Rijkswaterstaat past de verkeersmaatregelen op het Prinses Margrietkanaal aan. Vorig jaar juli waren die aanvullende regels ingevoerd naar aanleiding van een reeks aanvaringen op het Friese kanaal. Op basis van een evaluatie en na overleg met BLN-KSV en andere betrokkenen kiest Rijkswaterstaat nu voor een bijstelling.
Doordat de vaarweg nog niet volledig is ingericht voor schepen van CEMT-klasse Va, het scheepvaartverkeer toeneemt en de beroepsvaart en de recreatievaart samen van de vaarweg gebruikmaken, nam RWS in juli 2014 maatregelen om de doorvaart en veiligheid op de vaarweg Lemer-Delfzijl te verbeteren. ‘De maatregelen werden mede ingegeven door een groot aantal schadevaringen aan onder meer de bruggen over het Prinses Margrietkanaal’, aldus Rijkswaterstaat. ‘Sinds de maatregelen zijn getroffen, is het aantal aanvaringen afgenomen.’
Maar bij een proefvaart met branchevereniging BLN-Koninklijke Schuttevaer bleek dat de snelheidsbeperking voor de beroepsvaart in sommige gevallen tot extra stuurhandelingen leidt. ‘Een lichte aanpassing van de snelheid leidt tot minder stuurhandelingen en heeft geen negatieve effecten voor een veilige doorvaart.’
Aangepaste maatregelen bij bruggen
De aangepaste verkeersmaatregelen gelden voor de bruggen Kootstertille, Oude Schouw, Uitwellingerga en Spannenburg. Deze bruggen beschikken over een doorvaartopening van een breed vast deel en een smal beweegbaar deel. Hierdoor kunnen grote schepen elkaar voorbijlopen en ontmoete; dat vergroot de kans op aanvaringen.
In het verkeersbesluit van juli 2014 waren de maatregelen ook van toepassing op de brug bij Burgum. Door de aanleg van de Centrale As en de omlegging van het Prinses Margrietkanaal wordt deze brug nu niet opgenomen in het nieuwe verkeersbesluit. De werkzaamheden vereisen specifieke maatregelen rond de brug. De getroffen maatregelen zijn niet van toepassing op de recreatievaart.
Ontmoeten en voorbijlopen
Sinds juli mocht geen enkel schip bij de bruggen voorbijlopen en ontmoeten. Het is nu voor schepen en samenstellen smaller dan 9,60 meter toegestaan voorbij te lopen en te ontmoeten, indien zij gebruik kunnen maken van het beweegbare deel van de brug. Kleinere schepen krijgen daarmee de gelegenheid om door te varen. Dat vermindert oponthoud op de vaarweg en komt de doorstroming ten goede.
Schepen breder dan 9,60 meter blijven verplicht gebruik te maken van het vaste deel van de brug. Deze schepen hebben voldoende ruimte nodig om bruggen veilig te passeren. Het vaste deel van de brug is breder dan het beweegbare deel en biedt daarom meer ruimte voor een veilige doorvaart.
Wel is in het nieuwe besluit ter verduidelijking een nuancering toegevoegd. Schepen die vanwege een hoogteoverschrijding geen gebruik kunnen maken van het vaste deel van de brug, mogen wel gebruikmaken van het beweegbare deel.
Snelheidsbeperking
De in juli ingevoerde maximumsnelheid van 6 kilometer per uur bleek in de praktijk lastig uitvoerbaar voor schippers. Uit de proefvaart bleek een maximumsnelheid van 8 kilometer per uur bij het passeren van het vaste deel van de brug veilig. Door de schipper te dwingen zijn snelheid aan te passen, wordt hij bewust gemaakt van een naderende afwijkende situatie.
Als een schip of samenstel breder is dan 9,60 meter en een brugopening nodig is om doorvaart mogelijk te maken, blijft een maximale snelheid van 6 kilometer per uur gehandhaafd. Deze snelheid is uitvoerbaar, omdat bij het passeren van het beweegbare deel van de brug het schip eerst meestal stilligt.
Ontwerpverkeersbesluit
De aangepaste maatregelen zijn verwerkt in een ontwerpverkeersbesluit. Dat ligt tot en met 24 april 2015 ter inzage op de kantoren van Rijkswaterstaat aan de Zuidersingel 3 in Leeuwarden, de Oedsmawei 32 in Grou en de Balkendwarsweg 4 in Assen (op werkdagen van 09.00 tot 16.00 uur geopend). De planning is dat de aangepaste maatregelen vanaf juni 2015 gaan gelden.