- Advertentie -
- Advertentie -
HomeNieuwsKBN: goede hoop op probleemloze bijmenging FAME-winterkwaliteit

KBN: goede hoop op probleemloze bijmenging FAME-winterkwaliteit

- Advertentie -

Delen

TNO is de langverwachte praktijkproef gestart die moet aantonen of de kwaliteit van gasolie met bijgemengde biodiesel FAME goed en veilig te gebruiken is in de binnenvaart.

In het voorjaar van 2023 verscheen het onderzoek Introductie van biobrandstoffen in de binnenvaart. Daarin gaf Panteia advies over een praktijkproef naar de schadelijkheid van biobrandstoffen en de gewenste normering voor die brandstoffen. “Daar hebben we destijds hard aan meegewerkt als KBN”, zegt Leendert Korvink, beleidsadviseur techniek en vergroening bij Koninklijke Binnenvaart Nederland. “Er zijn veel gegevens voor dat onderzoek verzameld en analyses voor uitgevoerd. De conclusies onderschrijven we volledig.”

Korvink doelt op componenten die niet vermeld staan als kritische componenten in de standaarden voor de biobrandstoffen FAME en HVO, maar dat wél zijn. Ook voor de standaard-gasolie EN 590, zo bleek, want daar mag tot 7 procent FAME aan zijn toegevoegd.

Het gaat onder meer om verschillende zouten en vooral SMG’s (Saturated Mono Glyceriden) en SG (Sterol Glyceride). Biobrandstoffen zijn ook hygro­scopisch: ze trekken water aan. De genoemde componenten kunnen onder bepaalde condities problemen veroorzaken. Bij lage temperaturen kunnen bijvoorbeeld vlokvorming en stolling ontstaan.

Om de kwaliteit van de brandstof op het juiste niveau te krijgen en houden is op aangeven van KBN een ‘wensnormering’ geformuleerd. Korvink: “De nieuwe test gebeurt met FAME, waarbij grenswaarden zijn aangegeven voor kritieke componenten. Het gaat om brandstofblends in drie verschillende percentages: 15, 20 en 30.”

Verplicht bijmengen

Om de CO2-uitstoot in de transportsector terug te dringen wil de overheid brandstofleveranciers verplichten stapsgewijs steeds meer biodiesel toe te voegen aan de gasolie. Ook voor de binnenvaart, die onder de Europese RED III-richtlijn (RED staat voor Renewable Energy Directive) valt. Nederland wilde oorspronkelijk per 1 januari 2023 beginnen. Maar de vrees voor ongelukken door verstopte filters en vastlopende motoren en het voorspelde bunkertoerisme zorgden voor uitstel. Nederlandse scheepseigenaren zouden massaal in België en Duitsland brandstof gaan kopen, doordat die nog niet gingen bijmengen en de gasolie daar dus fors goedkoper zou zijn. Vanaf januari 2026 zal de RED III alsnog verplicht worden voor de binnenvaart.

Om zeker te zijn dat de bijmenging veilig is, besloten de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat en Economische Zaken & Klimaat tot onderzoek. Eerst het rapport van Panteia, gevolgd door het nu lopende onderzoek door TNO. Dat voert brandstofanalyses uit en komt op basis daarvan met een rapport over de kwaliteit en geschiktheid van de gasolie met FAME-bijmenging.

Bij de stolling en vlokvorming draait het om de wijze waarop verschillende grondstoffen voor FAME (raapzaad, gebruikte bakoliën en dierlijke vetten) presteren bij kou. Panteia adviseerde om tijdens de praktijkproef FAME te betrekken van verschillende feedstocks, om inzicht te krijgen over de mate van geschiktheid van de verschillende grondstoffen. Uiteindelijk moet er een biobrandstof voor de binnenvaart uit de bus komen die fit-for-purpose is, veilig gebruikt en betaalbaar geleverd kan worden door heel Europa.

Kritieke waardes

“We zijn blij dat het ministerie het onderzoek heeft opgepakt”, zegt Korvink. Ook nu is KBN nauw betrokken bij het onderzoek. Verzekeraar EOC wordt door deelnemende scheepseigenaren benaderd om de risico’s af te dekken. TNO heeft meerdere brandstofleveranciers aangeschreven. Drie doen er mee aan de test: FincoEnergies levert B15, Den Hartog B20 en Catom B30.

“Voor de B20 en de B30 bestaan officieel al standaarden. Met kritieke waardes voor de meeste componenten. Maar wij wilden dat er meer componenten benoemd werden”, aldus Korvink. “Omdat we gezien hebben dat er toch storingen zijn ontstaan bij lagere temperaturen. Dus daarom hebben we gezegd dat er strengere grenswaarden nodig zijn.”

HVO is een veel zuiverder en betere brandstof dan FAME. Maar het productieproces is duurder en de brandstof daardoor ook. Bovendien is er minder HVO beschikbaar – helemaal als de luchtvaart over een paar jaar biobrandstof gaat gebruiken. Die sector laat FAME (Fatty Acid Methyl Ester) links liggen en wil alleen HVO (Hydrotreated Vegetable Oil). HVO kan worden bijgemengd maar ook puur worden gebruikt.

De brandstof wordt sinds begin mei getest op zes schepen. FincoEnergies levert aan vier schepen van de Verenigde Tankrederij; Catom en Den Hartog stellen zelf een bunkerboot beschikbaar. In de originele opzet zouden het acht schepen zijn, maar er waren te weinig scheepseigenaren die wilden meedoen.

Niet eerlijk

Korvink betreurt dat, maar snapt het al te goed. “Ze hebben ons gevraagd of we twee leden wilden aandragen om ook aan de test mee te doen. Ik heb er een aantal voor benaderd, maar die gaven aan dat niet te willen. Ik geef ze gelijk. Want ze zouden zelf nieuwe filters moeten kopen als die verstopt raken, zelf extra smeerolie bekostigen en als er eventueel schade ontstaat aan een motor kunnen ze zelf een nieuwe betalen. TNO ontvangt 100.000 euro om een rapport te maken en deelnemende schippers moeten hun nek uitsteken, zonder vergoeding. Wij hebben aangegeven dat dat niet eerlijk en niet slim is, maar het ministerie heeft er niet meer geld voor.”

“Ik vind het niet fair dat ze TNO hiervoor een opdracht geven en de sector maar een beetje laten bungelen. De overheid schrijft die biobrandstoffen voor. Zij heeft een nationale doelstelling voor emissiereducties en hernieuwbare brandstoffen en dan pak je het zo aan. Succes!”

“De test is daarmee niet representatief, natuurlijk. Maar dat vind ik dat ook niet zo’n probleem. Want omdat dit direct bij de bron vandaan komt, verwacht ik geen problemen. Die mensen weten echt wel wat ze doen, die leveren geen rommel. De verdienste van dit onderzoek is dat het een realistische praktijktest is voor de brandstofspecificaties zoals we denken dat die goed en veilig te gebruiken zijn in de binnenvaart.”

Winterkwaliteit

Er worden geen emissiemetingen gedaan tijdens de vaart. “Dit onderzoek is echt alleen om aan te tonen dat de biokwaliteit met aangepaste specificaties een geschikte brandstof is voor de binnenvaart. Het hele jaar door.” Korvink denkt dat het kan. “Maar dus wel met die specificaties.” Die komen overeen met die van de winter­kwaliteit van FAME, zonder de glyceriden die stollen als de temperatuur minder dan 10 graden Celsius is.

“Die is iets duurder dan de zomerkwaliteit. Er is onder meer een cold filter blocking aan toegevoegd. De winterkwaliteit functioneert goed – het hele jaar door.” Bij de TNO-test verwacht Korvink dan ook geen problemen.

Het onderzoek loopt tot juni volgend jaar. Kort daarna wordt het TNO-rapport verwacht. “Als de test een succesvolle uitkomst heeft, wil KBN dat de Nederlandse overheid zich gaat inzetten om dit als Europese standaard in te laten voeren”, blikt Korvink vooruit. “Want de binnenvaart is een Europese aangelegenheid. We hebben er niks aan als we deze norm alleen in Nederland gaan hanteren. Zorg voor een Europese standaard voor de hele vloot. Dat doet Europa ook met huisbrandolie en voor de agrarische sector.”

 

“Standaard specificatie en samples kunnen einde maken aan gerotzooi met brandstof”

KBN heeft een advies aan schippers: “Bunker alleen als je een specificatie van je bunkerleverancier krijgt. Tot op heden is er volgens KBN geen enkel bunker­bedrijf dat daaraan voldoet”, aldus Leendert Korvink.

“De brandstofleveranciers zeggen zelf ook dat je erom moet vragen. Die komen altijd aan met good house­keeping aan boord. Je moet alles als schipper zelf regelen. Maar dan heb je wel die informatie nodig.”

“Neem daarnaast altijd een sample van bunkeringen en bewaar de laatste drie samples. Als je voor de vierde keer gaat bunkeren, gooi je het oudste sample terug in de tank. Want daar heb je geen trammelant van gehad. Als er ooit wél trammelant komt, kun je met de specificatie en het sample verhaal halen.”

“Als alle bunkerleveranciers dan ook met specificaties gaan leveren, kunnen we de zaak opschonen. Dan kan er niet meer worden gerotzooid. De gerenommeerde leveranciers doen dat niet, maar er gebeurt nog te veel in de bunkersector wat niet door de beugel kan. Er is nog een aantal cowboys, die zijn op de vingers van één hand te tellen, maar we hebben er allemaal last van. Daar kun je alleen maar iets aan doen door de voorwaarden te scheppen zoals nu met de strengere specificaties, samples nemen en good housekeeping aan boord.”

Delen

- Advertentie -

Meer

Laat een reactie achter

Vul uw opmerking in!
Vul je naam in

- Advertentie -
- Advertentie -

- Advertentie -
- Advertentie -