Ministerie wil ook dichter naar
principe van ‘de vervuiler betaalt’

Directeur Maritieme Zaken Rob Huyser van het ministerie van Infrastructuur en Milieu ontving op dinsdagmiddag in Den Haag op het ministerie uit handen van CBRB-vicevoorzitter en Rijnvaartcommissaris Teun Muller de petitie met 651 handtekeningen van binnenvaartondernemers, met het bijbehorende rapport Betalen voor SAV, OK, teveel betalen, no way!. In de petitie wordt gepleit voor een meer rechtvaardige doorberekening van de kosten van inzameling en verwerking van olie- en vethoudende afvalstoffen in de binnenvaart aan het bedrijfsleven. Sinds 1 januari 2011 betalen alle ondernemers een bijdrage van € 7,50 voor elke kuub gasolie die wordt gebunkerd. Dat heeft tot direct gevolg dat ondernemers die grote milieu-investeringen hebben gedaan de afgelopen jaren, precies evenveel moeten betalen als andere ondernemers die niet hebben geïnvesteerd in een schoner milieu. Naar verhouding produceren bijvoorbeeld oudere, kleinere schepen veel meer van deze afvalstoffen dan de nieuwe, grotere schepen terwijl deze met grotere motoren varen en daardoor ook meer gasolie bunkeren. Het CBRB heeft laten onderzoeken wat de alternatieve opties zouden kunnen zijn en in overleg met andere organisaties – inclusief de Europese vertegenwoordigingen ESO en EBU – gekozen voor een bepaalde optie, waardoor een rechtvaardiger doorberekening van de kosten mogelijk is, legde Teun Muller uit aan Rob Huyser. Bij de overhandiging waren ook vertegenwoordigers van Kantoor Binnenvaart en de Waterbouwers aanwezig. Zij hebben meegewerkt aan het onderzoek en onderschrijven de strekking.
De directe aanleiding voor het rapport was dat er geruchten gingen dat de € 7,50 niet genoeg zou zijn en al een verhoging werd overwogen. Dat sprak Huyser tegen. “Het is te vroeg om iets over de hoogte van het bedrag te kunnen zeggen. We hebben alleen de cijfers van het eerste kwartaal. Pas als we meer ervaring ermee hebben opgedaan, gaan we daarover praten. We zijn het wel eens met het bedrijfsleven dat de kostenstructuur ook in de andere deelnemende verdragslanden transparanter zou moeten. Daar dringt Nederland ook internationaal op aan. Het moet efficiënter. Mocht blijken dat die 7,50 niet genoeg is, dan zullen we meer aandringen op efficiëntere werkwijze.”
Voor gefilmd verslag klik hier.
Huijser zei ook een voorstander te zijn van een grondslag die dichter komt bij het principe van ‘de vervuiler betaalt’, maar waarschuwde dat zeker niet het hele verdrag moet worden aangepast. “We weten hoe lang het heeft geduurd voordat dit bedrag door alle landen was geratificeerd.” Tussen de totstandkoming van het verdrag en de invoering ervan zaten vijftien jaar. “Bovendien mag het niet te ingewikkeld worden. We zullen alle alternatieven overwegen. We gaan zeker de internationaal voorgestelde optie verder bekijken. We hebben als grootste binnenvaartland ook een verantwoordelijkheid.”