- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsMaas Binnenvaartmuseum heropent na geslaagde metamorfose

Maas Binnenvaartmuseum heropent na geslaagde metamorfose

- Advertentie -

Delen

Op vrijdag 10 september wordt het Maas Binnenvaartmuseum in Maasbracht officieel heropend na een meer dan drie jaar durende verbouwing. De openingshandeling wordt verricht wethouder Tim Snijckers namens gemeente Maasgouw en Michiel Dankers namens Maasgrind B.V. Vanaf dan is het museum weer te bezoeken op zaterdag en zondag (tussen 13.00 en 17.00 uur).

De vaste collectie heeft een metamorfose ondergaan en wordt gepresenteerd onder de naam ‘Blauwe Golf’. In de kelder van het museum is een nieuwe deelcollectie opgebouwd, die het verhaal van het Limburgse grind vertelt. Op de oever van de voorhaven is een modern scheepsstuurhuis gebouwd, dat tevens fungeert als uitkijkpost met uitzicht over de haven. Aan de nieuwe steiger ligt de eigen vloot: de tjalk Nooit Volmaakt en de rondvaartboot Gouverneur van Limburg.

Vrijwilligers

Het bestuur van het Maas Binnenvaartmuseum deed in 2017 een beroep op Agnes Vugt van het Amsterdamse adviesbureau Raadsaam om een nieuwe museale visie te ontwikkelen voor het Maas Binnenvaartmuseum. Museumdeskundige Rob Kooiman zette die visie om in een aantal thema’s voor de nieuwe collectie. Binnenhuisarchitecte Marina Slagboom ontwierp een nieuwe huisstijl voor het museum en ontwikkelde een nieuw verhaal over de Limburgs grindwinning in de kelder van het voormalig bankgebouw. Vrijwilligers (vooral oud-schippers) deden de praktische afwerking: verlichting, timmer- en schilderwerk en allerhande voorkomende klussen.

De garage van het vroegere bankgebouw waarin het museum is gevestigd, is door de vrijwilligers getransformeerd in een werkplaats en een depot. De kelder werd in 2019 leeggemaakt voor de installatie van een lift.

Blauwe golf

Wim van Look (voorheen ms Tamina) zegt: “De sloper had langere tijd nodig voor het verwijderen van de afstortbunker. Hij moest zwaar materieel inzetten. Met speciale machines voor het gewapend beton.”

Henk Laijendecker (ex ms Algra) merkt op: “Vóór de verbouwing kon je in het museum door de glazen vitrines heen kijken. Dat was te onrustig volgens onze binnenhuisarchitecte. Een bezoeker deed zo te veel prikkels op. De vitrines zijn nu opgenomen in de ‘Blauwe Golf’. Die slingert zich als een dik blauw lint door het museum.”

Henk: “Wij hebben houten vlakken op maat gemaakt en in de vitrines gezet en die  vervolgens blauw geschilderd. Je kunt er niet meer doorheen kijken. Bezoekers kunnen nu naar een object kijken zonder afgeleid te worden door andere dingen.”

Wim: “We hebben veel objecten moeten weghalen. Hoe zei de leiding het ook weer? Less is more. Onze opslag staat vol met maritieme spullen die vroeger wel tentoongesteld werden. Onze museumspecialist Rob Kooiman was een vurig pleitbezorger van die nieuwe inzichten.”

“Achteraf bekeken ben ik het wel eens met die zienswijze van Kooiman”, bekent Henk. Eric Laeijendecker (voorheen ms Zorg en Vlijt) mijmert: ‘’Af en toe denk ik nog: daar kunnen we nog een object bij zetten, maar ja….”

Scheepsmodellen

Wim: “Als oud-schipper kijk je anders naar een museum. Het zijn mijn herinneringen, zoals die zich vroeger afspeelden in de scheepvaart. Iemand die niets van de scheepvaart afweet, ziet alleen wat scheepsmodellen en foto’s.”

De museumspecialisten bekijken het vanuit een museaal standpunt en hoe bezoekers het ervaren. Wim: “Dat mag wel zijn, maar wij zijn de mensen die de rivieren bevaren hebben. Maar ik leg me er bij neer, hoor. De specialisten hebben ervoor geleerd en weten het misschien beter dan wij.”

Er zijn niet alleen vitrines, maar ook veel scheepsmodellen. Wim: “Die zijn meestal gebouwd door schippers. In de ‘Blauwe Golf’ tref je niet alleen Viking- en Maasschepen aan, maar ook tjalken en klippers uit de 18e en 19e eeuw. Die schepen zijn ook als thema in onze collectie opgenomen. Die modellen heeft het museum als gift of in bruikleen gekregen.”

Museumspecialist Rob Kooiman heeft de vaste collectie in thema’s verdeeld. Zoals de Maas, de sluizen, het Julianakanaal, de schippersbeurs en het leven aan boord, het onderwijs aan schipperskinderen, het schepenkerkhof en de reparatiewerven.

Limburgs grind

In de kelder was ruimte voor uitbreiding. Henk: “Het bedrijf Maasgrind wilde die ruimte hebben en het bestemmen als museum voor hun product: grind. Het kreeg een aparte plaats in ons museum. Maas, grind en binnenvaart horen bij elkaar.”

Wim: “De meeste schippers van Maasbracht hebben vroeger grind vervoerd. Vroeger lagen hier wel tien tot twintig grindmolens op de Maasplassen.”

Marina Slagboom tekende ook het ontwerp voor de kelderruimte. Henk: “De Limburgse grindproducent zou de kelder helemaal opknappen en inrichten als museum. Maar Marina vroeg ons om te helpen en weer stonden we klaar.”

Eric: “De blauwe kastjes in de kelder, waar de bijzondere stenen liggen, zijn vervaardigd door Tinnemans Interieur. Wij hebben de ruimte drie keer geschilderd en de verlichting aangelegd.”

Henk: “Als de bezoeker langs de trap naar beneden loopt, daalt ie als het ware onder de grond. Onderaan de trap staat de bezoeker dan op de eerste grindlaag. In de kelder staat een grote grindmolen, die vroeger het grind won tot 80 meter diepte. Dat noemen we natte grindwinning. Op schermen krijgt de bezoeker te zien hoe men tegenwoordig grind wint in dagbouw en waarvoor het benut wordt.”

Boven verwachting

Eric: “Vergeet niet de nieuw gebouwde stuurhut op de wal. In die ruimte worden alle onderdelen van een modern motorschip gebouwd, zoals schermen en apparatuur. En je hebt in de stuurhut een mooi uitzichtpunt op de haven.”

Wim: “Roelof Fransbergen zorgde er een aantal jaren geleden voor dat het Maas Binnenvaartmuseum een doorstart kon maken. Maar dat het museum zo groot zou worden, had ik niet gedacht.”  Eric: “Het is een interessant museum geworden.” Henk: “Ik sluit me daar bij aan.”

tekst: Noud van der Zee

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -