Het door Rensen-Driessen in Roemenië gebouwde casco van de multifunctionele Dianthus, voorzien van luiken en een stuurhut met zakbare constructie, is een nieuw ontwerp van Rensen-Driessen Shipbuilding. Bij Asto in Raamsdonksveer werd de circa 3.150 ton metende Dianthus in drie maanden tijd afgebouwd. Het schip wordt voortgestuwd door een Caterpillar 3512C van 1.621 pk. Bijzonder is de zeer lage kruiplijn, waardoor het voor de Belgische eigenaren Johnny en Alexandra Peleman-Hoeykens mogelijk is met hun 110 x 11,45 x 3,55 meter grote schip ook de Duitse zijrivieren te bevaren. Daarnaast maakt het ontwerp van het casco het mogelijk om voor bevrachter DAP Barging uit Rotterdam tot 50 ton extra vracht per reis mee te nemen.
Gebruiksvriendelijk
“De Dianthus is een zeer doordacht schip en gebruiksvriendelijk. Alles is glad en strak aan boord en dus makkelijk in onderhoud.” Dat beamen zowel Wim Driessen, directeur van Rensen-Driessen, als Sjef Peters, directeur-eigenaar van Asto uit Raamsdonksveer. “Het ronde model van het casco zorgt voor een optimaal laadvermogen en een zeer lage kruiplijn van 5,40 meter. Zeker met de woning onder de stuurhut de laagste kruiplijn voor een 110 meter lang schip.”
“De Dianthus is ook geschikt voor varen op de Duitse zijrivieren en kan zo’n 45 tot 50 ton extra vracht meenemen. Het is een superrustig schip; in de woning is sprake van slechts 59 dB en in de stuurhut 48 dB.
Eigenaren Johnny en Alexandra Peleman hebben voor hun schip de lat erg hoog gelegd. Ze hebben bij het ontwerp en de afbouw veel eigen inbreng gehad, maar stonden daarnaast open voor ideeën. We hebben de familie Peleman tijdens de afbouwperiode leren kennen als zeer prettige en correcte ondernemers, die altijd samen de beslissingen namen. Wij zijn er bijzonder trots op dat ze ons hun vertrouwen voor de afbouw hebben geschonken.”
Anjer
Het is voor de familie Peleman de vierde Dianthus. Het echtpaar trouwde op 7 maart 1992 en ging meteen samen varen op een 1.200 ton metend schip. Daarna volgden een 3.000- en een 5.000-tonner. Dat laatste schip werd door Rensen-Driessen ingeruild en doorverkocht.
Dit 135 x 14,20 meter grote schip was meer geschikt voor containers, terwijl de voorkeur van de familie Peleman uitgaat naar het transport van droge lading. De bouw van hun nieuwe schip, met 110 x 11,45 meter, is in dat geval aanzienlijk rendabeler.
Dianthus staat in dit geval voor een modern binnenvaartschip, maar is ook de botanische naam van een (Chinese) anjer. Bij de omschrijving van de bloem staat dat die een goed doorlatende bodem vereist. Dat was duidelijk niet de opdracht die de Roemeense cascobouwer kreeg bij de bouw van het casco. Het stoere casco met niets doorlatende bodem is in Orsova gedoopt.
Afgelopen zaterdag, op de verjaardag van Johnny Peleman, vond aan de 150 meter lange afbouwkade bij Asto de feestelijke overdracht plaats. ‘Eregasten’ waren de kinderen Jeroen (22), Marleen (21), die de meter van het schip is, en Ellen (16). Zij hebben tijdens de afbouwperiode hun nodige steentjes bijgedragen.
Green Award
De eigenaren waren vanaf het ontwerp van het schip betrokken bij de bouw. Het ms Paul Delveaux, het schip van Johnny’s broer Mario, stond model voor het casco. Echtpaar Peleman is bijzonder blij met hun nieuwe schip.
Toch is met name Johnny over één onderdeel zeer ontevreden: de Green Award. Hij legt uit: “We willen vooral droge lading vervoeren en liggen derhalve veel aan de wal te laden of te lossen. In de haven hebben wij totaal geen uitstoot, aangezien de generatoren dan stil liggen en batterijen het overnemen. Dan praat je jaarlijks over 3.000 uren dat we met de hoofdmotor varen en zo’n 6.000 dat de batterijen de energievoorziening overnemen. Die win-winsituatie wordt voor de Green Award niet meegewogen.“
Daarnaast zijn er tal van lekbakjes in de machinekamer en is er met twee aparte bilgen scheiding van olie en water. Hoewel we een soort hybride schip hebben, ontvingen we niet meer dan een bronzen Green Award.”
Ondanks die teleurstelling kijken de eigenaren Johnny en Alexandra terug op een geslaagde én sfeervolle afbouwperiode. “Wij zijn in alle opzichten tevreden. Bij Asto hebben de medewerkers een Belgische mentaliteit: ze zijn niet alleen vakkundig maar ook gemoedelijk. Als wij een vraag hadden, werd er altijd naar een oplossing gezocht.”
Belgische opdrachtgevers
Momenteel bouwt Rensen-Driessen Shipbuilding nog veertien schepen voor diverse opdrachtgevers, waaronder een drietal drogeladingschepen voor Belgische opdrachtgevers. Eén ervan is momenteel in afbouw bij Dolderman en twee andere casco’s zijn nog in bouw in Roemenië.
Rensen-Driessen specialiseert zich in het ontwerpen en bouwen van binnenvaartschepen en beschikt over twee interne ontwerpafdelingen. Voorts zorgt Rensen-Driessen voor een vakkundige bouwbegeleiding op de buitenlandse werven, waardoor ook de kwaliteit op een hoog niveau gehandhaafd blijft. Daarnaast is het bedrijf sterk in de makelaardij van bestaande schepen en hierdoor goed gepositioneerd om schepen van de eigenaars met nieuwbouwplannen te verkopen.
‘Bouwen op het water’
Het is opvallend hoeveel Belgische schippers en scheepseigenaren het aan de Bergsche Maas gevestigde Asto weten te vinden voor (af)bouw, reparatie- en onderhoudsklussen. De mond-tot-mondreclame speelt hierbij een belangrijke rol. Het is dan ook geen toeval dat het team van zowel Asto inmiddels begonnen is aan de bouw het 1.900 ton metende drogeladingschip Lorca. Een turnkey-project voor wederom een Belgische klant: de familie Rademakers.
Asto staat, naast de complete bouw, ook borg voor de inruil van de oude 1.200 ton metende Lorca. De nieuwe Lorca is na de afbouw van de Poolster en de Dianthus het derde schip op rij dat wordt afgebouwd voor een Belgische opdrachtgever. Daarnaast verricht Asto onderhouds- en herstellingsklussen en is het eigen dok, meet een breedte van 15 meter en een stevendokcapaciteit van maar liefst 450 ton, goed bezet.
Naast het ‘bouwen op water’ profileert Asto zich ook aan de wal met uiteenlopende (machinefabriek)werkzaamheden en onderhoudsprojecten. Voor Dekker bv uit Geertruidenberg bouwde Asto bijvoorbeeld een mobiele zandzuiger voor Afrika. De pompunit is als prefab-model ontworpen en gebouwd, waardoor hij te vervoeren is op een vrachtwagen. Dergelijke werkzaamheden passen eveneens bij een allround bedrijf als Asto, ook al staat het ‘werken op water’ er toch centraal.
tekst en foto’s: Jan Hoek
