
De Twentekanalen bieden momenteel te weinig ruimte voor de hoeveelheid schepen die er gebruik van willen maken. Dit aantal neemt nog altijd toe, vooral door de economische groei in de regio Twente. “Hierdoor zijn steeds meer transporten nodig om de bedrijven in de regio te bedienen. Een verruiming van de kanalen draagt bij aan de economische ontwikkelingen in Twente.” Aldus Rijkswaterstaat.
Varianten
Het is de bedoeling dat het hele kanaal uiteindelijk bevaarbaar is voor schepen met een lengte van 110 meter en een breedte van 11,40 meter. Tijdens de planstudie werkt Rijkswaterstaat een aantal varianten uit. Daarbij worden kosten, baten en de effecten voor de omgeving vergeleken en tegen elkaar afgewogen.
Dit onderzoek wordt gecombineerd met het onderzoek naar de bouw van een tweede kolk bij Sluis Eefde. De planstudie resulteert uiteindelijk in een projectnota. Op basis daarvan besluit de staatssecretaris of en op welke manier de Twentekanalen verder verruimd worden. Naar verwachting starten de werkzaamheden in 2013.