Door de wol geverfd en op een duidelijke missie. Willem de Vries staat aan het roer van de Rijksrederij van Rijkswaterstaat. Met een omvangrijke opgave op zijn bord: het vervangen van nagenoeg de complete honderd schepen tellende vloot van één van de grootste rederijen van Nederland.
Na een carrière van ruim zestien jaar in het Midden-Oosten (Oman, Saudi-Arabië, Bahrein en de UAE), boekte de 58-jarige de Vries ruim een jaar geleden een enkele reis naar Amsterdam. Om in zijn thuisland aan de slag te gaan als directeur van de Rijksrederij. “Ik voelde een enorme drive om mijn in het buitenland opgedane kennis in te zetten voor Nederland. Ik kan me werkelijk niets mooiers bedenken dan om dat te mogen doen voor Rijkswaterstaat!”
De Vries is algemeen verantwoordelijk voor het dagelijks management van de Rijksrederij, een organisatie die weliswaar onderdeel is van Rijkswaterstaat, maar daarbinnen zelfstandig opereert. De dienst beheert, bemenst en onderhoudt bijna honderd schepen voor de Nederlandse overheid. Deze schepen leveren diverse diensten op de binnenwateren en op zee voor de Douane, de Kustwacht, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Rijkswaterstaat (betonning, meetdiensten en verkeer- en watermanagement).
De meeste schepen worden met bemanning geleverd, maar in het geval van de Douane en het onderdeel Verkeer- en Watermanagement van Rijkswaterstaat levert de Rijksrederij alleen het ‘staal’. Het team bestaat uit 350 enthousiaste en professionele medewerkers; op het water en aan de wal.
Rijke (internationale) carrière
In Dubai was De Vries general manager voor Kotug Subsea, een van oorsprong Rotterdams sleepvaartbedrijf. Die internationale zijstap volgde op een rijke maritieme carriere in Nederland. “Ik heb zeventien jaar bij de Koninklijke Marine gevaren en gewerkt in diverse leidinggevende operationele functies, waaronder die van commandant van een schip.”
“Dat was mijn beste tijd tot nu toe! Maar ook mijn functies als Hoofd Bemanningszaken bij rederij Wagenborg en manager bij het Scheepvaart- en Transport College heb ik met heel veel plezier vervuld.” Voor STC was hij vijf jaar deputy dean (vice-decaan) bij dochteronderneming International Maritime College Oman.
“In 2007 vertrok ik met mijn gezin naar de andere kant van de wereld waar ik met name in de sleepvaart- en offshore-industrie gewerkt heb. Maar ik ben heel blij om nu weer ‘thuis’ te zijn.”
De kennis die De Vries opdeed in zijn loopbaan komt zeer van pas in zijn huidige functie en vooral bij omvangrijke vervangingsopgave waar de Rijksrederij voor staat. Die kan in zijn ogen “alleen geklaard kan worden door goede samenwerking”.
Hij licht dat toe: “Duurzaamheid en de vervanging van onze vloot gaan hand in hand. Bij het opstellen van de specificaties zal de eis voor duurzame voortstuwing voorop staan. Wij zoeken hierin nadrukkelijk de samenwerking met de Nederlandse maritieme industrie en ook andere departementen.”
“Het is onmogelijk en onwenselijk om deze stappen solistisch te zetten. Inmiddels zijn de eerste bestuurlijke ‘hordes’ genomen om een aanvang te maken met de specificaties die verwacht worden van de eerste nieuwe schepen die gebouwd gaan worden. Tegelijkertijd proberen we onze eigen kennis omtrent duurzaamheid te vergroten en in de praktijk te brengen bij het ontwerp.”
Klant-Eis-Specificatie
“Parallel aan het vergroten van kennis en het helder krijgen van de algemene specificaties zijn we op dit moment onder andere druk bezig met het opstellen van de ‘Klant-Eis-Specificatie’ (KES) van onze toekomstige betonners.” De Rotterdam, de Frans Naerebout en de Terschelling worden vervangen.
“De voortstuwing van deze nieuwe schepen zal moeten plaatsvinden met alternatieve brandstoffen en daarvoor zullen we gebruik moeten maken van de nieuwste – en beproefde – technieken waar de ervaringen in verwerkt zijn die nu en in de komende tijd opgedaan worden. Deze exercitie gaat ons veel leren. Die kennis nemen we vanzelfsprekend ook weer mee in het successievelijk vervangen van de overige schepen in onze vloot.”
Lessen voor de binnenvaart
De binnenvaartsector staat eveneens voor grote uitdagingen op het gebied van duurzaamheid en vervanging of revisie van motoren. Op de vraag hoe de binnenvaart kan profiteren van de kennis die binnen de Rijksrederij wordt opgedaan, is het antwoord wat De Vries betreft eenvoudig: “We leren van elkaar! De complexiteit bij de Rijksrederij zit ‘m in de omvang van de vloot, de vervanging die noodzakelijk is en het tegelijkertijd op peil houden en waar mogelijk uitbreiden van onze diensten. Ditzelfde geldt voor de
binnenvaartsector.”
“In mijn ervaring krijg je dit alleen voor elkaar als je organisatie bestaat uit gedreven mensen die openstaan voor vernieuwing en bereid zijn de schouders eronder te zetten. Begrip hebben voor elkaar, steun, goede communicatie en het bieden van carrièreperspectieven zijn essentieel voor een gezonde organisatie. En dan krijg je veel voor elkaar – hoewel het wel eens tegenzit!”
“Deze mensen hebben wij bij de Rijksrederij aan boord en ik ben ervan overtuigd dat ook in de binnenvaart dat soort kartrekkers rondlopen. Mensen die denken in oplossingen in plaats van problemen en personen die vernieuwing en verandering zien als kans om je dienstverlening verder te optimaliseren.”
Tot slot zegt de directeur: “Ik ben in ieder geval enorm trots dat ik vanuit mijn positie een bijdrage mag leveren aan deze mooie en noodzakelijke transitie. Ik ben een gelukkig man. En ik hoop dat ik het moment mag meemaken waarin het eerste nieuwbouwschip voor de Rijksrederij van de werf komt!”
